Service of SURF
© 2025 SURF
Public lighting’s primary purpose is nighttime visibility for security and safety. How to meet so many requirements of so many stakeholders? The key to developing a good plan is to relate lighting to functions of public spaces, because street lighting is more than a technical requirement, a security need, or a design element. It can be thought of and utilized in terms of how the type, placement, and wattage affect how a street is perceived and used. With present-day used street lighting systems however, flexibility is expensive, as is maintenance and energy consumption. A new solution is to use LED lighting with a Direct Current power system. Advantages are a decrease in: energy conversions; material use; amount of switch- boxes; components; labour costs and environmental comfort. The overall implementation of LED and DC will result in better control and efficient maintenance due to integrated bidirectional communication. A challenge is the relatively high investment for these new solutions. Another challenge; DC is not a standard yet in rules and regulations. In the paper the transition to direct current public lighting system will be described with all the pros and cons. A new concept of public ownership, to overcome financial challenges will be discussed. M Hulsebosch1, P Willigenburg2 ,J Woudstra2 and B Groenewald3 1CityTec b.v., Alblasserdam, The Netherlands 2The Hague University of Applied Sciences, The Hague, The Netherlands 3Cape Peninsula University of Technology, Cape Town, South Africa 10.1109/ICUE.2014.6904186
Na het energiegebruik voor apparatuur is verlichting vaak de belangrijkste energiepost van industriegebouwen, dus bij verduurzaming van industriegebouwen speelt verlichting een belangrijke rol. Vervanging van traditionele (tl-)verlichting door led levert vaak 50 tot 70% besparing op. Daarbij is diezelfde ordegrootte van besparing in industriegebouwen mogelijk met slimme dimlichtregelsystemen in combinatie met daklichten. Onderzoek van Saxion voor de provincie Overijssel toont aan dat daar niet eens extreem veel daklichtoppervlak voor nodig is.
MULTIFILE
Het onderzoek brengt de effecten in kaart van veranderingen in de openbare verlichting op de (beleving van) sociale veiligheid en verkeersveiligheid in een vijftal Overijsselse gemeenten: Enschede, Hardenberg, Hof van Twente, Losser en Olst-Wijhe. In totaal werden tien projecten uitgevoerd, waarvan zes projecten in woonwijken en vier projecten buiten de bebouwde kom (dit betrof autowegen, fietspaden en een recreatiegebied). In de woonwijken was sprake van een overgang van traditionele verlichting naar LED verlichting. Bij de projecten buiten de bebouwde kom was sprake van vermindering van verlichting. Licht en Donker Advies was belast met de organisatorische kant van het project (onder meer het werven van gemeenten die onderzoeksprojecten konden aandragen) en Saxion voerde de onderzoeken in deze gemeenten uit. Deze rapportage geeft in hoofdlijnen de resultaten weer van de verschillende deelonderzoeken, die per gebied zijn uitgevoerd door studenten van Saxion gedurende de afgelopen twee jaar. De geleverde onderzoeksdata en berekeningen zijn voor deze rapportage opnieuw gecontroleerd en uitgevoerd door onderzoekers van het Saxion lectoraat Risicobeheersing. De presentatie van de gegevens is zoveel mogelijk gelijkvormig gemaakt en een aanvullende analyse is uitgevoerd waarin de resultaten van de deelonderzoeken zijn vergeleken.
MULTIFILE
AANLEIDING In het RAAK-MKB project ‘Gelijkspanning breng(t) je verder’ heeft De Haagse Hogeschool, specifiek de opleiding Elektrotechniek, ervaren dat de opkomst van het onderwerp ‘Gelijkspanning’ (ook wel DC) in het beroepenveld sterk samenhangt met ontwikkelingen in het vakgebied van ‘Vermogenselektronica’ of ‘Power Eletronics’. Het beroepenveld vraagt steeds vaker om steeds meer kennis op dit vakgebied, in het kader van bijvoorbeeld de energietransitie, Smart Grids, Internet-of-Things etc. Om deze kennis op een goed gestructureerde wijze over te dragen aan studenten, moeten er een aantal belemmeringen worden weggewerkt. Een van deze belemmeringen is de beperkte beschikbaarheid van kennis; het vakgebied is relatief nieuw en nog sterk in ontwikkeling. Binnen De Haagse Hogeschool is door de opleiding Elektrotechniek (met kennis van de nog weg te werken belemmeringen) de bewuste keuze gemaakt om zich binnen Nederland te willen profileren met het onderwerp ‘Gelijkspanning’. Vanuit het eerdere RAAK-MKB project ‘Gelijkspanning breng(t) je verder’ werden hiertoe een eerste vak en practicum ontwikkeld: Vermogenselektronica 1. Hierin worden beginselen van DC-DC omvormers behandeld. DC-DC omvormers zorgen voor het transformeren van DC-spanningen, om energie bij hoge spanningen en dus lage verliezen te kunnen transporteren. Vanaf het huidige collegejaar (2015-2016) is ook een tweede vak op dit gebied toegevoegd aan het curriculum: Vermogenselektronica 2: hierin worden DC-AC omvormers op hoofdlijnen behandeld. Deze omvormers zorgen ervoor dat veel gebruikte types motoren aangedreven kunnen worden met gelijkspanning. Deze hoofdlijnen staan in de ogen van het beroepenveld nog (te) ver af van toepassingen waarmee zij werken. Daarbij moet gedacht worden aan bijvoorbeeld elektrische mobiliteit (specifieke types motoren), verlichting (DC-DC), distributietechnieken (DC-DC op hogere vermogens) of slimme netten (integratie van energietechniek, communicatietechnologie en regeltechniek / embedded systems). DOELSTELLING Het doel van het project is het opstellen van een implementatiewijze ter verdere invulling van de onderwerpen ‘Gelijkspanning’ en ‘Vermogenselektronica’ in het curriculum van de opleiding Elektrotechniek voor de teamleider van Elektrotechniek van De Haagse Hogeschool om de gewenste profilering te kunnen realiseren. ACTIVITEITEN Vanuit de curriculum commissie van de opleiding Elektrotechniek wordt opdracht gegeven aan een apart team om het implementatievoorstel voor te bereiden. Hierin werken twee docent/onderzoekers samen met de teamleider en enkele extern specialisten. In vijf opeenvolgende stappen wordt op een top-down manier gewerkt aan 1. Formuleren competenties voor DC 2. Hoofdstromen curriculum inrichten 3. Uitwerken vakinhoudelijke gebieden Elektrotechniek (‘leeg vel papier’) 4. Koppelen opzet aan bezetting en kennis in het team en bij partners 5. Voorbereiden besluitvorming RESULTAAT Op deze wijze wordt een heldere visie ontwikkeld op het benodigde onderwijs om het onderwerp gelijkspanning gestructureerd aan te kunnen bieden. Daarbij gaat het om vakinhoudelijke kennis in vakken, met bijbehorende practica en projecten. Om deze kennis goed aan te bieden wordt nadrukkelijk ook de samenwerking met andere kennisinstellingen (zoals Zuyd Hogeschool en de TU-Delft) gezocht.
Er vindt een grootschalige technologische transformatie plaats, waarbij gebouwen en gebouwonderdelen steeds ‘slimmer’ gemaakt kunnen worden. Echter, deze technologische vooruitgang gaat gepaard met een verandering, niet alleen in de manier waarop gebouwen functioneren, maar ook in de manier waarop deze ontwikkeld en gebouwd worden. Naast grote technologische veranderingen vinden er ook invloedrijke maatschappelijke veranderingen plaats, vergrijzing en een grotere grijze druk zijn daar twee van. Dit project wil een interactief bouwdeel ontwikkelen wat mensen met dementie helpt langer zelfstandig thuis te wonen. Hiervoor is het ondersteunen van de zelfstandigheid belangrijk voor de quality of life van deze groep. De te ontwikkelen interactieve woonkamer heeft als doel om te ondersteunen en stimuleren bij ADL, mobiliteit en oriëntatie. Deze interactieve woonkamer wordt ontwikkeld door verschillende MKB partijen die technologie hebben die op een of andere manier een bijdrage kan leveren aan het bovenstaande doel. Daarnaast zijn de HAN, HvA en TU/e betrokken als kennispartners bij het project. Het doel is om een aanpak voor de ontwikkeling van interactieve bouwonderdelen en één innovatieve en interactieve ruimte (de interactieve woonkamer) in twee living labs te testen. Het eerste living lab zal als technische test dienen waarin het eerste prototype verbeterd kan worden. Het tweede living lab zal zijn in DrieGasthuizenGroep, waar een tweede prototype geïnstalleerd wordt en waar de reactie, acceptatie en effect op bewoners, zorg en mantelzorg bekeken kan worden. Deze publieke partner wordt betrokken bij het gehele design proces, zodat de input en behoeften van deze verschillende stakeholders al vroeg in het proces ingebracht worden. Dit iteratieve proces zal uiteindelijk niet alleen leiden tot een interactieve woonkamer die beter bij de behoefte van de gebruiker aansluit, maar ook tot een betere acceptatie bij implementatie in de praktijk.
Despite Dutch Hospitality industry’s significant economic value, employers struggle to attract and retain early career professionals at a time when tourism is forecasted to grow exponentially (Ruël, 2018). Universally, hospitality management graduates are shunning hospitality careers preferring other career paths; stimulating the Dutch Hospitality to find innovative ways of attracting and retaining early career professionals. Following calls from the Human Resource Management (HRM) community (Ehnert, 2009), we attribute this trend to personnel being depicted as rentable resources, driving profit’’ often at personal expense. For example, hotels primarily employ immigrants and students for a minimum wage suppressing salaries of local talent (Kusluvan, et al 2010, O’Relly and Pfeffer, 2010). Similarly, flattening organizational structures have eliminated management positions, placing responsibility on inexperienced shoulders, with vacancies commonly filled by pressured employees accepting unpaid overtime jeopardizing their work life balance (Davidson, et al 2010,). These HRM practices fuel attrition by exposing early career professionals to burnout (Baum et al, 2016, Goh et al, 2015, Deery and Jog, 2009). Collectively this has eroded the industry’s employer brand, now characterized by unsocial working hours, poor compensation, limited career opportunities, low professional standing, high turnover and substance abuse (Mooney et al, 2016, Gehrels and de Looij, 2011). In contrast, Sustainable HRM “enables an organizational goal achievement while simultaneously reproducing the human resource base over a long-lasting calendar time (Ehnert, 2009, p. 74).” Hence, to overcome this barrier we suggest embracing the ROC framework (Prins et al, 2014), which (R)espects internal stakeholders, embraces an (O)pen HRM approach while ensuring (C)ontinuity of economic and societal sustainability which could overcome this barrier. Accordingly, we will employ field research, narrative discourse, survey analysis and quarterly workshops with industry partners, employees, union representatives, hotel school students to develop sustainable HRM practices attracting and retaining career professionals to pursue Dutch hospitality careers.