Service of SURF
© 2025 SURF
De Dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk interviewde in het najaar van 2020 40 aselect geworven predikanten en kerkelijk werkers. Er wordt binnen de PKN druk gepionierd en daar is inmiddels ook al veel onderzoek naar gedaan. Minder bekend is de missionaire oriëntatie van ‘gewone’ gemeenten en hun voorgangers. Via het onderzoek is een beeld ontstaan van onder meer de theologische motivatie van voorgangers, hun inspiratiebronnen, de missionaire rol die ze voor zichzelf zien en de beleving van de (missionaire) impulsen die ze ontvangen vanuit het landelijke Dienstencentrum.
In 2020 deed de Protestantse Kerk via diepte-interviews onderzoek naar de missionaire 'mindset' van haar predikanten en kerkelijk werkers. Met veertig van hen (aselect gekozen) werden gesprekken gevoerd, met daarbij ruime aandacht voor theologische thema's. In dit artikel wordt verslag gedaan van met name dit theologische deel van het onderzoek. Vooral drie thema's komen daarbij aan de orde: het mogelijk unieke van de christelijke traditie in vergelijking met andere religieuze of seculiere zingevingskaders, de persoon van Jezus in de (missionaire) communicatie en tenslotte de invulling van soteria en haar tegenhanger 'verloren gaan'. Aansluitend worden de uitkomsten van het onderzoek in een breder kader geplaatst en reflecteert de auteur op enkele uitkomsten. Het integrale onderzoeksverslag is ook op deze site te vinden.
Hierin bespreekt Paas de vraag welke mogelijkheden er zijn binnen een laat-moderne samenleving voor de gemeenschappelijke uitdrukking van een gereformeerde geloofsbeleving. Of, simpeler gezegd: is er een toekomst voor het gereformeerde kerkelijk leven en zo ja, hoe ziet die toekomst eruit? Eerst werkt hij de term „gereformeerde geloofsbeleving‟ wat verder uit en laat hij zien dat er in de gereformeerde traditie (zoals in elke traditie) een spanning te zien is tussen behoud en vernieuwing. Vervolgens bespreekt hij de vraag of er in de toekomst nog wel sprake zal zijn van een gereformeerde (kerkelijk georganiseerde) geloofsbeleving in Nederland. Dat is immers in het geheel niet vanzelfsprekend, gezien de processen van modernisering en secularisering die ook deze kerken steeds meer stempelen. Hier beschrijft hij een aantal „strategieën‟ die de gereformeerde traditie nu reeds benut om ook in de toekomst een vitaal kerkelijk leven te waarborgen. Dit kerkelijk leven zal echter altijd plaatsvinden onder bepaalde culturele voorwaarden. Die voorwaarden veranderen voortdurend. Hij noemt een aantal van die veranderingen en geef aan welke invloed die hebben op de gereformeerde traditie. Daarmee is hij aangekomen bij het laatste deel van het hoofdstuk, waarin hij beschrijft voor welke vernieuwingen gereformeerde kerken staan om onder veranderde culturele omstandigheden voluit christelijke kerken te zijn in de 21e eeuw.