Service of SURF
© 2025 SURF
Moedig mensen aan om vega(n) te eten en ontmoedig tegelijkertijd het eten van dierlijke producten. Richt daarvoor de kantine anders in, verbeter het aanbod en stimuleer een sociale verandering. Maak vega(n) makkelijk, aantrekkelijk, belangrijk & normaal.
As labour is becoming more and more knowledge controlled, it also getting closer to the individual person. We sometimes seem to forget this. To an increasing extent it is becoming a part of oneself and therefore of the personal identity. The increasing humanization of labour asks for an HRM-policy and an organizational context in which the individual is able to identify with the organization, colleagues, customers/clients and product. Heterononimous or abstract organizations, organizations in which the employees and civilians have been reduced to numbers and in which there is no real consideration for the individual differences, have to make way for organizational structures in which the individual feels (self) responsible again. The future lies with personal, tribally inspired organizations in which managers will be leaders and where employees and managers can show social commitment. Images like that of: the egocentric boss who by making swift career moves avoids responsibility for employee/co-worker and customer/client; of colleagues taking the day off without consultation or who are putting their phone through to someone else without saying so beforehand, meeting rooms which are not being cleaned up after use and the image of a Xerox machine not being refilled up with paper by anyone, are all too frequently dismissed as not being part of productivity.
Circulaire economie wordt vaak gezien als het langer en hoogwaardiger gebruiken van grondstoffen. Dat is ook zeker waar, maar daarnaast zijn er ook sociaaleconomische aspecten aan de circulaire economie. In de regio Arnhem-Velp proberen een aantal ondernemers de lokale kringlopen te sluiten door voor de voedselproduc-tie en –bereiding zo veel mogelijk uit te gaan van lokale producten. Hogeschool Van Hall Larenstein, op het landgoed Larenstein op de grens van Velp en Arnhem, onderschrijft die gedachte en wil zelf ook als instelling zijnde haar eigen kringlopen zoveel mogelijk sluiten. Samen met de betrokken ondernemers werkt zij een casus uit waarbij met behulp van een pop up streekkantine als concreet voorbeeld, wordt gekeken naar de mogelijkheden om kringloop zoveel mogelijk te sluiten. Behalve dat naar de organische stromen wordt geke-ken, wordt er ook gekeken naar het bedrijfsmatige bestaansrecht van dergelijke activiteiten, zodat dit als voorbeeld kan dienen voor het beheren van een voedselbos op een landgoed.
Een voedingspatroon gebaseerd op meer plantaardige in plaats van dierlijke bronnen wordt steeds belangrijker. Het heeft niet alleen positieve gezondheidseffecten die belangrijk zijn bij de preventie van chronische ziekten, maar heeft ook een positieve impact op het klimaat. Met deze kennis is het belangrijk te onderzoeken hoe de consument gestimuleerd kan worden om meer plantaardige voedingsbronnen te consumeren en daarnaast hoe dit op een gezonde manier mogelijk is. Met name de consument die bereid is om over te stappen van een voedingspatroon rijk aan dierlijke eiwitbronnen naar een voedingspatroon rijk aan plantaardige eiwitbronnen is vaak nog onvoldoende geïnformeerd over hoe met name plantaardige eiwitbronnen kunnen worden toegepast in een gezond en evenwichtig voedingspatroon. Het doel van dit project is om deze consument te helpen met een gezond voedingspatroon gebaseerd op meer plantaardige eiwitbronnen door het ontwikkelen van bruikbare tools die aansluiten bij de wensen en behoeften van de consument. Daartoe wordt onderzoek gedaan naar: 1) de kennis van de consument over plantaardige eiwitbronnen (o.a. op het gebied van soorten plantaardige bronnen, samenstelling, bereiding, gezondheid en milieu); 2) de behoeften en barrières van de consument om tot een meer plantaardig voedingspatroon te komen; 3) hoe gezond een plantaardig voedingspatroon is wat betreft eiwitinname en -kwaliteit, vitamines, mineralen en zoutgehalte; 4) de ontwikkeling van nieuwe (informatie)tools en voedingsconcepten om een gezond plantaardig voedingspatroon te stimuleren.
Horecabedrijven, ziekenhuizen en grote kantines hebben relatief kleine stromen van keukenafval: Swill. Ter plekke vergisten van swill zorgt dat deze kleine afvalstromen worden benut zonder dat transport nodig is. Het biogas kan ter plekke worden gebruikt. Dat bespaart kosten en is CO2-neutraal. Zo biedt kleinschalige vergisting kansen voor grootschalige toepassing van biogas: Veel kleine vergisters samen zorgen voor opschaling van het biogas volume. Bovendien sluit dit lokale voedselkringlopen. Dit past bij beleidsafspraken op meerdere niveaus over de energietransitie naar hernieuwbare energie, CO2-neutraliteit en circulariteit. Echter, om kleinschalige, decentrale produktie van biogas uit swill te stimuleren is nieuwe kennis nodig. Kan kleinschalige produktie van biogas uit swill kostendekkend zijn? Biogas levert weinig op, zijn er extra “cashmakers in de keten” mogelijk? Kan een innovatief verdienmodel zorgen voor maatschappelijke acceptatie van een vergister in een leefomgeving? Hoe kunnen duurzame relaties met leveranciers van afval worden ontwikkeld? Verkennende afstudeeronderzoeken in ons onderzoeksprogramma laten zien dat decentrale produktie van biogas uit swill kansrijk is. Horeca-ondernemers en groothandels zien deze kans, maar zij moeten zulke investeringsbeslissingen wel kunnen onderbouwen. We ontwikkelen in dit project direct toepasbare ontwerpprincipes voor business modellen voor decentrale produktie van biogas uit swill. We ontwikkelen deze ontwerpprincipes op basis van ontwerpgerichte afstudeeronderzoeken naar concrete projecten in Groningen, analyses van vergelijkbare swill-vergistingsprojecten in Nederland, en een literatuurstudie. We focussen hierbij op twee nieuwe dienstconcepten voor decentrale vergisting: 1) Ter plekke swill van een aantal nabijgelegen bedrijven vergisten in een leefomgeving. 2) Gezamenlijk swill inzamelen, meegeven aan de groothandels die voedsel komt brengen, en vergisten bij deze groothandel op een bedrijventerrein. Deze twee nieuwe dienstconcepten komen voort uit de concrete pilot-projecten in Groningen. Deze verschillen in schaal, organisatievorm en vergistingslokatie, en verkennen beide nieuwe mogelijkheden voor duurzaam ondernemen op innovatieve wijze.