Service of SURF
© 2025 SURF
Onderzoeksrapport van het Nederlands Jeugdinstituut over de uitvoering en de uitkomsten van de Opvoedworkshop en de Oudertraining uit het pakket ‘Ouders van Tegendraadse Jeugd’, toegepast bij de jeugdreclassering. In het rapport wordt verslag gedaan van een onderzoek naar twee interventies uit het pakket ‘Ouders van Tegendraadse Jeugd’. Het gaat om onderzoek naar de toepassing van de Opvoedworkshop en de Oudertraining bij de jeugdreclassering op acht locaties in de provincies Zuid-Holland en Noord-Holland en de steden Utrecht en Tilburg. De auteurs doen aan hand van de onderzoeksbevindingen aanbevelingen voor de verdere toepassing van beide interventies bij de jeugdreclassering.
Professionals in de jeugdbescherming en jeugdreclassering werken met ‘het kind in gevaar en het gevaarlijke kind’. Hun expertise betreft de zorg voor veilig opgroeien van kinderen en jeugdigen in geval van kindermishandeling en bedreigde ontwikkeling, en in geval van delinquentie en ernstige schooluitval. Sinds 2015 wordt door de jeugdbescherming en jeugdreclassering in regio Utrecht en Flevoland de SAVE-werkwijze gebruikt. Deze krachtgerichte methode sluit aan bij de inhoudelijke veranderdoelstellingen die zijn vastgelegd in de Jeugdwet die begin 2015 in werking is getreden. De nieuwe werkwijze bracht een groot aantal veranderingen met zich mee, zowel inhoudelijk als organisatorisch. In dit onderzoek hebben we bekeken hoe professionals in de praktijk vormgeven aan deze veranderingen.
MULTIFILE
full text beschikbaar met HU account Hoofdstuk 23 in Justitiele Interventies. In hoofdstuk 4 zijn drie kenmerken van het werk van de Jeugdreclassering belicht: het gedwongen kader waarbinnen moet worden gewerkt, de hantering van het delict als rode draad en het gebruik van het delictscenario. Een voortdurend terugkerend onderwerp was het vraagstuk van het motiveren van jongeren in een gedwongen kader. In dit hoofdstuk wordt verder ingegaan op dit vraagstuk in het kader van maatregelen van jeugdreclassering. We beginnen met een eerste relevant aspect, dat in de literatuur wordt aangeduid als reactance, ofwel weerstand tegen het gedwongen kader, tegen het verlies van vrijheid. Vervolgens wordt verder ingegaan op het ‘transtheoretisch model’ van Prochaska en DiClemente en de recente discussie daarover, en er wordt aandacht besteed aan enkele aspecten van het begrip motivatie specifiek in het kader van de jeugdreclassering. We wijzen ten slotte op het belang van het perspectief van de levensloop voor een adequate aanpak van het motivatievraagstuk.
MULTIFILE
Sinds de invoering van de Jeugdwet op 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor zowel het preventief jeugdbeleid (waaronder de jeugdgezondheidszorg) als de (gespecialiseerde) jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering. In veel gemeenten is gekozen voor het werken met wijkteams om deze verantwoordelijjkheid vorm te geven. In Amsterdam zijn dit de zgn. Ouder- en Kindteams (OKT’s). In deze teams werken jeugdgezondheidszorg en jeugdhulp samen. Als onderdeel van de preventieve taak kent de gemeente Amsterdam de Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht (AAGG). Deze aanpak kent verschillende onderdelen. Eén daarvan is de begeleiding van gezinnen met kinderen met morbide obesitas door de jeugdverpleegkundige vanuit de OKT’s. De jeugdverpleegkundige is daarbij de centrale zorgverlener (CZV) en coördineert de hulp rond het gezin en aan het kind. Dit is een nieuwe rol die nieuwe competenties van hen vergt. Niet langer draait de jeugdverpleegkundige een spreekuur voor ouders om de ontwikkeling van jonge kinderen te volgen. Als CZV werkt de jeugdverpleegkundige samen met andere disciplines rond het gezin, heeft een blijvende lerende attitute, heeft een flexibele houding en stelt het zelfmanagement van gezinnen centraal. Dit vergt nieuwe, 21st century competenties (Noorda, 2012). In de project werken de Gemeente Amsterdam (AAGG), de GGD Amsterdam, het Lectoraat Kwaliteit & Effectiviteit in de Zorg voor Jeugd, de opleiding Verpleegkunde en het uistroomprofiel jeugdzorgwerker (allen Hogeschool van Amsterdam) samen om de kerncompetenties voor de CZV in kaart te brengen en na te gaan hoe (toekomstige) jeugdverpleegkundigen het beste voorbereid kunnen worden op hun rol als CZV. Dit gebeurt aan de hand van focusgroepen met jeugdverpleegkundigen en interviews met 5 gezinnen en de bij hen betrokken hulpverleners. Producten zijn: lijst met kerncompetenties voor de CZV, factsheet met do’s en don’ts voor de CZV, een verslag, een artikel in een vakblad en lessen/een training voor de minor Kind (Verpleegkunde) en de uitstroomprofiel jeugdzorgwerker.
De rol van professionals in de jeugdbescherming is door de transitie en transformatie van de jeugdzorg sterk in beweging. Sinds 2015 werken zij in Midden-Nederland volgens de uitgangspunten van SAVE: Samenwerken aan Veiligheid. Vijf pijlers staan centraal: veiligheid als primair doel, eigen kracht & regie; één melding volstaat; gebiedsgericht werken; lerende praktijk. Deze pijlers worden door de meeste professionals onderschreven. De eerste ervaringen met SAVE leiden bij hen echter ook tot vragen over de grote diversiteit in de uitvoering en over de afweging tussen ingrijpen vanwege veiligheidsrisico?s en zo veel mogelijk verantwoordelijkheid laten bij de burger. Samenwerking is belangrijk maar blijkt in de praktijk soms lastig door verschillen tussen professionals in opdracht, expertise , opvattingen en ervaringen. 'SAVE in woord en daad? wil bijdragen aan de inbedding en optimale uitvoering van de SAVE werkwijze. Door het versterken van professionals bij het maken van afwegingen rond veiligheid en regie en een betere samenwerking draagt het project bij aan veiligheid in - en eigen kracht van de doelgroep. Medewerkers SAVE uit verschillende organisaties, jeugdigen en gezinnen en lokale partners gaan onderling en met elkaar in gesprek over veiligheid, eigen kracht & zelfregie en samenwerking, over de spanningen daartussen en over wat goed gaat en beter kan. Op grond daarvan wordt een online kennisplatform ontwikkeld. Het consortium bestaat uit de SAVE-partners (Samen Veilig Midden- Nederland inclusief Veilig Thuis, de William Schrikker Groep, het Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering, de Stichting Gereformeerde Jeugdbescherming en de Raad voor de Kinderbescherming Midden Nederland) en het Kenniscentrum Sociale Innovatie van Hogeschool Utrecht (lectoraten Werken in Justitieel Kader en Regie van Veiligheid). Overige partners zijn Adviesbureau Van Montfoort (ontwikkelaar werkwijze SAVE) en Hogeschool Windesheim. Gedurende het project worden ook medewerkers uit de lokale teams betrokken die de eerste zorg leveren en zo nodig doorverwijzen naar SAVE.