Service of SURF
© 2025 SURF
In opdracht van de gemeente Helmond heeft de Werkplaats Sociaal Domein Noord-Brabant Fontys een longitudinaal praktijkonderzoek uitgevoerd naar het project 'Zelfhulp & Ervaringsdeskundigheid' in de gemeente Helmond. De gemeente heeft de stichting Nei Skoen aangewezen als de uitvoerende partij voor het project. Met dit project beoogt de gemeente om, vanuit het gedachtengoed van de zogenaamde herstelvisie, draagvlak en erkenning voor zelfhulp en ervaringsdeskundigheid in Helmond te bevorderen, zowel bij haar inwoners als bij zorg- en welzijnspartners. Het streven is dat de inzet van zelfhulp en ervaringsdeskundigheid, naast de reeds aanwezige ondersteuning, een natuurlijk onderdeel wordt van de basisvoorzieningen in Helmond. Dit is het eindrapport van het onderzoeksproject. 10-0
De gemeente Helmond is vijftien jaar geleden gestart met het professionaliseren van het vastgoedbeheer. Dit is gedaan door het vastgoed te centraliseren in één afdeling, het team Vastgoed. Een grote operatie aangezien de gemeente ruim 150.000m² vastgoed bezit. De gemeente Helmond is een van de eerste gemeenten die zich zo intensief bezig heeft gehouden met het centraliseren van het vastgoedbeheer binnen de gemeente. Inmiddels is het team Vastgoed op het punt aangekomen dat zij een inventarisatie willen van de mening over de dienstverlening van het team Vastgoed. Samen met het Consortium Maatschappelijk Vastgoed is er besloten om een onderzoek te starten naarde gebruikerstevredenheid van de gemeente Helmond. De uitkomsten van dit onderzoek kunnen een basis vormen voor andere gemeenten om de professionalisering goed aan te pakken. De gemeente heeft invloed op de huurders doordat zij de subsidiestromen hebben gekoppeld aan de huur.Organisaties ontvangen subsidies om activiteiten te organiseren en om daarnaast de huur te kunnen betalen. Indien een huurder zich niet gedraagt als een goede huurder heeft de gemeente op deze manier een middel om de huurder te dwingen om te verhuizen of om zijn gedrag te veranderen. Eenander voordeel van deze manier van financiering is dat vastgoed de huur rendeert die het nodig heeft om de kosten aan het vastgoed te dekken. Hierdoor lijdt de gemeente geen kapitaalverlies op het vastgoed.De probleemstelling van dit onderzoek is de volgende:Welk beeld hebben huurders van het maatschappelijk vastgoed van de dienstverlening van het team Vastgoed van de gemeente Helmond?’Studentenonderzoek in het kader van het thema Leefomgeving.
Het doel van dit rapport: Een meetinstrument ontwikkelen met betrekking tot klanttevredenheid van de huurders, waarin de kwaliteit van de dienstverlening en het vastgoed wordt gemeten.Aan de hand van dit rapport wordt er antwoord gegeven op de vraag: Aan welke onderdelen van de gemeentelijke dienstverlening hechten de huurders van maatschappelijk vastgoed waarde en wat voor belang hebben zij bij de kwaliteit van het vastgoed?In de oriëntatie wordt het onderzoeksonderwerp afgebakend. Vervolgens wordt het probleem beschreven en deelvragen geformuleerd. Aan de hand van de deelvragen en de oriëntatie kunnen er aan aantal verwachtingen worden geformuleerd. De volgende stap in het onderzoek is het vaststellen van de onderzoeksmethode. De onderzoeksmethode wordt in hoofdstuk 5 uitgewerkt waar antwoord wordt gegeven op de deelvragen die in hoofdstuk 3 aan bod komen. Als laatste wordt de uitwerking van de deelvragen gebruikt voor het opstellen en onderbouwen van de enquête waarin de tevredenheid van de huurders van het maatschappelijk vastgoed zal worden gemeten.Studentonderzoek in het kader van het thema Leefomgeving
Nederland wordt 100% circulair in 2050. Producten worden anders vormgegeven en processen anders georganiseerd. Veel (MKB)-bedrijven moeten hiervoor de kennis en netwerken nog ontwikkelen. Zuid-Nederland heeft als innovatieve industriële regio een bovengemiddelde opgave, maar is ook sterk georganiseerd om deze op te pakken. Dit consortium van (MKB)-intermediairs, kennisinstellingen en overheden legt met deze SPRONG-aanvraag de basis voor een industriële circulaire transitie. Want met praktijkgericht onderzoek kunnen we de complexe en andersoortige circulaire innovaties begrijpen en eigen maken. Doel is om nieuw economisch verdienvermogen en maatschappelijke impact te ontsluiten in de regio. Daarvoor is dit brede consortium met bewezen innovatiekennis en netwerken samengesteld. Met de partners Brainport Smart District en Midpoint Brabant zijn twee vraaggestuurde living labs - voor bouw/infra (Helmond) en textielketens (Tilburg) - reeds geïdentificeerd. Circulaire innovaties en werkwijzen worden daar ontwikkeld en met andere regio’s vergeleken. Het uitgebreide netwerk van betrokken hogescholen dient hier als connector en katalysator. Aanverwante initiatieven zijn zo door het brede consortium in beeld en aangehaakt. Twee extra living labs (op hightech en food) worden in lijn met de regionale zwaartepunten door dit consortium ontwikkeld. De aanvragende hogescholen verdiepen hun profiel op circulaire transitie door praktijkgericht onderzoek en onderwijs met groeiende regionale dekking en impact. Nu al zijn veel professionals in het consortium hiermee bezig. Dit verbreedt tot meer dan honderd onderzoekers, met een sterk carrièreperspectief van student naar promovendus/onderzoeker of circulaire veranderprofessional in het regionale ecosysteem. De geboden infrastructuur van labs, partners en gekoppelde netwerken zet aan tot nieuwe onderzoeksprojecten in de toekomst. De doorwerking van dit onderzoek inspireert anderen om ook transities in te gaan. Daarom omarmt het consortium open data en open science. Dit onderzoek steunt op een ingericht kwaliteitssysteem en -borging. De groep maakt de impact van circulaire innovaties, inclusief methoden en nieuw (circulair) beleid, gestructureerd voor iedereen inzichtelijk.
Tijdens fase 1 van HCA GroenvermogenNL is een regionaal liaisonteam samengesteld dat de opdracht heeft aangenomen de regio te mobiliseren en te komen tot een gedragen roadmap. Conform deze roadmap kent regio Oost twee centrumregio’s: Lifeport (regio Arnhem-Nijmegen, verbonden met Stedendriehoek-Twente via SPRONG) en Brainport (regio Eindhoven-Helmond). Deze centrumregio's zullen in de tweede fase van HCA GroenvermogenNL als zelfstandige regio's gaan opereren. In de overbruggingsperiode zullen hiervoor de voorbereidingen worden getroffen. De activiteiten die uitgevoerd zullen worden betreffen het onderhouden, uitbouwen en verder versterken van de relevante netwerken daar het ecosysteem dynamisch is en de urgentie tot handelen groot. De netwerken zullen gemobiliseerd en geïnformeerd worden om een zo sterk mogelijke fase 2 van HCA GroenvermogenNL voor te bereiden door de regionale inbedding van de samenwerking tussen de R&D en HCA Pijlers te realiseren en het onderwijssysteem op alle niveaus goed te onbaorden. Hiermee wordt een sterke regionale landingsplek gerealiseerd voor de landelijke GroenvermogenNL projecten.