De JeugdzorgPlus is gericht op jongeren niet bereikbaar zijn voor lichtere vormen van hulpverlening en die zonder behandeling een risico voor zichzelf en hun omgeving vormen. Het ministerie van VWS en betrokken instellingen wilden, nu de JeugdzorgPlus ruim tien jaar bestaat, een onderzoek laten uitvoeren onder een grote groep jongeren die ten minste vijf jaar geleden zijn uitgestroomd uit de JeugdzorgPlus. Het onderzoek is deel van de longitudinale effectmonitor JeugdzorgPlus gericht op het verkrijgen van inzicht in de mate waarin jongeren profiteren van de geboden hulp en welke factoren een relatie hebben met de gemeten effecten. Het Verwey-Jonker Instituut en de Hogeschool Utrecht hebben onderzocht hoe het jeugdigen die tussen 2008 en 2013 in de JeugdzorgPlus hebben gezeten is vergaan. Het doel van dit onderzoek was het verkrijgen van inzicht in het welzijn van de jongeren: hoe gaat het nu met de jongeren, hoe kijken zij terug op hun verblijf in de JeugdzorgPlus en wat kunnen we van hen leren? Tevens dient het onderzoek als verkenning voor hoe JeugdzorgPlus instellingen op de langere termijn vorm en inhoud kunnen geven aan follow up onderzoek, waarbij ook de mogelijkheid voor het gebruik van CBS-gegevens en gegevens van gemeenten wordt bestudeerd. In totaal zijn 46 jeugdigen betrokken in diepteinterviews met behulp van de tijdlijn-methode. Aanbevelingen zijn geformuleerd op grond van deze interviews en rekening houdend met ontwikkelingen in de JeugdzorgPlus.
MULTIFILE
De JeugdzorgPlus is gericht op jongeren niet bereikbaar zijn voor lichtere vormen van hulpverlening en die zonder behandeling een risico voor zichzelf en hun omgeving vormen. Het ministerie van VWS en betrokken instellingen wilden, nu de JeugdzorgPlus ruim tien jaar bestaat, een onderzoek laten uitvoeren onder een grote groep jongeren die ten minste vijf jaar geleden zijn uitgestroomd uit de JeugdzorgPlus. Het onderzoek is deel van de longitudinale effectmonitor JeugdzorgPlus gericht op het verkrijgen van inzicht in de mate waarin jongeren profiteren van de geboden hulp en welke factoren een relatie hebben met de gemeten effecten. Het Verwey-Jonker Instituut en de Hogeschool Utrecht hebben onderzocht hoe het jeugdigen die tussen 2008 en 2013 in de JeugdzorgPlus hebben gezeten is vergaan. Het doel van dit onderzoek was het verkrijgen van inzicht in het welzijn van de jongeren: hoe gaat het nu met de jongeren, hoe kijken zij terug op hun verblijf in de JeugdzorgPlus en wat kunnen we van hen leren? Tevens dient het onderzoek als verkenning voor hoe JeugdzorgPlus instellingen op de langere termijn vorm en inhoud kunnen geven aan follow up onderzoek, waarbij ook de mogelijkheid voor het gebruik van CBS-gegevens en gegevens van gemeenten wordt bestudeerd. In totaal zijn 46 jeugdigen betrokken in diepteinterviews met behulp van de tijdlijn-methode. Aanbevelingen zijn geformuleerd op grond van deze interviews en rekening houdend met ontwikkelingen in de JeugdzorgPlus.
MULTIFILE
Wij onderzoeken hoe de kennismaking met actueel fysisch onderzoek in de lerarenopleiding kan bijdragen aan begrip van wetenschap en de vorming van een beroepsidentiteit als natuurkundeleraar.Doel In het Dutch Black Hole Consortium werkt een groot aantal instellingen en bedrijven samen aan een beter begrip van zwarte gaten, de meest extreme en mysterieuze objecten in het universum. Een interdisciplinair team van astronomen, computerexperts, geologen en natuurkundigen ontwikkelt betere modellen en gevoeliger meetapparatuur, bijvoorbeeld voor de Einstein Telescope (ET), een ondergrondse detector voor zwaartekrachtsgolven die mogelijk in Zuid-Limburg gebouwd wordt. Naast het fundamentele natuurwetenschappelijke onderzoek richt het consortium zich ook op het bevorderen van publiek begrip van moderne natuurwetenschap. Er wordt onderzocht hoe hedendaags natuurkundig onderzoek relevant kan zijn voor de lerarenopleidingen en de curricula van basis- en voortgezet onderwijs. De bijdrage van de HU richt zich op deze laatste twee vragen. Daarnaast worden er publieksactiviteiten ontwikkeld in samenwerking met museum Boerhaave en ontdekkingscentrum Continium, er wordt een Citizen-Scienceproject opgezet met data van de (in aanbouw zijnde) BlackGEM-telescopen. Looptijd 01 september 2021 - 01 september 2026
Wij onderzoeken hoe de kennismaking met actueel fysisch onderzoek in de lerarenopleiding kan bijdragen aan begrip van wetenschap en de vorming van een beroepsidentiteit als natuurkundeleraar.
Wij onderzoeken hoe de kennismaking met actueel fysisch onderzoek in de lerarenopleiding kan bijdragen aan begrip van wetenschap en de vorming van een beroepsidentiteit als natuurkundeleraar.Doel In het Dutch Black Hole Consortium werkt een groot aantal instellingen en bedrijven samen aan een beter begrip van zwarte gaten, de meest extreme en mysterieuze objecten in het universum. Een interdisciplinair team van astronomen, computerexperts, geologen en natuurkundigen ontwikkelt betere modellen en gevoeliger meetapparatuur, bijvoorbeeld voor de Einstein Telescope (ET), een ondergrondse detector voor zwaartekrachtsgolven die mogelijk in Zuid-Limburg gebouwd wordt. Naast het fundamentele natuurwetenschappelijke onderzoek richt het consortium zich ook op het bevorderen van publiek begrip van moderne natuurwetenschap. Er wordt onderzocht hoe hedendaags natuurkundig onderzoek relevant kan zijn voor de lerarenopleidingen en de curricula van basis- en voortgezet onderwijs. De bijdrage van de HU richt zich op deze laatste twee vragen. Daarnaast worden er publieksactiviteiten ontwikkeld in samenwerking met museum Boerhaave en ontdekkingscentrum Continium, er wordt een Citizen-Scienceproject opgezet met data van de (in aanbouw zijnde) BlackGEM-telescopen. Looptijd 01 september 2021 - 01 september 2026