Opleiden en leren zijn van strategisch belang voor arbeidsorganisaties omdat een duurzaam concurrentievoordeel niet langer te realiseren is op basis van bestaande producten, diensten en markten, maar alleen nog door middel van kennis. Weggeman (1997) verklaart de radicale wijziging in de betekenis van kennis door een verband te leggen tussen de globaliseringstendens en de als gevolg daarvan toegenomen druk op organisaties om concurrerend te zijn. Deze concurrentiestrijd kan door de hogelonenlanden alleen succesvol worden gevoerd als zij erin slagen voortdurend nieuwe producten en diensten aan te bieden die zich onderscheiden door hun hoge toegevoegde waarde. Om tegemoet te komen aan de eis van continue innovatie, is state of the art (technologische) kennis nodig.
Opleiden en leren zijn van strategisch belang voor arbeidsorganisaties omdat een duurzaam concurrentievoordeel niet langer te realiseren is op basis van bestaande producten, diensten en markten, maar alleen nog door middel van kennis. Weggeman (1997) verklaart de radicale wijziging in de betekenis van kennis door een verband te leggen tussen de globaliseringstendens en de als gevolg daarvan toegenomen druk op organisaties om concurrerend te zijn. Deze concurrentiestrijd kan door de hogelonenlanden alleen succesvol worden gevoerd als zij erin slagen voortdurend nieuwe producten en diensten aan te bieden die zich onderscheiden door hun hoge toegevoegde waarde. Om tegemoet te komen aan de eis van continue innovatie, is state of the art (technologische) kennis nodig.
In het begin van deze rede schetsen we aan de hand van voorbeelden het individuele, het business en het maatschappelijk perspectief van Internet. We laten zien hoe ver Internet al is doorgedrongen in ons privé en in ons openbare leven. In bijna alle maatschappelijke rollen die u speelt komt u inmiddels Internet tegen. Dat is spannend. Dan ontstaat er dus een nieuw evolutionair proces waarin de meest aangepaste aan Internet en E-business maximaal profiteert. Dat geldt voor individuen, organisaties en wellicht ook hele landen. Waar we het met u over willen hebben is waaraan we ons dan moeten aanpassen. Wat doet Internet met ons, met ons bedrijf, met ons gezin, onze baan, met Nederland? Waar heeft Internet een rol en waar per se niet.
De hbo thematafels zijn opgezet om de ambities uit de Kennis- en Innovatieagenda’s (KIA’s) met gecommitteerde partners te realiseren. De hbo thematafels sleuteltechnologieën en digitalisering hebben als doel om de positie van het hbo op dit thema te versterken en te laten aansluiten bij landelijke agenda’s. De Thematafels beschouwen de rol van hogescholen als steeds crucialer voor het aanpakken van maatschappelijke uitdagingen. In onze kenniseconomie is er behoefte aan een praktijkgerichte aanpak, waarbij Thematafels als katalysator voor samenwerking tussen hogescholen steeds relevanter worden. Daarbij past ook de gewenste deelname aan KIA's. In 2022 is een eerste traject gestart vanuit Sleuteltechnologieën, mede vanwege de integratie met Digitalisering en de ontwikkelingen rondom de organisatiestructuur van de thematafels wordt het eerdere traject voortgezet vanuit de twee thematafels samen. De thematafels zoeken de gewenste ondersteuning in het inhuren van een betrokken Netwerkmanager (linking pin) die gaat zorgen dat de gezamenlijke doelen op het gebied van lobby/positionering, verbinding en community-buildig gehaald kunnen worden.
In Nederland en de ons omringende landen is veel belangstelling voor programmeren met leerlingen in het onderwijs. Het is een onderwerp uit de Human Capital Agenda dat relevant is voor de ontwikkeling van kinderen in relatie tot het ontwikkelen van analytische vaardigheden op een logische manier die computational thinking genoemd wordt. Computational thinking is het procesmatig (her)formuleren van problemen op een zodanige manier dat het mogelijk wordt om met computertechnologie het probleem op te lossen. Basisscholen, waaronder de Hovenier, willen gestalte geven aan de ontwikkeling van het leren omgaan met deze vaardigheid. De kennis die er is op het gebied van het aanleren van computational thinking-vaardigheden is zeer gering. Dit project wil een bijdrage leren aan deze kennisontwikkeling op dit gebied en aan het ontwikkelen van de vereiste leeromgeving, materialen en instructiewijze. Binnen het project wordt specifiek ingezoomd op de vraag: welke invloed de instructiewijze van de docent bij het programmeren heeft op de mate van programmeren en op het oplossen van op algoritme gebaseerde problemen door leerlingen. Ook voor het bedrijfsleven is het van belang dat enerzijds deze vaardigheid ontwikkeld wordt op scholen en anderzijds dat er de juiste materialen, leeromgevingen en instructiewijzen komen. Het aanbieden van deze materialen, waaronder Heutink, op de juiste manier is van groot belang voor de verdere ontwikkeling van deze 21ste eeuwse vaardigheid. De resultaten hebben dus betekenis voor bedrijfsleven, scholenveld en de kenniseconomie.
De economische activiteit in de samenleving is voortdurend aan verandering onderhevig. In de afgelopen decennia hebben we een verschuiving gezien van een productiegeoriënteerde economie, via een diensteneconomie, naar de hedendaagse kenniseconomie. Met deze verschuivingen veranderen ook de eisen die gesteld worden aan (de inrichting van) werklocaties. Waren voorheen bedrijventerreinen geïsoleerde monofunctionele eilanden, vandaag de dag mengt het werken zich steeds meer met andere stedelijke processen. Moderne organisaties zijn meer dan ooit vernetwerkt door open innovatie en horizontale samenwerking. Er is meer aandacht voor het welzijn van medewerkers en voor de duurzaamheid van het werklandschap. Gelijktijdig vraagt de groei van het aantal kleine zelfstandigen om flexibelere vormen van bedrijfshuisvesting.In de Werkplaats Werklocaties doen (junior-)onderzoekers van het lectoraat Vastgoed praktijkgericht onderzoek naar toekomstbestendige werkmilieus. Daarbij wordt onder meer gekeken naar functiemenging, de ontwikkeling van leerwerkomgevingen, nieuwe ambachten, makerspaces, en het functioneren van innovatieve ecosystemen en creatieve broedplaatsen. Ook is er aandacht voor de relatie tussen werklocaties en gebiedsontwikkeling.