Service of SURF
© 2025 SURF
Full text beschikbaar met HU-account. Since the 2010s, various companies have begun to manufacture wearable smartwatch devices, but the current sales of these products are not impressive. This study investigates how the limitations of the smartwatch are related to perceptual discomforts. Theoretically, this study evaluates the claim that the discomfort that users appear to have with the smartwatch stem from failed remediation. Users perceive the smartwatch more as a set of functional sensors rather than a watch or smartphone. Specifically, from the remediation perspective, the authors asked how users perceive the functions of the smartwatch. This study used dynamic topic modeling for topics on the smartwatch on Reddit. This study reports that the smartwatch has failed to provide a proper way to use the remediated content that it provides. Suggestions for future studies are addressed.
LINK
In today’s intellectual capital literature, we see a shift from identifying intangibles towards understanding the dynamics of value creation. As it is not clear what “dynamic” stands for, the aim of this explorative and conceptual paper is to contribute to a better understanding of the dynamic dimension of IC. Based on a review of the early IC literature, the dynamic dimension (or dynamics) of intellectual capital seems to refer to the logic that value creation is the product of interaction between different types of (intangible) resources. As the idea of value creation through combination of knowledge resources is closely related to the New Growth Theory (Romer, 1990, 1994), this paper explores the New Growth Theory and its implications for the dynamic dimension of intellectual capital. Based on the exploration of the New Growth Theory, a conceptual model is presented in which the elements that constitute the dynamic dimension of intellectual capital are integrated. These elements are ideas, things, the process of knowledge creation, the process of continuous innovation, and institutions. The main conclusion of this paper is that the concept of knowledge is more closely related to the dynamic dimension of IC, than the concept of intellectual capital. Therefore, further research would probably benefit from approaching this topic from a knowledge management point of view. It is suggested that further research should focus on exploring the metaphors that contribute to a better understanding of the dynamics of IC, on the contribution that ideas can make to increase the effectiveness of knowledge management, and finally on the institutional arrangements that support the process of knowledge creation and innovation.
De zogenoemde “21th century skills” worden, aldus het Ministerie van Onderwijs, steeds belangrijker. Het zijn eigenschappen die we terugvinden in de eindtermen van vrijwel alle hbo-opleidingen en die – in de woorden van Donald Schön – de kern zijn van een “reflective practitioner” : een vakvrouw of –man, die zichzelf in complexe situaties kan sturen en daardoor productief blijft. Eerder onderzoek van het lectoraat Pedagogiek van de Beroepsvorming heeft aangetoond dat een leeromgeving gericht op zelfsturing aan drie condities moet voldoen: er moet sprake zijn van praktijkgestuurd onderwijs, studenten moeten de kans krijgen een dialoog aan te gaan over de zin en betekenis van hun ervaringen in het praktijkgestuurde onderwijs en studenten moeten medezeggenschap hebben over hun eigen leerproces. Met name het realiseren van een dialoog blijkt echter heel moeilijk te zijn. Zowel docenten als studenten (en ook de onderwijsmanagers) zijn gewend aan onderwijs waarin zin en betekenis nauwelijks ter discussie staat. Het gevolg is dat ze vooral gericht zijn op reproductief en niet op betekenis-gericht leren. Zelfsturing vereist evenwel deze laatste vorm van leren. Zelfsturing vereist een dialoog over de zin en betekenis van ervaringen die de student “raken”. Dergelijke ervaringen roepen veelal emoties op die in eerste instantie niet begrepen worden. Zin en betekenis zijn “geen dingen in een doosje”; ze worden gaandeweg duidelijk in een gesprek waarin de docent verklaart noch verheldert, maar samen met de student op zoek gaat naar de juiste woorden. Dat zijn woorden waarvan de student voelt dat ze haar in staat stellen iets uit te drukken dat voorheen nog niet onder woorden gebracht kon worden. In dit boek wordt vanuit verschillende perspectieven en op basis van empirisch onderzoek ingegaan op de vraag in hoeverre het hbo er in slaagt een dergelijke dialoog met haar studenten te realiseren. Tevens wordt stilgestaan bij methoden om zo’n dialoog te realiseren.