Service of SURF
© 2025 SURF
Sportvoorzieningen, zoals sporthallen of gymzalen, hebben een publieke functie en behoren veelal tot het gemeentelijk vastgoed. De betekenis van sportvoorzieningen voor bewoners wordt uitvergroot op het moment dat het overeind houden ervan onder druk staat. In landelijke gebieden, aan de rand van Nederland bijvoorbeeld, daalt het aantal inwoners en daarmee het aantal potentiële gebruikers van sportvoorzieningen. Tegelijkertijd neemt verhoudingsgewijs het aandeel 55-plussers toe. Studies laten zien dat sportdeelname voor alle leeftijdsgroepen bevorderlijk is. Mensen die regelmatig sporten voelen zich gezonder.
Begin 2014 is vanuit het lectoraat Gezonde Leefstijl in een Stimulerende Omgeving gestart met het project ‘Gymzaal van de Toekomst’, tevens een van de grootste projecten binnen het Onderzoeksplatform Kwaliteit van Leven van De Haagse Hogeschool. De Gymzaal van de Toekomst betreft niet alleen de realisatie van een gymzaal met ‘state of the art’ onderzoeksfaciliteiten op de Sportcampus Zuiderpark, maar het is ook een innovatieve leeromgeving die de verbinding vormt tussen kennis, onderwijs en de praktijk (KOP). Binnen deze omgeving werken studenten samen met docent-onderzoekers, lectoren, eindgebruikers en professionals aan innovaties op het gebied van sport, bewegen en lichamelijke opvoeding. Inmiddels zijn er 8 docent-onderzoekers en meer dan 250 studenten van De Haagse Hogeschool verbonden aan de Gymzaal van de Toekomst. Ook wordt intensief samengewerkt met basisscholen uit de regio Den Haag, de gemeente Den Haag, andere kennispartners als de Vrije Universiteit Amsterdam, TU Delft, TNO en diverse bedrijven.
Aanleiding: Zoetermeer heeft een uitgebreid beleid op het gebied van sport, gericht op vergroting van de sportparticipatie. Verschillende vormen van subsidie en verenigingsondersteuning maken deel uit van het beleidsinstrumentarium. De Rekenkamercommissie wil graag weten of sprake is van een transparant ondersteuningsbeleid en hoe de ontvangen subsidie de contributie en toegankelijkheid van de verschillende verenigingen beïnvloedt. Vraagstelling: Voorliggende rapportage beoogt op basis van ambtelijke stukken, gemeentelijke jaarrekeningen, interviews en verenigingsonderzoek de raad inzicht te verschaffen in de mate van effectiviteit en doelmatigheid van het gevoerde beleid. Om dit te bewerkstelligen is de volgende hoofdvraag geformuleerd. 'Hoe worden de sportverenigingen in Zoetermeer gefaciliteerd door de gemeente, welke overwegingen liggen hieraan ten grondslag en hoe effectief en doelmatig is het verenigingsondersteuningsbeleid?'
In Nederland staat gehoorschade als gevolg van lawaai in de top 3 van meest voorkomende beroepsziekte. In de sector onderwijs, worden met name gymdocenten en zwemonderwijzers herkend als risicogroep voor het optreden van gehoorschade. Gehoorschade behoort tot de categorie moeilijkwaarneembare arbeidsrisico’s. Dit zijn risico’s waarvan de risicoperceptie beperkt is. Wanneer schade aan het gehoor ontstaat is dit onomkeerbaar, de schade is niet meer te herstellen. Gezondheidseffecten kunnen onder meer bestaan uit vermoeidheid, tinnitus, klachten over stemgebruik en hoofdpijn. Met ingang van 2023 moeten alle kinderen in het primair onderwijs minimaal twee uur per week bewegingsonderwijs krijgen door een vakleerkracht. De urgentie om gehoorschade aan te pakken wordt daardoor nog groter. De Koninklijke Vereniging voor Lichamelijke Opvoeding (KVLO) heeft in 2020 onderzocht hoe de vakleerkrachten bewegingsonderwijs de akoestiek van de sportzalen ervaren. Maar liefst 56% van de ondervraagde vakleerkrachten uit het primair bewegingsonderwijs ondervond hinder van de akoestiek en onwenselijke geluidbelasting. Hoewel er in 2005 een norm voor de akoestiek is opgesteld, voldoen veel gymzalen hier niet aan. Het is daardoor onduidelijk of de (Arbo-)omstandigheden van de vakleerkracht en leerlingen voldoende geborgd zijn. De bestaande norm betreft alleen de zaaleigenschappen én wordt gemeten in een lege zaal. Deze is daarom niet representatief voor de geluidbelasting van de vakleerkracht in de praktijk. Met het werkveld en de klankbordgroep is uitgebreid verkend waar de vakleerkrachten in de praktijk behoefte aan hebben. De resultaten van het onderzoek van de KVLO en de gesprekken met het werkveld geven aanleiding om te onderzoeken wat de werkelijke geluidbelasting in de praktijk is. Doel van de KIEM-aanvraag is om vakleraren bewegingsonderwijs inzicht en betekenis te geven in de geluidbelasting in de praktijk. Dit doen we door zaaleigenschappen en geluidbelasting te visualiseren. Resultaten van dit onderzoek worden in een vervolgonderzoek uitgediept.