Service of SURF
© 2025 SURF
Introduction: Previous longitudinal studies indicate that physical activity (PA) significantly declines from primary-to secondary school, and report both changes in individual and environmental determinants of PA. In order to understand this transition and to prevent this negative trend, it is important to gather contextually rich data on possible mechanisms that drive this decline. Therefore, the aim of this study was to investigate changes of PA patterns in transition between primary and secondary school, and to add domain-specific insights of how, where, and when these changes occur. Methods: In total, 175 children participated in a 7-day accelerometer- and Global Positioning System (GPS) protocol at their last year of primary and their first year of secondary school. GPS data-points were overlaid with Geographical Information Systems (GIS) data using ArcGIS 10.1 software. Based on the GPS locations of individual data-points, we identified child’s PA at home, school, local sports grounds, shopping centers, and other locations. Also, trips in active and passive transport were identified according to previously validated GPS speed-algorithms. Longitudinal multi-level linear mixed models were fitted adjusting for age, gender, meteorological circumstances, and the nested structure of days within children and children within schools. Outcome measures were minutes spent in light PA and moderate-to-vigorous PA, specified for the time-segments before school, during school, after school and weekend days. Results: Total PA significantly declined from primary to secondary school. Although transport-related PA increased before- and during school, decreases were found for especially afterschool time spent at sports grounds and transport-related PA during weekends.
MULTIFILE
Mexican oregano is a non-timber forest product harvested in natural vegetation and represents an important source of income for rural families. Recent reports have highlighted decreases in natural populations caused by increased harvest intensity. Oregano leaf harvesting is a complex problem, involving different components and views, and has a clear spatial dimension. We proposed an analytical framework based on multi-criteria-multi-objective analyses. GIS tools were used as the platform for managing, displaying and analyzing ecological and socioeconomic information from different sources in order to evaluate land suitability of three different management strategies for two competing land objectives: oregano Harvest and oregano Regeneration. The incorporation of environmental evaluation criteria in the analysis allowed the identification of new potential oregano harvesting areas which were neither reported by harvesters, nor registered during harvesting trips. Socio-economic criteria, such as land tenure, highlighted the fact that a substantial proportion of current oregano harvesting areas are located outside ejido limits resulting in potential conflicts for resource access. The proposed Balanced oregano management strategy, in which the same proportion of suitable area (50%) was assigned to both objectives, represents the most favorable management strategy. This option allows harvesters to continue earning an income from oregano leaf harvest; and at the same time helps in the selection of the best areas for oregano regeneration. It also represents a management strategy with a smaller impact on oregano populations and on the harvesters ́ income, as well as lower monitoring costs. The proposed analytical frame-work may contribute to advance the application of systematic approaches for solving decision-making problems in areas where oregano leaves and other NTFP are harvested.
MULTIFILE
Patiëntdata uit vragenlijsten, fysieke testen en ‘wearables’ hebben veel potentie om fysiotherapie-behandelingen te personaliseren (zogeheten ‘datagedragen’ zorg) en gedeelde besluitvorming tussen fysiotherapeut en patiënt te faciliteren. Hiermee kan fysiotherapie mogelijk doelmatiger en effectiever worden. Veel fysiotherapeuten en hun patiënten zien echter nauwelijks meerwaarde in het verzamelen van patiëntdata, maar vooral toegenomen administratieve last. In de bestaande landelijke databases krijgen fysiotherapeuten en hun patiënten de door hen zelf verzamelde patiëntdata via een online dashboard weliswaar teruggekoppeld, maar op een weinig betekenisvolle manier doordat het dashboard primair gericht is op wensen van externe partijen (zoals zorgverzekeraars). Door gebruik te maken van technologische innovaties zoals gepersonaliseerde datavisualisaties op basis van geavanceerde data science analyses kunnen patiëntdata betekenisvoller teruggekoppeld en ingezet worden. Wij zetten technologie dus in om ‘datagedragen’, gepersonaliseerde zorg, in dit geval binnen de fysiotherapie, een stap dichterbij te brengen. De kennis opgedaan in de project is tevens relevant voor andere zorgberoepen. In dit KIEM-project worden eerst wensen van eindgebruikers, bestaande succesvolle datavisualisaties en de hiervoor vereiste data science analyses geïnventariseerd (werkpakket 1: inventarisatie). Op basis hiervan worden meerdere prototypes van inzichtelijke datavisualisaties ontwikkeld (bijvoorbeeld visualisatie van patiëntscores in vergelijking met (beoogde) normscores, of van voorspelling van verwacht herstel op basis van data van vergelijkbare eerdere patiënten). Middels focusgroepinterviews met fysiotherapeuten en patiënten worden hieruit de meest kansrijke (maximaal 5) prototypes geselecteerd. Voor deze geselecteerde prototypes worden vervolgens de vereiste data-analyses ontwikkeld die de datavisualisaties op de dashboards van de landelijke databases mogelijk maken (werkpakket 2: prototypes en data-analyses). In kleine pilots worden deze datavisualisaties door eindgebruikers toegepast in de praktijk om te bepalen of ze daadwerkelijk aan hun wensen voldoen (werkpakket 3: pilots). Uit dit 1-jarige project kan een groot vervolgonderzoek ‘ontkiemen’ naar het effect van betekenisvolle datavisualisaties op de uitkomsten van zorg.
Uit cijfers van het CBS zien we dat de vraag naar biologische producten achterblijft. De meerprijs die consumenten moeten neerleggen voor biologische productalternatieven blijkt een belangrijke belemmering te zijn voor de overstap naar biologisch. Hoe kunnen we deze gepercipieerde prijsbarrière bij de consument overkomen?
Veel ouderen ervaren tijdens en na ziekenhuisopname functieverlies. ‘Function Focused Care in Hospital’, ook wel bekend als bewegingsgerichte zorg, is een interventie gericht op het voorkomen en verminderen van functieverlies bij ouderen tijdens een ziekenhuisopname. Verpleegkundigen moedigen patiënten aan tot actieve betrokkenheid in de dagelijkse zorgmomenten.Doel Doel van dit project is de effectiviteit bepalen van Function Focused Care in Hospital op het fysiek functioneren van patiënten die opgenomen zijn in de Nederlandse ziekenhuizen. Resultaten Nederlandstalig scholingsprogramma en handboek van de Function Focused Care in Hospital-benadering voor de ziekenhuissetting; Een evaluatie van het proces en de uitkomsten van de Function Focused Care-benadering. Looptijd 01 november 2020 - 31 oktober 2025 Aanpak Er is een haalbaarheidsstudie uitgevoerd, die uitwees dat de interventie geschikt is voor de Nederlandse praktijk. Op de neurologische en geriatrische afdelingen van drie ziekenhuizen is Function Focused Care in Hospital in de dagelijkse zorg geïmplementeerd en geëvalueerd op effectiviteit. Over de interventie Function Focused Care (FFC) is een zorgbenadering waarin verpleegkundigen patiënten actief betrekken bij alle zorgmomenten om hun fysiek functioneren te optimaliseren. Eerder onderzoek heeft laten zien dat FFC een positief effect heeft op fysieke activiteit, mobiliteit en ADL bij ouderen in de wijk en de langdurige zorg. Ook laten studies in de acute zorg belovende resultaten zien van FFC op fysieke activiteit en mobiliteit bij ouderen opgenomen in het ziekenhuis. Voorbeelden van zorg volgens de FFC-benadering zijn met de patiënt naar de badkamer lopen in plaats van wassen op bed, of de maaltijd aan tafel nuttigen in plaats van zittend in bed eten. De essentie van FFC is het behouden of, indien mogelijk, verbeteren van het fysieke functioneren. Tijdens de hele ziekenhuisopname wordt de patiënt aangemoedigd meer tijd te laten besteden aan fysieke activiteit op een op de patiënt aangepast niveau. Co-financiering Het project wordt mede gefinancierd door ZonMW, projectnummer 520002003.