Service of SURF
© 2025 SURF
Economisch burgerschap is een vanzelfsprekend onderdeel van het Nederlandse curriculum in het mbo. Het is echter onkritisch en gericht op volgzaamheid. Subtiel is de omarming van de neoliberale opvattingen en hoe studenten niet worden gevraagd hierover kritisch te denken en te spreken met elkaar. Ze moeten de huidige politieke opvattingen over de economie volgen. Ward van der Meiden deed een grondige analyse van diverse methodemakers en formuleerde onderstaande kritiek. Ward en Daan van Riet schreven een paper en geven daarin ook handvatten voor hoe het anders kan. Het doel: op naar écht economisch burgerschap! Inhoud van het paper: 1. Kritiek op wettelijke inhoud 2. Analyse van veelgebruikte methodes 3. Alternatieven Dit stuk is tevens gepubliceerd in Tijdschrift voor Economisch Onderwijs.
LINK
Economisch burgerschap is een vanzelfsprekend onderdeel van het Nederlandse curriculum in het mbo. Het is echter onkritisch en gericht op volgzaamheid. Subtiel is de omarming van de neoliberale opvattingen en hoe studenten niet worden gevraagd hierover kritisch te denken en te spreken met elkaar. Ze moeten de huidige politieke opvattingen over de economie volgen. Ward van der Meiden deed een grondige analyse van diverse methodemakers en formuleerde onderstaande kritiek. Ward en Daan van Riet schreven een paper en geven daarin ook handvatten voor hoe het anders kan. Het doel: op naar écht economisch burgerschap! Inhoud: 1. Kritiek op wettelijke inhoud 2. Analyse van veelgebruikte methodes 3. Alternatieven Dit stuk is eerder verschenen als paper op https://werkplaatsburgerschap.nl/op-naar-echt-economisch-burgerschap. De bijgevoegde link verwijst naar deze paper. De paper is in twee delen gepubliceerd in het Tijdschrift voor het economisch onderwijs.
LINK
Nederland wil in 2050 circulair zijn. Dat vraagt een ongekende transitie in de wijze waarop onze samenleving onderneemt, samenwerkt, denkt en doet. Stedelijke regio’s zijn de geijkte plek om een transitie naar een circulaire economie in gang te zetten door hun dichte concentratie van kennis, kapitaal, data en resources op een relatief klein oppervlak. De baten die deze transitie oplevert zullen vooral in deze regio’s merkbaar zijn: minder verspilling, luchtvervuiling en CO2-uitstoot, meer economische waarde en sociale impact. CIRCOLLAB richt zich op het versterken van interdisciplinair praktijkgericht onderzoek voor de circulaire transitie in de metropoolregio Amsterdam (MRA). De SPRONG-groep bestaat uit lectoraten van de Centres of Expertise Urban Technology en Urban Governance & Social Innovation en de Faculteit Digitale Media en Creatieve Industrie van de Hogeschool van Amsterdam, Kenniscentrum Maatschappelijke Innovatie Flevoland van Hogeschool Windesheim en de Academie van Bouwkunst van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. De SPRONG-groep combineert expertise vanuit het technologische, creatieve, economische en sociale domein en verricht praktijkgericht onderzoek naar ‘circulair denken en doen’, ‘circulair ondernemen’, ‘circulair menselijk kapitaal’ en ‘circulair samenwerken’ in relatie tot technische innovaties in twee waardeketens: de gebouwde omgeving en consumptiegoederen. De SPRONG-groep ontwikkelt, samen met actoren in de quadruple helix, een regionale infrastructuur voor inventariseren en prioriteren van onderzoeksbehoeften en het programmeren, opbouwen en uitwisselen van kennis. Hierbij worden kennis en ervaringen uit circulaire initiatieven, experimenten, onderzoek en onderwijs aan elkaar en aan fysieke experimenteerruimtes verbonden, om gezamenlijk van te leren, kennis te delen en op te schalen. Zo ontstaat een krachtige interdisciplinaire SPRONGgroep met de ambitie om het consortium uit te laten groeien tot dé regionale spil op het gebied van de circulaire transitie in grootstedelijke regio’s en een erkende (inter)nationale speler voor kennisuitwisseling en -opbouw op dit onderwerp.
"Box-achtige” sandwichproducten komen veelvuldig voor in de mobiliteits- en logistiektoepassingen o.a. vanwege hun lichte gewicht en stijfheid. Denk hierbij aan elektrische “thuisbezorg-autootjes”, lichte bestelwagens en trailers (paardentransport) en transportkisten. Deze producten bestaan in hun huidige vorm uit stijve en lichte wanden (vaak composiet sandwichpanelen) die samengesteld worden met randverstijving en brackets: veelal aluminium inkoopdelen. De verbindingstechnologie bestaat uit verlijming, boutverbindingen of klinknageltechnologie. De product is vaak een Multi-Material Solution en hierdoor moeilijk te recyclen. De toekomstige Europese wetgeving 2030 (Green Deal) dwingt de bedrijven die deze boxen anders te ontwerpen en produceren, en na te denken over “End of Life” consequenties. Hierbij is vooral de inzet van te hergebruiken of recyclen van materialen.. Voor de bedrijven betekent dit onder andere: kan ik de panelen hergebruiken ‘as is’ of moeten deze panelen omgezet worden naar een soort van grondstofvorm (bijvoorbeeld ‘flakes’), welke wederom voor een hoogwaardige toepassing kunnen worden ingezet. En welke technologieën (inclusief procesautomatisering) zijn daarvoor van toepassing. Het huidige project, een samenwerking tussen bedrijven, hogeschool en brancheorganisatie, richt zich op bovenstaande vragen. Het spitst zich vooral toe op de circulariteit van deze ‘box-achtige’ sandwichproducten en doet onderzoek naar het hergebruik of recycling van de gebruikte thermoplastische sandwichpanelen en de demontage/assemblage-technieken daarvoor. Het project start bij de classificering van het recyclaat uit sandwichpanelen en het kwalificeren van de verschillende grondstof vormen. Vervolgens wordt gekeken hoe deze materialen, al in een vroeg stadium in het ontwerpproces kunnen worden meegenomen. De verschillende materiaal verschijningsvormen zullen vervolgens via dit (her-)ontwerp in een demonstrator worden ondergebracht. Dit op basis van diverse productieprocessen, procescondities, andere randvoorwaarden. Tenslotte zal de economische haalbaarheid worden bestudeerd met aandacht voor businessmodellen rondom integratie van recycling in de bestaande productie en/of aangevuld met automatisering. Naar inschatting gaat het in West-Europese om een verbruik van circa 12,5 km2/jaar.
In 2050 wil Nederland volledig circulair zijn, gericht op het optimaal inzetten en hergebruiken van grondstoffen en energie in de verschillende schakels van de productieketen. Er zullen kansen voor circulaire bedrijfsvoering ontstaan en dat gaat niet alleen over innovatieve technologie. Meerwaarde zit ook in samenwerking van de diverse actoren binnen waardenketens in een circulaire maatschappij. Draagvlak bij bedrijven, regionale stakeholders en consumenten voor circulair denken en handelen is van cruciaal belang. Dit resulteert in een uitdaging om multidisciplinair een bijdrage te leveren aan circulaire economie. Niet alleen vanuit technische oplossingen maar ook vanuit een sociaaleconomisch perspectief. De doelstelling van het postdoc onderzoek is het opzetten van een programmalijn meervoudige waardecreatie en employability met focus op twee aspecten: inzicht in businessmodellen en human capital voor een circulaire transitie van een bedrijf. Circulaire economie biedt bedrijven nieuwe kansen maar roept ook vragen op rondom de aansluiting van bestaande businessmodellen. Circulaire economie komt alleen tot stand in een proces van transitie. Niet alleen zullen bedrijven op een andere manier moeten omgaan met materialen en producten, maar ook marktproposities, employabilitybeleid, bewustwording en samenwerkingsvormen moeten veranderen om de transitie naar een circulaire economie te laten slagen. Circulaire economie vraagt om een mindset, businessmodellen, waardeketens en circulaire competenties die de technische innovatie versterken. Om deze transitie te realiseren is een nieuw perspectief op de regionale human capital agenda noodzakelijk. Het betreft onderwijsketens (mbo, hbo en wo) in technologie, economie en business, maar ook ‘leven lang leren’ arrangementen. De programmalijn meervoudige waardecreatie en employability richt zich op de Limburgse regio, in het bijzonder op de ambities rondom de Brightlands Chemelot Campus en zal bijdragen aan een ontbrekend onderdeel in een real life lab omgeving, met het ontwikkelen en valideren van een businessmodel en human capital die nodig zijn voor de circulaire transitie van een onderneming.