Service of SURF
© 2025 SURF
Centraal in het werk van het lectoraat ‘Leerkracht in Samenwerken’ staat de leerkracht, die samen met ouders, professionals en de leerling werkt aan de ontwikkelingskansen van leerlingen. Taal is bij dat samenwerken tussen leerkrachten, ouders, professionals en leerlingen een cruciaal instrument en is een kernwaarde voor identiteit. Taal is de sleutel voor een succesvolle school- of levensloopbaan. Aandacht voor taal in het samenwerken is dus cruciaal. In de praktijk krijgen de meer technische aspecten van taal, zoals taal en spellingproblemen, voldoende tijd en ruimte. De taalaspecten die binnen samenwerken van belang zijn, komen minder aan bod. In dit artikel presenteren wij een voorzichtige analyse van helpende en belemmerende factoren in een klein maar belangrijk onderdeel van samenwerken, namelijk de talige interactie. Daarbij tonen we aan dat die talige interactie op zich al een complexe activiteit is. Wij gebruiken daarbij met name het bekende communicatiemodel (zender-boodschap-ontvanger) als uitgangspunt om te onderbouwen hoe leerkrachten in het samenwerken gebruik maken van taal. Na een theoretische inleiding analyseren we binnen het lectoraat verzamelde data en beargumenteren we ons pleidooi.
LINK
I wanted to know why this development of communication in English with Germans was taking place and if this was only a development particular to the Netherlands, or Limburg, or were other cultures also experiencing the same. However, yearning to know the answer is one thing, but having the opportunity to study this phenomenon is another.
Het sectoraal adviescollege Hogere Sociale Studies (SAC-HSS) van de Vereniging Hogescholen (VH) heeft in het voorjaar van 2015 een project geïnitieerd met als doel de gemeenschappelijke kennisbasis van de bachelor opleidingen voor het sociaal werk vast te stellen. De kennisbasis zal voor een substantieel deel de inhoud van deze opleidingen gaan bepalen, waarbij opleidingen en studenten ruimte houden voor profilerende invullingen en aanvullingen. Het SAC-HSS beoogt met het project een bijdrage te leveren aan het versterken van de kwaliteit van de opleidingen. Aanleiding voor het project zijn de rapporten ‘Meer van Waarde’ van de Commissie Boutellier en ‘Sociaal werk op solide basis’ van de Gezondheidsraad waarin geconstateerd is dat de kwaliteit van de beroepsuitoefening van sociaal werkers in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning achterblijft bij de verwachtingen. Voor een duurzame kwaliteitsverbetering is een goed functionerend kennissysteem nodig. Kennis afkomstig uit wetenschappelijk onderzoek en uit de beroepspraktijk, van professionals en van ervaringsdeskundige burgers. Kennis die samen met beroepsvaardigheden en houdingen het curriculum van sociaal werk opleidingen uitmaken en studenten helpen zich te ontwikkelen tot start bekwame sociale professionals. Het onderhavige rapport heeft als doel een overzicht te bieden van het wetenschappelijk deel van de kennisbasis.
(297) In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar hoe werk verandert en wat dat betekent voor mens, organisatie en maatschappij. In periode één van het Breed Platform Arbeid (BPA-I, 1/9/2017-31/8/2019) is bij stakeholders opgehaald wat zij denken dat er op het terrein van werk veranderd zal zijn in 2030. Vervolgens zijn met lectoren en praktijkpartners drie werkateliers en twee conferenties gehouden rondom de opgehaalde thema’s namelijk: 1 (Her)waardering van werk 2) Leven lang ontwikkelen 3) Inclusiviteit. Aan de hand van de geformuleerde onderzoeksagenda zijn gemeenschappelijke onderzoeksprojecten aangevraagd, gehonoreerd en soms al uitgevoerd. Er zijn in de loop van deze periode 33 lectoren van 12 hogescholen en 14 praktijkpartners aangesloten bij het BPA. Aan het eind van BPA-I is helder geworden dat het belangrijk is om in BPA-II (2019 -2021) één thema toe te voegen, namelijk ‘vitaal werk(en)’. Bij de inventarisatie van projecten en uit signalen uit het werkveld bleek dit een doorkruisend thema te zijn. Om tot meer kennisuitwisseling en -deling, sociale innovaties en gezamenlijk praktijkgericht onderzoek te stimuleren, wordt tijdens BPA-II de ‘ontmoeting’ gefaciliteerd tussen lector(at)en en praktijkpartners. We streven naar (minimaal) acht (open) themabijeenkomsten (twee per thema). Ook wordt in BPA-II gewerkt aan een betere aansluiting van het onderwijs. Doelen zijn: 1. Verduurzamen van het BPA (netwerkontwikkeling) via het organiseren van ‘de ontmoeting’ 2. Creëren van themabijeenkomsten rondom de vier thema’s, met werkveld, onderwijs en onderzoek samen, waarbij (praktijk)vragen worden geformuleerd, kennis wordt gedeeld en nieuwe kennis wordt ontwikkeld. 3. Vanuit deze themabijeenkomsten genereren van (nieuwe) initiatieven en onderzoeksprojecten, waarin minimaal drie verschillende lectoraten, diverse praktijkpartners en onderwijspartners participeren 4. Vastleggen, beschikbaar stellen én doorontwikkelen van de opgedane kennis en inzichten, waarbij met praktijkpartners en onderwijs wordt bekeken of dit leidt tot nieuwe inzichten en instrumenten voor de praktijk en tot onderwijsvernieuwing leiden (kennisbasis vastleggen)
Onder de naam DGTL District heeft een groep Flevolandse mkb-ondernemers in de IT de handen ineen geslagen om een innovatieve leer- en experimenteeromgeving te creëren met als doel voldoende geschoold personeel dat een leven lang kan ontwikkelen en werken binnen de regio. De ontwikkelingen op het gebied van informatietechnologie gaan razendsnel en doen een groot beroep op de vaardigheden van werknemers. De IT sector is het ultieme voorbeeld voor het belang van het ontwikkelen en onderhouden van 21ste-eeuwse vaardigheden voor werknemer én bedrijf. In dit consortium zullen de bedrijven samen optrekken bij het aanbieden van ontwikkelmogelijkheden voor hun werknemers en zullen bedrijfsleven en onderwijs samenwerken in een hybride leeromgeving, waarin 21ste-eeuwse vaardigheden een centrale plaats innemen. Eén van de uitdagingen hierbij is het ontwikkelen van een scholings- en ontwikkelagenda. De bedrijven willen hiervoor meer grip krijgen op hoe zij de 21ste-eeuwse vaardigheden bij (potentiele) talenten kunnen identificeren en ontwikkelen. Door beter de vinger te leggen op de benodigde 21ste-eeuwse vaardigheden voor specifieke functies zijn de bedrijven beter in staat om onderling effectief te communiceren, kunnen ze hun instroom- en doorstroomprofielen beter op elkaar afstemmen, kan potentieel talent beter worden gespot en ontwikkeld en kunnen de bedrijven de vraag naar het onderwijs beter formuleren. Daartoe willen de ze een gemeenschappelijke taal ontwikkelen. Dit KIEM-project draagt hieraan bij met de volgende projectresultaten: - De basis voor een gemeenschappelijke taal op het terrein van de 21ste-eeuwse vaardigheden, te gebruiken bij instroom van talent in de IT en bij een leven lang ontwikkelen in de regio. - Een gedragen roadmap voor de scholings- en ontwikkelagenda voor DGTL District, met duidelijke stappen en prioriteiten. - Een onderzoeksvoorstel voor het ontwikkelen van innovatieve instrumenten en experimenten ter ondersteuning van de ambities van DGTL District.
De Amsterdamse agenda voor de City Deal Kennis Maken kent vijf hoofdactiviteiten. Een daarvan is ‘publiceren’, waarbij het ontwikkelen en beheren van en het communiceren via een overkoepelende infrastructuur centraal staan. Openresearch.amsterdam is een digitaal platform dat hierin een cruciale rol wil spelen. Het platform beoogt een bloeiende gemeenschappelijke onderzoeks- en innovatiecultuur te stimuleren. Op Openresearch.amsterdam wordt onderzoek en innovatie gepubliceerd dat in/over/met/door Amsterdam en de Metropoolregio gaat. Het redacteurennetwerk bestaat uit meer dan 100 redacteuren van verschillende faculteiten en onderzoeksinstituten van hogescholen en universiteiten in Amsterdam, van directies en stadsdelen van de gemeente Amsterdam, de Amsterdam Economic Board, het bureau Metropoolregio Amsterdam en de provincie Noord-Holland. De partners van de City Deal Kennis Maken (de gemeente Amsterdam, de Amsterdam Economic Board en de kennisinstellingen VU, UvA, HvA, Inholland, AHK en Gerrit Rietveld Academie) willen met het platform voor het voetlicht brengen welke inspirerende en goede voorbeelden van onderzoek er in de Metropoolregio Amsterdam te vinden zijn. De centrale vraag van dit projectvoorstel is hoe de betrokkenheid van medewerkers (onderzoekers) van de kennisinstellingen bij Openresearch.amsterdam versterkt kan worden en daarmee de onderlinge samenwerking en het eigenaarschap van het platform verduurzaamd kan worden. Het vergroten van de betrokkenheid zou zichtbaar moeten worden in een (1) breder en actueler overzicht van lopende en recent afgesloten onderzoeksactiviteiten en (2) een breed gedragen selectie van actuele grootstedelijke thema’s die op Openresearch.amsterdam centraal staan.