Service of SURF
© 2025 SURF
Copyright enforcement by private third parties – does it work uniformly across the EU? Since the inception of Napster, home copying of digital files has taken a flight. The first providers of software or infrastructure for the illegal exchange of files were held contributory or vicariously liable for copyright infringement. In response, they quickly diluted the chain of liability to such an extent that neither the software producers, nor the service providers could be held liable. Moving further down the communication chain, the rights holders are now requiring Internet Service Providers (ISPs) that provide access to end customers to help them with the enforcement of their rights. This article discusses case-law regarding the enforcement of copyright by Internet Access Providers throughout Europe. At first glance, copyright enforcement has been harmonised by means of a number of directives, and article 8(3) of the Copyright Directive (2001/29/EC) regulates that EU Member States must ensure the position of rights holders with regard to injunctions against ISPs. Problem solved? Case law from Denmark, Ireland, Belgium, Norway, England, The Netherlands, Austria and the Court of Justice of the EU was studied. In addition, the legal practice in Germany was examined. The period of time covered by case law is from 2003 to 2013, the case law gives insight into the differences that still exist after the implementation of the directive.
This paper aims to quantify the evolution of damage in masonry walls under induced seismicity. A damage index equation, which is a function of the evolution of shear slippage and opening of the mortar joints, as well as of the drift ratio of masonry walls, was proposed herein. Initially, a dataset of experimental tests from in-plane quasi-static and cyclic tests on masonry walls was considered. The experimentally obtained crack patterns were investigated and their correlation with damage propagation was studied. Using a software based on the Distinct Element Method, a numerical model was developed and validated against full-scale experimental tests obtained from the literature. Wall panels representing common typologies of house façades of unreinforced masonry buildings in Northern Europe i.e. near the Groningen gas field in the Netherlands, were numerically investigated. The accumulated damage within the seismic response of the masonry walls was investigated by means of representative harmonic load excitations and an incremental dynamic analysis based on induced seismicity records from Groningen region. The ability of this index to capture different damage situations is demonstrated. The proposed methodology could also be applied to quantify damage and accumulation in masonry during strong earthquakes and aftershocks too.
This chapter will focus on the deep evolutionary history of the cognitive capacities underlying linguistic iconicity. The complex capacity for linguistic iconicity has roots in a more general cross-modal ability present throughout the animal kingdom, cross-modal transfer. Cross-modal transfer is the ability to make basic inferences about sensory properties of an object in multiple modalities based on experience from only one. This situates iconicity as a fundamentally cross-modal phenomenon; part of a broader, uniquely human cross-modal cognitive suite which includes relatively rare phenomena like synesthesia, alongside more ubiquitous phenomena like sensory metaphor and cross-modal correspondences. Evidence suggests the evolutionarily deep capacity for cross-modal transfer was honed into more sophisticated capacities underlying iconicity by an evolutionary ratchet of increased prosociality during human self-domestication. This period provided strong selective pressures for increasingly complex cross-sensory communication, and eventually, the predominantly arbitrary symbolic systems that underpin modern human language. This is a peer-reviewed preprint of the work below.Cuskley, Christine and Kees Sommer (forthcoming). The evolution of linguistic iconicity and the cross-modal cognitive suite. To appear in Olga Fisher, Kimi Akita, and Pamela Perniss (eds.), Oxford Handbook of Iconicity in Language. Oxford University Press: Oxford, UK.
Designing cities that are socially sustainable has been a significant challenge until today. Lately, European Commission’s research agenda of Industy 5.0 has prioritised a sustainable, human-centric and resilient development over merely pursuing efficiency and productivity in societal transitions. The focus has been on searching for sustainable solutions to societal challenges, engaging part of the design industry. In architecture and urban design, whose common goal is to create a condition for human life, much effort was put into elevating the engineering process of physical space, making it more efficient. However, the natural process of social evolution has not been given priority in urban and architectural research on sustainable design. STEPS stems from the common interest of the project partners in accessible, diverse, and progressive public spaces, which is vital to socially sustainable urban development. The primary challenge lies in how to synthesise the standardised sustainable design techniques with unique social values of public space, propelling a transition from technical sustainability to social sustainability. Although a large number of social-oriented studies in urban design have been published in the academic domain, principles and guidelines that can be applied to practice are large missing. How can we generate operative principles guiding public space analysis and design to explore and achieve the social condition of sustainability, developing transferable ways of utilising research knowledge in design? STEPS will develop a design catalogue with operative principles guiding public space analysis and design. This will help designers apply cross-domain knowledge of social sustainability in practice.
INLEIDING: De Hogeschool Utrecht heeft op basis van praktijkgericht onderzoek een innovatief modulair bouwconcept (#SELFIECIENT) ontwikkeld. Met diverse gestandaardiseerde modulaire bouwdelen van #SELFIECIENT kan eenvoudig een bouwgevel worden samengesteld, en daarmee een gehele woning. Met behulp van deze SIA RAAK TAKE OFF subsidie wordt dit concept nu door enkele ondernemende studenten omgezet naar een marktwaardig product. HET PROBLEEM: #SELFIECIENT tackelt drie belangrijke uitdagingen in de huidige bouwsector / gebouwde omgeving op een nieuwe en innovatieve wijze, te weten 1) de ontwikkeling van circulaire en klimaat neutrale woningen, 2) de ontwikkeling van betaalbare woningen en 3) de ontwikkeling van flexibele / adaptieve woningen. DE OPLOSSING: De oplossing voor bovengenoemde uitdagingen ligt in het industrieel vervaardigen van modulaire bouwdelen op basis van circulaire materialen, die de realisatie van een comfortabele, betaalbare, klimaat neutrale en adaptieve woning garanderen = #SELFIECIENT. DE INNOVATIE: De modulaire bouwdelen van #SELFIECIENT hebben de volgende innovatieve eigenschappen. 1) Revolutionair is het ontwikkelen van geïntegreerde multifunctionele bouwdelen die in diverse marktsegmenten toegepast kunnen worden; 2) Schaalbaarheid door middel van (open source) standaardisatie en de mogelijkheid van hergebruik. 3) Industrialisatie van het productieproces van de modulaire bouwgevels waardoor goedkoop en milieuvriendelijke kan worden geproduceerd; 4) Vanuit externe industrieën zoals o.a. de ICT en duurzame energie sector ontstaan nieuwe producten die kunnen worden geïntegreerd in woning en die leiden tot nieuwe businesscases en exploitatie modellen. Voorbeelden zijn gedistribueerde IT-servers en lokale accu opslag systemen. MARKTANALYSE / VERDIENMODEL: De modulaire bouw elementen kennen een brede toepasbaarheid, waardoor er een groot marktpotentieel is. Voorbeelden zijn woningrenovatie, nieuwbouw, de toenemende vraag naar levensloopbestendige woningen, woningen voor vluchtelingen, en renovatie van kantoorpanden. Slechts een miniem marktaandeel in de renovatie of nieuwbouw betekent al een omzet van meer dan miljoenen euro’s. Er zijn zover bekend geen andere aanbieders van gelijksoortige producten op de markt. Het te verwachten verdienmodel is gebaseerd op de verkoop van de modulaire bouwdelen of een leen/lease exploitatie van de modulaire bouwdelen. DOEL VAN HET PROJECT / BUDGET (39900€): Het doel van het project is drieledig: 1) het uitwerken van het ontwerp van de modulaire bouwdelen op basis van eerdere ontwerpen en ideeën uit praktijkgericht onderzoek (14960€); 2) het maken van een proof-of-principle van het modulaire bouwdeel (13320€); 3) het uitvoeren van een haalbaarheidsstudie (8560€); en 4) het versterken van de entrepreneurial skills (3060€.). PROJECT TEAM: Een sterk team is gevormd om dit modulaire bouwconcept door te zetten naar een bijzonder bedrijf. Het team bestaat uit 3 ondernemende studenten, onderzoekers en lectoren verbonden aan het lectoraat Nieuwe Energie in de Stad, docenten van de opleiding werktuigbouwkunde en bouwkunde, en een ervaren entrepreneur. De studenten zijn al vroeg tijden hun opleiding gespot als bijzonder initiatiefrijk, gedreven en ondernemende studenten. Het studententeam bestaat uit een goede mix van werktuigbouwkunde, bouwkunde en technische bedrijfskunde.
Door producten en diensten inclusief te ontwerpen kunnen ontwerpers een belangrijke bijdrage leveren aan een inclusievere samenleving, waarin iedereen op eigen wijze kan participeren. In AID gaan negen mkb-ontwerpbureaus Afdeling Buitengewone Zaken (A/BZ), theRevolution, Design Innovation Group, Greenberry, Ideate, Keen Public, Muzus, Netrex Internet Solutions (Leer Zelf Online) en Vrienden van verandering) die rijke maar uiteenlopende ervaring hebben met inclusief ontwerpen op zoek naar antwoorden op de vraag hoe hun vermogen voor inclusief ontwerpen kan worden versterkt. Ze doen dit middels actie-onderzoek in hun eigen beroepspraktijk en door hun ervaringen te delen met onderzoekers, docenten en co-ontwerpers in een ‘learning community’.