Service of SURF
© 2025 SURF
Since the late 1990s, city councils have become increasingly aware of the potential for information technologies (ICTs) to improve the management of cities and as an instrument for economic and social policy. This has resulted in a wave of urban ICT strategies and policies, such as the adoption of ICTs within the city administration itself, projects that facilitate access to ICTs by weaker social groups and policies to improve the urban electronic infrastructure. By comparing eight cities - Barcelona, Cape Town, Eindhoven, Johnnesburg, Manchester, Tampere, the Hague and Venice - this book examines a range of innovative urban e-governance strategies and develops a framework of analysis that permits a common approach. Throughout the book, a distinction is made between access policies (aimed at improving access to ICTs for all citizens), content policies (directed to improve the use of ICTs in the city administration and semi-public domains) and infrastructure policies (to improve the provision of broadband infrastructure). For each of the cities, e-strategies and policies are critically reviewed and compared. The book reveals that urban e-strategies have evolved from an internal and technology-centred orientation to a more outward-looking approach.
MULTIFILE
De nieuwe informatie en communicatietechnologie (ICT) speelt een almaar indringender rol en heeft directe consequenties voor ons dagelijks leven: zo is elektronisch bankieren goedkoper dan de bankverrichtingen aan het loket, reizigers hoeven niet meer aan te schuiven in het station want het ticket kunnen ze kopen via internet, de overheid ontwikkelt een digitale dienstverlening. Die en vele andere toepassingen veronderstellen dat iedereen aangesloten is op internet en bovendien over de vaardigheden beschikt om van de elektronische dienstverlening gebruik te maken. De informatiemaatschappij houdt nieuwe kansen in, maar een nieuwe tweedeling dreigt tussen wie op de elektronische snelweg zit en anderen die zich moeten beperken tot secundaire wegen. Dat probleem geldt zeker voor de doelgroepen van het opbouwwerk, waaronder laaggeschoolde, langdurig werklozen, kwetsbare bewoners in achtergestelde buurten en andere groepen die maatschappelijk zijn uitgesloten. In deze tekst worden kansen en bedreigingen van nieuwe media voor opbouwwerk in beeld gebracht.
In this article, the main question is whether and, if so, to what extent online journalism raises new moral issues and, if any, what kind of answers are preferable. Or do questions merely appear new, since they are really old ones in an electronic wrapping, old wine in new bottles? And how does journalism deal with the moral aspects of online journalism? The phenomenon of the Internet emerged in our society a few years ago. Since then, a large number of Dutch people have gone online, and the World Wide Web is now an integral part of our range of means of communication. Dutch journalism is online too, although certainly not in the lead. More and more journalists use the Internet as a source, especially for background information. Newspapers have their web sites, where the online version of the printed paper can be read. And that is it for the time being. There are no more far-reaching developments at present, certainly not on a large scale. Real online journalism is rather scarce in the Netherlands. The debate concerning the moral aspects of online journalism is mainly being conducted in the United States. First of all, by way of introduction, I will present an outline of online journalism. The first instance is the online version of the newspaper. Here, only to a certain degree new issues come up for discussion, since the reputation of reliability and accuracy of the papers, in spite of all criticism, also applies to their online versions. Besides, especially in the United States and increasingly in European countries as well, there is the so-called dotcom journalism, the e-zines, the online news sites without any relationship with printed newspapers. This may be the reason why these sites do not have a strong commitment to moral standards, at least as they have developed in the journalistic culture of the newspapers. After having outlined the moral issues arising in online journalism, the question will be addressed whether and, if so, to what extent it is meaningful and desirable to develop instruments of self-regulation for this new phenomenon of journalism.
City Deal Kennis Maken (CDKM) in Zwolle heeft tot doel studenten, docenten en onderzoekers structureel te betrekken bij de maatschappelijke opgaven van (regio) Zwolle. Dit doet zij door de stad aan te bieden als rijke leeromgeving waarin gemeente en kennispartners met elkaar samenwerken aan opgaven binnen de volgende vier thema’s: • de groene omgeving (klimaatadaptatie, energietransitie en circulaire economie), • de zorgzame samenleving, • de wendbare en inclusieve werkomgeving en • de informatiesamenleving. De CDKM beoogt zoveel mogelijk de bestaande structuren en agenda’s in de stad te versterken en de samenwerking tussen gemeente en kennisinstellingen te bevorderen. Een belangrijke eerste stap hierin is het organiseren van de vraagarticulatie, om zo te komen tot dynamische kennisagenda’s als basis voor het vormgeven van samenwerking in projecten, onderzoeken en curricula. Een tweede stap is om het proces van leren en delen effectief vorm te geven. Dan gaat het om zowel de samenwerking binnen de CDKM in Zwolle, als het breder delen van de ontwikkelde kennis en opgedane ervaringen vanuit de inhoudelijke kennisagenda met andere initiatieven en structuren. Om bij te dragen aan het oplossen van maatschappelijke problemen is de uitdaging om de kennis en inzichten vanuit de CDKM dusdanig op te schalen en te ontsluiten naar de stad en regio, dat deze daar verder tot waarde komt. Het eerste programmajaar van de City Deal heeft Zwolle benut om de organisatie van de samenwerking neer te zetten, te bouwen aan samenwerking rond de vier strategische thema’s en eerste concrete samenwerkingsprojecten te realiseren. De ervaringen en inzichten van dit eerste jaar leiden tot een actieve focus op het thema ‘informatiesamenleving’ voor het tweede en derde programmajaar.
City Deal Kennis Maken (CDKM) in Zwolle heeft tot doel studenten, docenten en onderzoekers structureel te betrekken bij de maatschappelijke opgaven van (regio) Zwolle. Dit doet zij door de stad aan te bieden als rijke leeromgeving waarin gemeente en kennispartners met elkaar samenwerken aan opgaven binnen de volgende vier thema’s: de groene omgeving (klimaatadaptatie, energietransitie en circulaire economie), de zorgzame samenleving, de wendbare en inclusieve werkomgeving en de informatiesamenleving. De CDKM beoogt de bestaande structuren en agenda’s in de stad te versterken en de samenwerking tussen gemeente en kennisinstellingen te bevorderen. Een belangrijke eerste stap hierin is het organiseren van de vraagarticulatie om te komen tot dynamische kennisagenda’s als basis voor het vormgeven van samenwerking in projecten, onderzoeken en curricula. Een tweede stap is om het proces van leren en delen effectief vorm te geven. Dan gaat het om zowel de samenwerking binnen de CDKM in Zwolle, als het breder delen van de ontwikkelde kennis en opgedane ervaringen vanuit de inhoudelijke kennisagenda’s met andere initiatieven en structuren. Om bij te dragen aan het oplossen van maatschappelijke problemen is de uitdaging om de kennis en inzichten vanuit de CDKM dusdanig op te schalen en te ontsluiten naar de stad en regio, dat deze daar verder tot waarde komen. Het eerste programmajaar van de CDKM wil Zwolle gebruiken om de organisatie van de samenwerking neer te zetten, te bouwen aan samenwerking rond de vier strategische thema’s en eerste concrete samenwerkingsprojecten te realiseren.
In de hedendaagse digitale informatiesamenleving dienen journalistieke ethische en verantwoordingsinstrumenten constant actueel gehouden te worden. Dit komt doordat het medialandschap in rap tempo verandert, onder andere door de opkomst van nieuwe journalistieke platforms, geavanceerde technologische ontwikkelingen, de veranderende rol van tech platforms in het medialandschap, en burgers die zelf ook nieuws kunnen maken en verspreiden. Deze ontwikkelingen hebben gevolgen voor journalistieke ethische vraagstukken alsook hoe media en burgers met elkaar communiceren.Doel In het door de Europese Unie gefinancierde onderzoeksproject Diacomet doen wij samen met acht Europese landen onderzoek naar hoe media en burgers beter in staat kunnen worden gesteld om op een verantwoordelijke en ethische manier met elkaar te communiceren en welke rol technologie, en specifiek Artificial Intelligence, hierin kan spelen. Resultaten Het onderzoek loopt nog. Zodra er resultaten zijn worden deze hier gedeeld. Looptijd 01 juni 2023 - 31 mei 2026 Aanpak Door het analyseren van ethische codes, interviews met experts, focusgroepen met verschillende doelgroepen en het opleveren van een interactieve game vormt dit onderzoek een basis voor de ontwikkeling van ethische communicatierichtlijnen tussen media en burgers. Meer weten? Volg Diacomet op LinkedInVolg Diacomet op Twitter