Service of SURF
© 2025 SURF
Ambient activity monitoring systems produce large amounts of data, which can be used for health monitoring. The problem is that patterns in this data reflecting health status are not identified yet. In this paper the possibility is explored of predicting the functional health status (the motor score of AMPS = Assessment of Motor and Process Skills) of a person from data of binary ambient sensors. Data is collected of five independently living elderly people. Based on expert knowledge, features are extracted from the sensor data and several subsets are selected. We use standard linear regression and Gaussian processes for mapping the features to the functional status and predict the status of a test person using a leave-oneperson-out cross validation. The results show that Gaussian processes perform better than the linear regression model, and that both models perform better with the basic feature set than with location or transition based features. Some suggestions are provided for better feature extraction and selection for the purpose of health monitoring. These results indicate that automated functional health assessment is possible, but some challenges lie ahead. The most important challenge is eliciting expert knowledge and translating that into quantifiable features.
Background: Over the years, a plethora of frailty assessment tools has been developed. These instruments can be basically grouped into two types of conceptualizations – unidimensional, based on the physical–biological dimension – and multidimensional, based on the connections among the physical, psychological, and social domains. At present, studies on the comparison between uni- and multidimensional frailty measures are limited. Objective: The aims of this paper were: 1) to compare the prevalence of frailty obtained using a uni- and a multidimensional measure; 2) to analyze differences in the functional status among individuals captured as frail or robust by the two measures; and 3) to investigate relations between the two frailty measures and disability.
Introduction: To optimally target physiotherapy treatment, knowledge of the pre- and postoperative course of functional status in patients undergoing esophagectomy is required. The aim of this prospective longitudinal study was to investigate the course of functional status in patients with esophageal cancer before and after esophagectomy. Materials and methods: Functional status outcome measures of patients with esophageal cancer who underwent surgery between March 2012 and June 2016 were prospectively measured at 3 months and at 1 day before surgery and at 1 week and at 3 months after surgery. Analysis of repeated measurements with the mixed model approach was used to study changes over time. Results: Hundred fifty-five patients were measured at 3 months and at 1 day before surgery, of which 109 (70.3%) at 1 week and 60 (38.7%) at 3 months after surgery. Mean (SD) age at surgery was 63.5 years (9.3), and 122 patients (78.7%) were male. The incidence of postoperative complications was 83 (53.5%). Three months postoperatively, functional status measures returned to baseline levels, except from handgrip strength (beta [95% CI] −6.2 [-11.3 to −1.1]; P = 0.02) and fatigue (4.7 [0.7to 8.7]; P = 0.02). No differences were observed in the course of functional status between patients with and without postoperative complications. Conclusion: Functional status of patients undergoing esophagectomy returned to baseline values three months after surgery, despite the high incidence of postoperative complications. This requires rethinking the concept of prehabilitation, where clearly not all patients benefit from high functional status to prevent postoperative complications.
Restoring rivers with an integrated approach that combines water safety, nature development and gravel mining remains a challenge. Also for the Grensmaas, the most southern trajectory of the Dutch main river Maas, that crosses the border with Belgium in the south of Limburg. The first plans (“Plan Ooievaar”) were already developed in the 1980s and were highly innovative and controversial, as they were based on the idea of using nature-based solutions combined with social-economic development. Severe floodings in 1993 and 1995 came as a shock and accelerated the process to implement the associated measures. To address the multifunctionality of the river, the Grensmaas consortium was set up by public and private parties (the largest public-private partnership ever formed in the Netherlands) to have an effective, scalable and socially accepted project. However, despite the shared long term vision and the further development of plans during the process it was hard to satisfy all the goals in the long run. While stakeholders agreed on the long-term goal, the path towards that goal remains disputed and depends on the perceived status quo and urgency of the problem. Moreover, internal and external pressures and disturbances like climate change or the economic crisis influenced perception and economic conditions of stakeholders differently. In this research we will identify relevant system-processes connected to the implementation of nature-based solutions through the lens of social-ecological resilience. This knowledge will be used to co-create management plans that effectively improve the long-term resilience of the Dutch main water systems.
In het postdoc-onderzoek gaat Dr. Machteld van Lieshout, hogeschooldocent bij de opleiding Voeding en Diëtetiek en onderzoeker in het lectoraat Gezonde Leefstijl in een Stimulerende Omgeving (GLSO) en het onderzoekscentrum van Voeding en Diëtetiek van De Haagse Hogeschool (HHs), kennis ontwikkelen over de wijze waarop persoonsgerichte mHealth ingezet kan worden ter bevordering van een gezonde(re) leefstijl van kwetsbare groepen. Dit is zeer belangrijk omdat mensen met een lage sociaaleconomische status en/of een niet-Nederlandse achtergrond een veel groter risico hebben op leefstijl-gerelateerde aandoeningen als hart- en vaatziekten, diabetes en kanker. De huidige mHealth leefstijl-activatie-tools sluiten onvoldoende aan op de wensen, behoeften en mogelijkheden van kwetsbare groepen (hier: jonge moeders en Hindoestanen) om het risico te verlagen. Het project bestaat uit vier, deels in de tijd overlappende, fasen gericht op de volgende onderzoeksvraag: Hoe kunnen kwetsbare doelgroepen gemotiveerd worden tot een gezonde(re) leefstijl middels een in co-creatie ontwikkelde mHealth leefstijl-activatie-tool? Binnen het project is een grote verwevenheid tussen onderzoek en onderwijs. Het project draagt bij aan de kennisagenda’s van het platform Kwaliteit van Leven: Mens en Technologie van de HHs, SPRONG Vitale Delta, alsmede aan de NWA-route Gezondheidszorgonderzoek, preventie en behandeling. De opgedane kennis vloeit rechtstreeks terug naar het onderwijs en werkveld. Deelonderzoeken zullen aangeboden worden als praktijkopdrachten in het reguliere curriculum. De ontwikkelde mHealth tool zal tevens ter beschikking worden gesteld aan de kwetsbare doelgroepen en het werkveld. Met haar achtergrond als voedingswetenschapper, haar ruime multidisciplinaire project- en onderzoekservaring en netwerk in binnen- en buitenland is Machteld de juiste kandidaat voor dit postdoc-onderzoek. Machteld wordt in dit onderzoek bijgestaan door de lector GLSO en het hoofd van het onderzoekscentrum van Voeding & Diëtetiek en de hierbij aangesloten onderzoeksgroepen. Daarnaast is een groot netwerk beschikbaar van samenwerkingspartners betrokken bij de thematiek van deze aanvraag.
Textielbedrijven moeten innoveren, instappen in een wereld die in toenemende mate beheerst wordt door Internet Of Things, Domotica en andere Smart producten. Textiel is een perfect platform voor deze connected omgeving: het is als interieur- en vloerbedekking een geaccepteerd onderdeel van onze leefomgeving en is qua structuur zeer geschikt voor integratie met elektrische componenten. Internationale bedrijven als Nike en Adidas pikken dit op, maar ook Google en Apple hebben recente patenten over in textiel geïntegreerde ICT. Nederlandse bedrijven willen hierop inspelen, maar hebben individueel niet de expertise om dit soort innovatieve producten te ontwikkelen. Tien textiel- en elektronicabedrijven, die de hele waardeketen omspannen, ontwikkelen met lectoren, docenten en studenten van Saxion en Fontys de route naar ‘embedded textile’. Doel is dat elektronische componenten direct en precies met deze textiele drager kunnen worden geïntegreerd, waardoor ze kunnen communiceren in en met de omgeving. Productiemethodes die ingezet gaan worden zijn Inkjet printen, 3D weven, technisch borduren, lamineren en Nano-coaten. Het resultaat: een innovatief meerlaags robuust textiel dat functionaliteiten mogelijk maakt als licht, warmte (energie-transitie) en sensing (gezondheid & veiligheid) in producten zoals fotovoltaïsche overkappingen, adaptieve zonwering, slimme vloerbedekking en beschermende kleding. Deze producten stellen bedrijven in staat om in te spelen op dit soort megatrends. Ons doel is minimaal drie demonstrators te ontwikkelen die de praktijktoepassing van embedded textile voor bedrijven inzichtelijk maken. Door de deelname van productiebedrijven uit de gehele voortbrengingsketen is voorzien in evenzoveel relevante business cases. Daarmee staat de nieuwe embedded textieltechnologie midden in de markt van the Internet of Things.