Service of SURF
© 2025 SURF
Currently, the engagement of local communities in Health Impact Assessment is becoming more and more important. A scoping review was performed to take stock of visions, methods and experiences in this field.A combined Scopus and Medline search yielded 100 articles in scientific journals. The final selection consisted of 43 papers, including case studies, evaluation studies, reviews, and opinion papers. After analysis, consultation of four experts was performed to check preliminary study outcomes. A grey literature web search was performed to check and complement the results.Results show that community participation is generally considered a core element in HIA. Views as expressed in the papers concern, firstly, the need for and value of local knowledge, secondly, the adherence to or application of democratic values and, thirdly, empowerment of communities. Three categories of methods are used in relation to community participation, often in combination: methods to facilitate knowledge elicitation, to ensure the inclusion of communities in the HIA process, and to build community capacity to participate in policy development. However, the theoretical or practical underpinning of the choice for specific methods is mostly not presented. The experiences described in the papers mainly focus on the access to local knowledge and its usability as a source of evidence in the HIA process. Described effects of community participation are (improved) relations between communities and local agencies, policy makers and professionals and the empowerment of community members. Although these effects are ascribed to community participation, many papers do not provide support for this conclusion beyond the retrospective perception of participants. Expert consultation and additional analysis of the grey literature supported the results derived from the scientific literature and provided more in-depth knowledge. In the grey literature theoretical frameworks, methods and tools for community participation in HIA were more extensively reported as compared to the scientific literature.We conclude that the visions, methods and experiences concerning community participation show that a participative approach may contribute to better, context specific knowledge. It appears that participative HIA has health promotion potential as it helps develop responsive policies.To accomplish this, HIA should, firstly, be better embedded in broader health promotion programmes. Secondly, the methods and approaches for community participation applied in HIA should be theory-informed and well described. The grey literature offers entry points. Finally, more robust and systematic evaluation and research is needed to assess the impact of HIAs on communities and policies.
MULTIFILE
Het team van het Healthy Urban Living Lab heeft samen met veel studenten van de Hogeschool van Amsterdam een Health Impact Assessment (HIA) uitgevoerd op de plannen voor het Bajes Kwartier. Dat is een groene, gezonde, duurzameAmsterdamse stadswijk die wordt gebouwd op het terrein van de voormalige Bijlmerbajes, gelegen in Stadsdeel Oost nabij de Amstel. In deze nieuwe wijk komen ongeveer 1.350 koop- en huurwoningen, variërend van betaalbarestarterswoningen tot exclusieve huizen en zorgwoningen. De focus van de HIA lag op drie aspecten die an groot belang zijn voor de gezondheid van inwoners van Amsterdam: bewegen, gezonde voeding en ontmoeten. Daarmeesluit de HIA aan bij de grootste uitdagingen voor de gezondheid van de Amsterdammers, overgewicht en eenzaamheid. Een HIA is een kritische en systematische beschouwing van een project, met als doel de kansen voor gezondheid en onbedoelde aspecten (zoals gezondheidsrisico’s) in kaart te brengen. Om te onderzoeken hoe de ambitie ‘alle bewoners leven hier twee jaar langer en gezonder kan worden gerealiseerd, is het Behaviour Change Wheel van Susan Michie (2011) gebruikt als theoretisch kader. Dit wetenschappelijkonderbouwde gedragsveranderingsmodel wordt ingezet voor het systematisch ontwerpen en evalueren van interventies en voor beleid dat is gericht op gedragsverandering. Het wordt veelal toegepast in de gezondheidsbevordering. Daarbij spelen drie elementen de hoofdrol: Capabilities (fysieke en psychologische vaardigheden), Opportunities (aspecten in de fysieke of sociale leefomgeving) en Motivation (bewuste en onbewuste processen die tot gedrag leiden). Naast een scan van het masterplan voor het Bajes Kwartier – vanuit het oogpunt van gezondheid – is een doelgroepanalyse gemaakt door middelvan een vragenlijst die werd verspreid onder belangstellenden c.q. toekomstige bewoners, een groepsbijeenkomst en doelgroepenonderzoek door studenten. Er is ook een wetenschappelijke literatuurstudie verricht. Vanuit de volksgezondheid kent de gezonde leefomgeving een afwisseling van bebouwing met groen, aantrekkelijke, uitdagende en gevarieerde openbare ruimten die uitnodigen tot bewegen, spelen en sport, gezond eten, het ontmoeten vanbuurtgenoten, een breed voorzieningenaanbod (waaronder ook een openbare toiletten en een maximale bereikbaarheid en verkeersveiligheid met de fiets en het openbaar vervoer). Daarnaast is in de leefomgeving sociale steun en socialeveiligheid nodig. Het beschikbaar maken van een leefomgeving die deze elementen bevat, is op zich niet voldoende. Er zijn ook activiteiten en netwerkennodig die bevorderen dat deze wijkinfrastructuur daadwerkelijk wordt benut. Zowel uit de literatuur als uit het doelgroepenonderzoek kwam dit naar voren als een belangrijke sleutel tot het creëren van gezondheidswinst. De conclusies die volgen uit de resultaten van de HIA, resulteren in vijf basisaanbevelingen.1) Focus op de diverse groepen. Iedere bewoner heeft recht op een gezonde omgeving. De gezondheidswinst die te behalen valt is het grootst onder kwetsbare groepen zoals bewoners met een lage sociaal economische status, ouderen en kinderen. 2) Gezond gedrag vereist participatie van bewoners waarbij alle doelgroepen vertegenwoordigd zijn. 3) Verbind de hardware met de software, maak een koppeling tussen de inrichting van de fysieke en de sociale omgeving 4) Zet alle vormen en varianten van nudging in, het helpt bewoners een gezonde leefstijl aan te nemen. 5) Hanteer een integrale aanpak waarbij deverschillende verantwoordelijke stakeholders zoals ontwerpers, planologen, burgers, kennisinstellingen, private partijen (zoals startups), gemeentes, GGD’en, zorgverzekeraars en zorgverleners vanaf het begin in eenruimtelijk planproces samenwerken
LINK
Stakeholder engagement in Environmental Impact Assessment (EIA) and Health Impact Assessment (HIA) provides opportunities for inclusive environmental decision-making contributing to the attainment of agreement about the potential environmental and health impacts of a plan. A case evaluation of stakeholder engagement was carried out to assess its effect in terms of consensus-building. The case consisted in two health impact scoping workshops engaging 20 stakeholders: policy-makers, experts and residents. A Participatory Action Research approach was adopted. Methods included observation, semi-structured questionnaires and interviews. Analysis methods consisted of several coding rounds, in-depth reading and discussion of Atlas.ti output reports, as well as studying questionnaire results. Participants reported a broadening of perspectives on health in relation to the environment and attainment of shared perspectives. Still, meaningful differences remained, indicating that joint learning experiences, trust and mutual respect created a ‘sense of consensus’ rather than a joint view on the issues at stake. To avoid disappointment and conflict in later project development, explicit acknowledgment and acceptance of disagreements should be included as a ground rule in future stakeholder engagement processes.
Samenvatting Mensen met een beperking (psychiatrisch, verstandelijk, lichamelijk) wonen tegenwoordig vaker zelfstandig en doen voor hun ondersteuning daarom vaker een beroep op mensen in de buurt waar zij wonen. Dit betekent voor de professionele hulpverleners dat zij een steeds grotere taak krijgen in het versterken van het sociale netwerk van mensen met een beperking, en het (op deze wijze) bevorderen van inclusie in de buurt. In hun werk merken zorg- en welzijnsprofessionals op dat, soms relatief spontaan ingezette of kleine initiatieven succesvol kunnen zijn, maar soms ook niet. De professionals hebben wel ideeën over wat goed werkt en wat niet, maar dit is niet op één centrale plek vastgelegd, en daarbij soms onduidelijk en afhankelijk van de context. Zij vragen zich af hoe ze de informatie die ze elk hebben kunnen bundelen en tot meer inzicht kunnen komen in wat werkt, in welke situatie en in welke context. In het project wordt samengewerkt door de Hogeschool van Amsterdam (AKMI / Lectoraat Community Care), de Sociaal Werkopleidingen van de HvA, de Afdeling onderwijs, jeugd en zorg van de Gemeente Amsterdam, GGD Amsterdam, Cliëntenbelang Amsterdam, Centrum voor Cliëntervaringen (i.s.m. VuMcAmsterdam), De Regenbooggroep, Cordaan en Stichting Prisma. In dit onderzoek zullen drie verschillende buurtgerichte interventies worden getoetst aan de hand van de ‘what works’ principes (wwp). De interventies gericht op het bevorderen van de sociale inclusie van mensen met beperkingen in de buurt worden geëvalueerd door cliënten/ ervaringsdeskundigen, zorg- en welzijnsprofessionals en buurtbewoners. Voor dit onderzoek is gekozen voor ‘realis evaluation’, waarin niet het effect op zich wordt onderzocht, maar de werkzame elementen van een interventie. Belangrijke opbrengsten van het project zijn: 1) het determineren en beschrijven van werkzame elementen die leidend kunnen zijn voor het bedenken en/of beoordelen van initiatieven om de netwerken van mensen met een beperking in de buurt te versterken; 2) op basis daarvan een handreiking bieden voor professionals.
Aanleiding Sinds kort nemen zorgprofessionals en onderzoekers in Nederland initiatieven om mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) zo lang mogelijk te laten functioneren in de eigen thuissituatie. Een manier om dit te doen is de inzet van zogenoemde Functional Assertive Community Treatment (FACT) teams. Deze teams gebruiken voornamelijk verbale interventies. Maar mensen met een LVB hebben moeite met het verwerken van verbale informatie. Vaktherapie kan juist met non-verbale en ervaringsgerichte methodieken goed aansluiten bij deze groep. Dit innovatieprogramma richt zich op de vraag van vaktherapeuten hoe en in welke vorm zij, in of rondom FACT LVB-teams, mensen met een LVB kunnen helpen. Doelstelling Het doel van de deelnemers aan het project is de zorg en ondersteuning van mensen met een LVB in de eigen thuissituatie (buurt/wijk) te verbeteren. Liefst zodanig dat deze mensen minder vaak hoeven te worden (her)opgenomen in een behandelcentrum. Het doel van het project is om de meerwaarde vast te stellen van de inzet van vaktherapie in of rondom FACT LVB teams bij het realiseren van deze ambitie. Het project is gefaseerd opgebouwd. In de eerste fase worden de vaktherapeutische behandelvormen bepaald. Vervolgens worden efficiënte interprofessionele werkwijzen en een vaktherapeutische behandel- & ondersteuningsroute vastgesteld, en ten slotte wordt het project geëvalueerd. Beoogde resultaten Het project biedt resulteert in een handreiking voor professionals om interprofessioneel samen te werken in de wijk voor mensen met LVB. Binnen het onderwijs levert het project een bijdrage aan een minor 'Wijkgerichte zorg & ondersteuning'. Het biedt een leerwerkplaats LVB voor studenten vaktherapie en aanpalende gebieden. De handreiking wordt geïmplementeerd in de opleidingen die opleiden tot vaktherapeut. Zogenaamde 'battles', waarin interprofessioneel samenwerken aan problemen vanuit de praktijk en het beste idee bekroond wordt met een stimuleringsprijs, zorgen voor verdere ontwikkeling. Publicaties in vakliteratuur zorgen voor verspreiding van de projectresultaten. De deelnemers aan het project zullen aansluiting zoeken bij symposia - regionaal, nationaal en internationaal - en bijeenkomsten buiten en binnen het netwerk om de resultaten aan een breed publiek te presenteren.
ADAS Kennisbank Advanced Driver Assistent Systems (ADAS) bepalen als een van de vier disruptieve automotive trends1 de komende jaren de automotive-branche. In de breedte van de branche –mkb-autobedrijven en -werkplaatsen, rijschoolhouders, verzekeraars, overheden, belangenorganisaties - bestaat het bewustzijn van de potentie en de impact van deze trend. Door de snelheid, waarmee deze ontwikkeling gepaard gaat, groeit de behoefte aan state of the art ADAS-kennis bij MKB-bedrijven in de automotive sector. Tevens vraagt de aard van deze disruptieve trend om interdisciplinaire samenwerkingen om de state of the art kennis te blijven ontwikkelen en om deze toegankelijk te presenteren. Met een consortium- bestaande uit MKB-ers en branche- belangenorganisaties- dat de breedte van de automotive-branche vertegenwoordigt, wil HAN-AR de behoefte aan ADAS kennis concretiseren en een kennisbank creëren waar onafhankelijke state of the Art ADAS kennis voor een breed netwerk toegankelijk wordt gepresenteerd. Doormiddel van dit onderzoek worden de ADAS kennishiaten in kaart gebracht en worden op basis daarvan nieuwe netwerken gevormd waarmee relevante en ontbrekende state of the art kennis wordt onderzocht. Het onderzoek moet leiden tot het uitbreiden van het ADAS netwerk dat zowel voor onderzoek als ook voor het automotive onderwijs komende jaren een prominente rol zal gaan spelen.