Service of SURF
© 2025 SURF
The research examines junk news, followers of problematic sources as well as artificial amplification on Instagram during the 2019 Dutch provincial and European parliamentary elections. First, this study looks at the circulation of junk content in high-engagement political spaces on Instagram. Second, it takes up the question of the mainstreaming of Dutch junk news providers by looking at the intersection between the followers of Dutch political entities and those of junk news sources. Third, it looks at the presence of artificial engagement tactics (specifically fake followers) employed by Dutch political entities and news sources on Instagram. In all it was found that Dutch political Instagram is a relatively healthy space, but not for all issues or political entities.
MULTIFILE
Doelstellingen De mate van betrokkenheid van jonge gebruikers bij wervingsadvertenties voor geldezels op Instagram onderzoeken. Methoden Drie advertenties die de belangrijkste mechanismen voor betrokkenheid bij cybercriminaliteit weerspiegelen en gericht waren op Nederlandse gebruikersclusters werden op twee Instagram-plaatsingen geplaatst. Door middel van dit quasi-experimentele 3 × 2 factorial design konden we het bereik en de weergaven van de advertenties, de doorklikratio's, het geslacht van de deelnemers en de temporele verdelingen van de gebruikersbetrokkenheid analyseren. Resultaten De analyse toont aan dat tot 3% van de jonge gebruikers zich bezighield met de advertenties, vooral met advertenties die een luxe levensstijl promoten en neutralisatietechnieken gebruiken. Mannen waren vaker betrokken en 's nachts werd er meer geklikt. Conclusies Sommige jonge Instagram-gebruikers lijken geneigd om geld te verdienen via hun bankpas en lopen het risico om online betrokken te raken bij cybercriminaliteit. We moedigen toekomstig onderzoek aan om het gebruik van sociale media in criminologische studies verder te onderzoeken. ENGLISH Objectives Examine the level of engagement of young users with money mule recruitment ads on Instagram. Methods Three ads reflecting key cybercrime involvement mechanisms and targeting Dutch user clusters were run on two Instagram placements. By means of this quasi-experimental 3 × 2 factorial design, we were able to analyze the reach and views of the ads, click-through rates, gender of the participants, and temporal distributions of user engagement. Results Mimicking actual recruitment environments, analysis shows that up to 3% of young users engaged with the ads, especially those promoting a luxury lifestyle and using neutralization techniques. Men were more likely to engage, and click-through rates were higher at night. Conclusions Some young Instagram users seem prone to making money through their bank cards and risk becoming involved in cybercrime online. We encourage future research to explore further the use of social media in criminological studies. This is a post-peer-review, pre-copyedit version of an article published in Journal of Experimental Criminology. The final authenticated version is available online at: https://link.springer.com/article/10.1007/s11292-022-09537-7
Background: Advanced media technologies have become an integral part of people's daily lives, providing them with new tools and environments for the formation and enactment of their identities. To date, the literature acknowledges that media technologies, such as social networking sites, are used to form and enact online identities, and that these platforms can simultaneously pose challenges to individuals' identity work. However, we know little about the precise online identity work strategies that individuals employ in response to the challenges they face over time. Objective: This paper examines the online identity work dynamics of Instagram micro-influencers, for whom social network sites enable and guide them in forming and enacting their online identities on a daily basis. The study was guided by the following research question: what are the challenges that Instagram micro-influencers perceive online and what are the online identity work strategies that they employ in response to these challenges over time? Methods: This study employs an extreme case approach to rigorously explore the lives of seven micro-influencers on Instagram. We combine in-depth data from narrative interviews, longitudinal data from online autobiographical narratives revealed through the participants' Instagram timelines, and follow-up interviews. Results: Our analysis revealed three main themes that highlight the challenges that Instagram micro-influencers face online: (1) amplified social expectations, (2) feelings of inauthenticity, and, as a result thereof, (3) psychological distress. We found that these challenges were viewed as catalysts for their online identity work processes. We identified three key online identity work strategies that the Instagram micro-influencers employed in response over time: (1) experimenting with their online identities, followed by either (2) segmenting between their online and offline identities, or (3) adding identities through online multiplicity. Conclusion: Our research provides new insights into how individuals may respond to the challenge of managing their online identities over time by engaging in different online identity work strategies. This study highlights the importance of designing online media technologies that enable individuals to cope with online challenges. We emphasize the need to design online spaces for (1) the expression of authentic identities, (2) community building, and (3) online multiplicity.
Ambtenaren openbare orde en veiligheid spelen een centrale rol in de zorg voor maatschappelijke veiligheid. Hun focus ligt van oudsher op de preventie van slachtofferschap van veelvoorkomende criminaliteit (zoals diefstal, vernielingen en vandalisme) en high impact crime (zoals woninginbraak, overvallen en straatroven) binnen hun verzorgingsgebied. Intussen heeft de digitalisering van de samenleving een ongeëvenaarde gelegenheid voor criminaliteit gecreëerd. De totale maatschappelijke schade van cybercrime werd voor 2018 op 10 miljard euro geschat (1% van BNP). Uit cijfers van het CBS blijkt dat tussen 2012 en 2018 het slachtofferschap van hacken zelfs hoger lag dan dat van fietsendiefstal. Nederlandse gemeenten hebben cybercrime in de afgelopen twee jaar dan ook breed als beleidsprioriteit omarmd. Maar in de vertaling van deze beleidsprioriteit naar concrete acties gaat het mis. Duidelijk is dat de ambtenaren openbare orde en veiligheid een taak voor zichzelf zien in de preventie van cybercrime, maar waar te beginnen? In dit project bundelen professionals uit twaalf gemeenten en vier regionale veiligheidsnetwerken hun slagkracht met onderzoekers van twee hogescholen en het NSCR voor de cyberweerbaarheid van de samenleving. De hoofdvraag van dit project luidt: Met welke interventies kunnen ambtenaren openbare orde en veiligheid de cyberweerbaarheid van burgers en bedrijven binnen hun gemeente vergroten? Middels actieonderzoek werken professionals van gemeenten en regio’s samen met onderzoekers aan het verbeteren van bestaande en het ontwikkelen van nieuwe interventies. Daarbij verscherpen zij hun beeld van de omvang en achtergronden van slachtofferschap van cybercrime. Ook onderzoeken zij achtergronden en verklaringen voor het risicobewustzijn en preventief gedrag onder doelgroepen. Deze inzichten worden in verschillende iteraties aangevuld met effectstudies, om tot een set beproefde interventies te komen waarmee de cyberweerbaarheid van burgers en bedrijven zal toenemen.
Fotowedstrijd Eenzaamheid in beeld Door de Coronacrisis hebben veel bewoners van Amsterdam ervaren hoe het is om geïsoleerd en/of eenzaam te zijn. Gezinnen kwamen onder druk te staan, mensen zijn naar elkaar om gaan zien. Studenten hebben ervaren hoe het is om afgesloten te zijn van campus, docenten en medestudenten. Senioren heroverwegen hun toekomstplannen voor wonen uit angst om in een volgende lock down opgesloten te zitten in een verzorgingshuis. Corona heeft iedereen aangeraakt. Deze ervaringen met isolatie en eenzaamheid willen we in beeld brengen met de fotowedstrijd Eenzaamheid in beeld. Op deze manier wordt eenzaamheid bespreekbaar gemaakt en onderwerp van gesprek. Deze zomer kunnen foto’s worden ingezonden via Instagram om deelname zo laagdrempelig mogelijk te houden. De groep ouderen zal ook via andere kanalen benaderd worden. In de week van de eenzaamheid (1 t/m 8 oktober) kiest een jury de vijf meest sprekende foto’s uit die het verhaal van eenzaamheid visualiseren. De bekendmaking van de winnende foto’s (2 oktober) wordt gecombineerd met een presentatie van de bevindingen van verschillend onderzoek naar eenzaamheid in Coronatijd, waaronder studentenwelzijn tijdens de lockdown van HVA en VU. De winnende foto’s worden gebruikt voor een tentoonstelling die door studenten Culturele Maatschappelijke Vormgeving (HvA) wordt georganiseerd. De foto’s worden uitgelicht op panelen met daarop naast de betreffende foto een professioneel portret van de maker en het verhaal achter de ingezonden foto. Aan de tentoonstelling zullen verschillende andere projecten op het thema eenzaamheid worden gekoppeld die in Amsterdam Nieuw West zijn uitgevoerd. door studenten van Klinische Psychologie, studenten van de cursus Analysis of Governmental Policy en onderzoek van 4 sociologiestudenten naar de impact van de Covid-19 op o.a. buurtwerk, eenzaamheid en flexwerk.
Bijna iedereen heeft een account op Facebook, LinkedIn, Twitter, Instagram of een ander sociaal platform. Via deze kanalen worden gigantische hoeveelheden data uitgewisseld. Algoritmes helpen ons een weg te vinden in al die informatie door interessante berichten hoog op onze tijdslijn te plaatsen. Daarbij houden algoritmes onder andere rekening met onze interesses, de inhoud en afzender van een bericht. Algoritmes bepalen dus in sterke mate welke informatie we te zien krijgen. De kans is groot dat we hierdoor terechtkomen in een filterbubbel: doordat we voortdurend informatie zien die overeenkomt met onze interesses en overtuigingen komen we niet of nauwelijks meer in contact met andere visies. Dit geeft een sterk vertekend beeld van de werkelijkheid. Veel gebruikers van sociale media, zowel particulier als beroepsmatig, zijn zich niet bewust van deze grote invloed van algoritmes in sociale media, laat staan dat ze inzicht hebben in de werking ervan. Dit plaatst professionals die gebruik maken van sociale media en wél kennis hebben over de impact van algoritmes soms voor lastige, ethische vraagstukken. Is het oké om als (MKB) bedrijf gebruik te maken van platformen die filterbubbels creëren? Zijn er alternatieven voor de bestaande platformen? Mogen die ten koste gaan van de winstgevendheid van een bedrijf? In hoeverre dragen (MKB) bedrijven en professionals verantwoordelijkheid voor het tegengaan van filterbubbels? In dit project worden professionals, onderzoekers en studenten op het gebied van Communicatie, Media- en Informatietechnologie (CMI) in drie workshops samengebracht en uitgedaagd om bovenstaande vragen te onderzoeken en er antwoorden op te formuleren. De workshops vormen hiermee een verkenning naar de rol van bedrijven in het scheppen en tegengaan van filterbubbels. Daarnaast dragen de bijeenkomsten bij aan netwerkvorming tussen bedrijven en andere instellingen met een interesse op dit gebied.