Service of SURF
© 2025 SURF
In dit onderzoek staan de ervaringen van cliënten met jeugdhulp in de regio Haaglanden centraal. Daarbij is specifiek gevraagd naar tevredenheid, samenwerking, aansluiting op de hulpvraag en de alliantie cliënt-professional. De hoofdvraag luidt: "Wat zijn de ervaringen met jeugdhulp van ouders en jongeren die in 2019 en/of 2020 jeugdhulp ontvingen in de regio Haaglanden? In deze rapportage doen we verslag van het onderzoek. Achtereenvolgens bespreken we de opzet en vraagstelling en de resultaten. We ronden af met conclusies en aanbevelingen Met medewerking van Bianca Prins, Judith Zweers van de gemeente Leidschendam-Voorburg en studenten Pedagogiek van de HHs
MULTIFILE
Wat kunnen we leren van hulpverleningstrajecten die eindigen in specialistische jeugdhulp? Die vraag wilden we beantwoorden met ouders, jeugdigen, professionals en beleidsmakers in het landelijke onderzoek Ketenbreed Leren. Samen hebben we met de ‘kennis van nu’ gekeken welke factoren belemmerend zijn geweest of juist hebben geholpen om de hulp goed te laten verlopen. We hebben met elkaar verbeterpunten besproken en een leer- en verbeterbeweging in de regio proberen te creëren. Binnen het project Ketenbreed Leren wilden we leren van hulpverleningstrajecten waar specialistische of weinig voorkomende jeugdhulp is ingezet met als uiteindelijke doel om: - sneller effectieve jeugdhulp te kunnen inzetten, - steeds beter te kunnen voorkomen dat ernstige problematiek ontstaat en - steeds beter te kunnen voorkomen dat deze vormen van hulp ingezet moeten worden. In vijf regio’s in Nederland verrichtten regionale onderzoekspartners in samenwerking met collega-instellingen casusonderzoeken. Het casusonderzoek werd uitgevoerd bij jeugdigen die verbleven in een justitiële jeugdinrichting, jeugdzorg+-instelling, een orthopedagogisch behandelcentrum (OBC) of in de jeugd-GGZ. In de regio Zuid-Holland Noord werd het onderzoek uitgevoerd door Curium-LUMC en het lectoraat Jeugdhulp in Transformatie van de Haagse Hogeschool. Het onderzoek loopt nog tot half 2022, waarbij de werving van casuïstiek liep tot half januari 2022. In deze factsheet beschrijven we alleen de resultaten van het casusonderzoek in de regio Zuid-Holland Noord, waar de regio Haaglanden onderdeel van is. In de loop van 2022 verschijnt een uitgebreide landelijke rapportage.
MULTIFILE
Voor goede en effectieve hulp zijn de ervaringen van ouders en jongeren van groot belang. De Jeugdwet verplicht gemeenten daarom om jaarlijks een clientervaringsonderzoek (CEO) uit te voeren. In de jeugdhulpregio Haaglanden hebben gemeenten en zorgaanbieders besloten dit gezamenlijk aan te pakken, vanuit de wens om regionaal sturingsinformatie over jeugdhulp, waaronder cijfers over het gebruik van jeugdhulp en clientervaringsonderzoek, te verzamelen. In 2016 deed de regio Haaglanden kwantitatief onderzoek naar de clientervaring van jongeren en ouders in de gespecialiseerde jeugdzorg. Conform de landelijke adviezen hebben de H10-gemeenten besloten een verdiepend kwalitatief onderzoek uit te voeren. Op basis van de resultaten van het kwantitatieve CEO en de daarbij behorende duidingssessies, hebben de H10-gemeenten twee vraagstukken geselecteerd waarop zij het kwalitatieve onderzoek willen richten, namelijk: 1. De samenwerking tussen de verschillende betrokken jeugdhulpprofessionals. 2. De mate waarin de hulp aansluit op de hulpvraag. Uit een verkenning met de gemeenten bleek dat er geen geschikte data voorhanden waren om dit verdiepende onderzoek uit te voeren zonder een nieuw onderzoek op te zetten. Daarom hebben het lectoraat Jeugdhulp in Transformatie aan De Haagse Hogeschool (HHs) en de regio Haaglanden in het vierde kwartaal van 2018 verkend of en op welke wijze De Haagse Hogeschool een kwalitatief CEO voor de regio kan uitvoeren. Dit heeft geresulteerd in voorliggend onderzoek, dat in samenwerking met tweedejaarsstudenten van de opleidingen Pedagogiek en Social Work van De Haagse Hogeschool is uitgevoerd. Primair doel van het onderzoek is om voor de H10-regio inzichten te verkrijgen in de clientervaringen binnen het vernieuwde jeugdhulpstelsel, teneinde daarmee de kwaliteit van de jeugdhulp in deze regio verder te verbeteren. Een nevendoel van dit onderzoek is om de studenten van de opleidingen Pedagogiek en Social Work van De Haagse Hogeschool leerervaringen te bieden op het terrein van praktijkgericht onderzoek in het jeugdhulpveld. Het onderzoek is nadrukkelijk opgezet als een pilot, waarin voor het eerst (in Haaglanden) ervaring wordt opgedaan met de inzet van hogeschoolstudenten bij de uitvoering van het clientervaringsonderzoek. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/cathelijne-mieloo-b17a5720/ https://www.linkedin.com/in/cora-bartelink-000b4950/ https://www.linkedin.com/in/robgilsing/
Met het rijksbrede programma ‘Nederland Circulair in 2050’ wil de Rijksoverheid een omslag maken naar een circulaire economie, met als uitgangspunt 50% minder verbruik van primaire grondstoffen (mineraal, fossiel en metalen) in 2030. In hun voorbeeldfunctie tegenover bedrijven en consumenten hebben overheidsorganisaties als doel gesteld om in 2020 slechts 35% restafval te genereren binnen hun bedrijfsvoering. Een afdeling Facility Management, gericht op ondersteuning van het primaire proces, kan daaraan een belangrijke bijdrage leveren. Maar hoe doe je dat? Facilitaire professionals van overheidsorganisaties ervaren knelpunten die hen belemmeren om de doelstellingen te behalen. Zij vinden het bijvoorbeeld lastig om de circulaire gedachte en circulair gedrag in alle schakels van het bedrijfsproces te stimuleren. En beschikken niet altijd over de juiste kennis om gericht actie te ondernemen. In dit project wordt dan ook handelingsgericht onderzoek verricht rondom de vraag: “Met welk handelingsprotocol kunnen facilitaire professionals van de Rijksoverheid duurzaam gebruikersgedrag stimuleren, de afval- en grondstofstromen verduurzamen en daarmee bijdragen aan een circulaire bedrijfsvoering?” De projectpartners Dienst Justitiële Inrichtingen en FM Haaglanden willen samen met De Haagse Hogeschool een handelingsprotocol ontwikkelen zodat facilitaire professionals de circulaire bedrijfsvoering binnen overheidsorganisaties kunnen optimaliseren. Het project speelt daarmee in op de huidige handelingsverlegenheid bij facilitaire professionals die in zeer korte tijd de ambitie van 35% restafval in 2020 dienen te halen. De urgentie van het project is daarmee zeer groot. In twee jaar ontwikkelt De Haagse Hogeschool dit handelingsprotocol samen met de projectpartners. Het projectplan bestaat uit activiteiten die zijn gericht op 1) het inventariseren en stimuleren van duurzaam gedrag bij eindgebruikers, 2) het inventariseren en stimuleren van duurzaam gedrag bij facilitaire professionals, 3) het ontwikkelen en toepassen van een praktisch handelingsprotocol voor facilitaire professionals van de Rijksoverheid en 4) het dissemineren in praktijk, onderwijs en onderzoek.
Aanleiding Bewegen als medicijn is onomstotelijk bewezen, zeker voor mensen met complexe gezondheidsproblemen. Ondanks deze kennis is toepassen ervan geen standaardpraktijk in de zorg. Hierin verandering aanbrengen is een uitdagend vraagstuk. Praktijkprobleem Medisch Specialistisch Revalidatiecentrum Basalt behandelt jaarlijks duizenden volwassenen met complexe gezondheidsproblemen. Ze streven ernaar om naast herstelzorg en het hervatten van de maatschappelijke rol, duurzaam gezond beweeggedrag te bevorderen, ook na de revalidatieperiode. Het onderzoeksprogramma "Basalt in Beweging" is ontwikkeld om op maat gemaakte ondersteuning te bieden aan revalidanten, gericht op gedragsverandering en het vergroten van de capaciteit, fysieke/sociale omgeving en motivatie tijdens revalidatie. Daarnaast biedt Basalt adviesgesprekken tijdens en na de revalidatieperiode aan om de behoeften van revalidanten af te stemmen op het beschikbare beweegaanbod in hun eigen leefomgeving. Hoewel de exacte gegevens over het aantal revalidanten dat doorstroomt naar beweegaanbod in de eigen leefomgeving niet beschikbaar zijn, blijkt uit onderzoek dat deze groep aanzienlijk minder beweegt dan mensen zonder lichamelijke beperkingen. Dit ondanks de inspanningen vanuit Basalt maar ook de Gemeentes zoals Den Haag en vele stichtingen vanuit het Sport- en Welzijnsdomein. Doelstelling Het PD-traject heeft als hoofddoel om een soepele beweegreis te bieden aan (ex) revalidanten van Basalt in de regio Haaglanden, met subdoelen gericht op het verkennen van de huidige situatie, het ontwikkelen van een gezamenlijk gedragen veranderaanpak en het implementeren en evalueren van deze aanpak. Onderzoeks- en veranderaanpak Een gezamenlijke inspanning van alle stakeholders, waaronder revalidanten, zorgprofessionals, beweeg- en sportinitiatieven, welzijnsorganisaties en de Gemeente Den Haag, is nodig om de beweegreis van revalidanten in kaart te brengen, te herontwerpen, te veranderen en te evalueren. Het PD-traject zal worden aangepakt via actieonderzoek, waar nodig gebruikmakend van designmethodieken, waarbij de perspectieven van betrokkenen worden samengebracht en cyclisch wordt gewerkt aan verkennen, plannen, uitvoeren en evalueren van veranderingen in de beweegreis van revalidanten.
Wat zijn ervaringen van mensen met een beperking op de arbeidsmarkt? Hoe duurzaam zijn de plaatsingen en wat is de betekenis van werk voor hun functioneren? Onderzoek naar deze ervaringen is schaars en vraagt om een benadering waarin de betekenisgeving van de werknemer centraal staat. daarom wordt dit onderzoek uitgevoerd middels participerende observaties en interviews met de werknemer, diens leidinggevende en collega's en zo mogelijk ook de job coach. Bovendien is het een longitudinaal onderzoek, waarbij we na een jaar opnieuw de stand van zaken opnemen.Na het eerste jaar onderzoek blijkt, dat continuiteit van de arbeidsrelatie een heikel punt is. De veel voorkomende discontinuiteut zorgt voor veel onzekerheid bij de betreffende werknemers. Continuiteit in begeleiding (zowel in- als extern) kan hier enig soelaas brengen. Daarnaast zijn de definiering van regelruimte in taken en werktijden essentieel om niet alleen een goede match tot stand te brengen, maar ook de mogelijkheden tot ontwikkeling optimaal te maken.Hoe ervaren arbeidsbeperkte werknemers uit de regio Haaglanden hun werk en hoe kunnen deze ervaringen begrepen worden vanuit de (werk-)context van de deelnemer en diens achtergronden? Welke aanbevelingen zijn er voor sociale partners en overheid op basis van bovengenoemde ervaringen om duurzame dienstverbanden te bevorderen en de dienstverlening op grond daarvan te optimaliseren?