Service of SURF
© 2025 SURF
Op 28 augustus 2014 heb ik een 'oral presentation' gegeven op het European Health Psychology Society congres te Innsbruck. De abstract van het artikel die ik gepresenteerd heb is gepubliceerd op de website van EHPS (zie bijgevoegd de link) The aim was to quantify the relationship between behavioural determinants and dental health behaviour among 9-18 year old children. Methods: Searches were conducted in PsycINFO, PubMed, CINAHL and EMBASE. In total 25 studies were included, which addressed 16 variables. A weighted average effect size correlation (WAES r) was calculated per determinant and dental health behaviour. According to Cohen (1988) effect sizes can be considered as small (r = 0.10), medium (r = 0.30) and large (r = 0.50). Findings: All WAES r’s were significant and revealed a positive relation between determinant and dental health behaviour. Large effects were found for coping planning and self-efficacy. Medium-to-large effects were found for the determinants: intention, affective attitude, and action planning. The WAES r was small-to-medium effects were found for: social norms, cognitive attitude, knowledge, parental oral health behaviour and parental cognitions. Discussion: Although the number of studies focusing on volitional factors are limited, the overall findings highlight the importance of volitional factors, rather than knowledge or motivational factors in explaining dental health behaviour. Refbacks There are currently no refbacks.
De Regiegroep van de topsector Life Sciences & Health wil een impuls geven aan initiatieven die praktijkgericht onderzoek op het gebied van Health betreffen. De redenen hiervoor zijn de relatief bescheiden positie van Health vergeleken bij de Life Sciences in de eerdere agendering onder de topsector en de verwachting dat praktijkgericht onderzoek door hogescholen een substantiële bijdrage kan leveren aan de doelstellingen onder het topsectorenbeleid. Daarom is opdracht gegeven tot het opstellen van een agenda voor praktijkgericht onderzoek “Health”. Deze agenda moet leiden tot samenwerking met een solide economische component tussen hogescholen, eventuele andere kennisinstellingen en publieke en private partijen uit de beroepspraktijk. De Agenda Praktijkgericht Onderzoek Health is ingedeeld in vier overkoepelende thema’s (A - D) waarop het onderzoek van hogescholen zich zou moeten richten. Binnen elk thema zijn onderwerpen benoemd die op basis van deze verkenning prioriteit verdienen.
Specific approaches are needed to reach and support people with a lower socioeconomic position (SEP) to achieve healthier eating behaviours. There is a growing body of evidence suggesting that digital health tools exhibit potential to address these needs because of its specific features that enable application of various behaviour change techniques (BCTs). The aim of this scoping review is to identify the BCTs that are used in diet-related digital interventions targeted at people with a low SEP, and which of these BCTs coincide with improved eating behaviour. The systematic search was performed in 3 databases, using terms related to e/m-health, diet quality and socioeconomic position. A total of 17 full text papers were included. The average number of BCTs per intervention was 6.9 (ranged 3–15). BCTs from the cluster ‘Goals and planning’ were applied most often (25x), followed by the clusters ‘Shaping knowledge’ (18x) and ‘Natural consequences’ (18x). Other frequently applied BCT clusters were ‘Feedback and monitoring’ (15x) and ‘Comparison of behaviour’ (13x). Whereas some BCTs were frequently applied, such as goal setting, others were rarely used, such as social support. Most studies (n = 13) observed a positive effect of the intervention on eating behaviour (e.g. having breakfast) in the low SEP group, but this was not clearly associated with the number or type of applied BCTs. In conclusion, more intervention studies focused on people with a low SEP are needed to draw firm conclusions as to which BCTs are effective in improving their diet quality. Also, further research should investigate combinations of BCTs, the intervention design and context, and the use of multicomponent approaches. We encourage intervention developers and researchers to describe interventions more thoroughly, following the systematics of a behaviour change taxonomy, and to select BCTs knowingly.
There is increasing interest for the use of Virtual Reality (VR) in the field of sustainable transportation and urban development. Even though much has been said about the opportunities of using VR technology to enhance design and involve stakeholders in the process, implementations of VR technology are still limited. To bridge this gap, the urban intelligence team of NHTV Breda University of Applied Sciences developed CycleSPEX, a Virtual Reality (VR) simulator for cycling. CycleSpex enables researchers, planners and policy makers to shape a variety of scenarios around knowledge- and design questions and test their impact on users experiences and behaviour, in this case (potential) cyclists. The impact of infrastructure enhancements as well as changes in the surrounding built environment can be tested, analysed an evaluated. The main advantage for planners and policy makers is that the VR environment enables them to test scenarios ex-ante in a safe and controlled setting.“The key to a smart, healthy and safe urban environment lies in engaging mobility. Healthy cities are often characterized by high quality facilities for the active modes. But what contributes to a pleasant cycling experience? CycleSPEX helps us to understand the relations between cyclists on the move and (designed) urban environments”
Producten1. Een leertraject voor MBO- en HBO geschoolde professionele begeleiders van mensen met een matige en (zeer) ernstige verstandelijke beperking (VB). Het bestaat uit verschillende, op individuele behoeften afgestemde, leerinterventies: online leren (met praktijksimulaties) en het geleerde in de praktijk toepassen.2. Een omgevingsscan; een hulpmiddel waarmee begeleiders kunnen beoordelen of de leef- en werkomgeving gezond gedrag van mensen met een verstandelijke beperking uitlokt.De producten van het project De Krachten Gebundeld helpen bij het creëren van een gezonde omgeving die een gezonde leefstijl van mensen met een VB ondersteunt. Informatie over de producten en hoe deze te implementeren zijn, is te vinden op de website, www.dekrachtengebundeld.nl Resultaten voor:- Mensen met een verstandelijke beperking: gezonde omgeving en leefstijl;- Zorgorganisaties en professionele begeleiders: leertraject en omgevingsscan;- Onderwijs: aanpassen benodigde competenties curricula MBO- en HBO opleidingen;- Wetenschap: kennis over leefstijl en percepties van mensen met VB en hun professionele begeleiders;- Politiek: aanpassen beleid met betrekking tot inrichting zorg gericht op gezondheid van mensen met een verstandelijke beperking.'De krachten gebundeld: ondersteunen van een gezonde leefstijl voor mensen met een verstandelijke beperking' wil een gezondheidsbevorderende omgeving creëren, zodat deze cliënten kan ondersteunen bij een gezonde leefstijl.Een gezonde leefstijl is belangrijk, ook voor mensen met een verstandelijke beperking. Het ZonMw project 'Ondersteunen gezonde leefstijl: de krachten gebundeld!' had de intentie een gezondheidsbevorderende omgeving creëren, zodat deze cliënten kan ondersteunen bij een gezonde leefstijl.DoelMensen met een verstandelijke beperking leven in een gezondheidsbevorderende omgeving: de leef-, werk- en vrije tijdsruimten lokken gezond gedrag uit en ze voelen zich ondersteund in dit gedrag door de mensen om hen heen.AanpakHet onderzoek bestond uit drie projecten:- Kennis verzamelen bij mensen met een VB en hun professionele begeleiders over gezondheid, het belang van een gezonde leefstijl en de benodigde ondersteuning in de omgeving;- Ontwikkelen van een leertraject voor de professionele begeleiders en een omgevingsscan voor de omgeving van mensen met een VB in co-creatie met hen;- Implementeren en evalueren van het leertraject en de omgevingsscan.SamenwerkingDe krachten gebundeld!Binnen dit onderzoek werkten veel wetenschappers met elkaar samen. Het Erasmus MC, dr. T. Hilgenkamp; Radboud UMC, dr. J. Naaldenberg; RUG Research Centre EMB, prof. dr. A. van der Putten, het Alfa-college Groningen en de Hanzehogeschool, prof. C. van der Schans en dr. A. Waninge. Dit deden zij ook samen met mensen met een verstandelijke beperking, hun vertegenwoordigers, 19 zorgorganisaties en MBO, HBO en WO onderwijs.
The main objective of DEDIPAC is to understand the determinants of dietary, physical activity and sedentary behaviours and to translate this knowledge into a more effective promotion of a healthy diet and physical activity.The DEDIPAC KH is a multidisciplinary consortium of scientists from 68 research centers in 12 countries across Europe.