Abstract for the European Association for Sport Management conference 2015 in Dublin. The abstract describes a study to the economic value of the equestrian sector in the province of Drenthe (Netherlands) and the possibilities for the equestrian sector to optimize its economic value.
Abstract for the European Association for Sport Management conference 2015 in Dublin. The abstract describes a study to the economic value of the equestrian sector in the province of Drenthe (Netherlands) and the possibilities for the equestrian sector to optimize its economic value.
De doelstelling van de Wmo-Praktijk Midden-Drenthe was om tot een werkzame en breed gedragen organisatie van de toegang voor ‘speciale doelgroepen’ te komen. Dat wil zeggen, die doelgroepen die door de transitie van de AWBZ naar de Wmo onder de verantwoordelijkheid van de gemeente zouden komen en een ‘maatwerkvoorziening’ nodig hebben: ouderen, mensen met een verstandelijke, psychische of psychiatrische beperking. Een wettelijke manier waarop gemeentes tot maatwerkvoorzieningen moeten komen is middels Het Onderzoek, in dit rapport Het Gesprek genoemd. De vragen waarop dit onderzoek antwoord geeft is hoe deze toegang tot de Wmo voor deze doelgroepen georganiseerd kon worden? Wie zouden de Gesprekken gaan doen en wat was er allemaal nodig om de toegang te organiseren? Hoe kon hierbinnen het interdisciplinaire werken vorm krijgen? En welke competenties zijn hiervoor nodig? Om tot beantwoording van deze vragen te komen is er anderhalf jaar lang (2013-2015) kwalitatief onderzoek gedaan door middel van observaties, documentanalyse en interviews. Uit de resultaten blijkt dat er een gedragen toegang is ontstaan waarbij uiteindelijk in elk kerndorp van de gemeente (Beilen, Westerbork en Smilde) een ‘arrangemententeam’ is geïnstalleerd. Elk team bestaat uit Wmo-consulenten, medewerkers van Welzijnswerk Midden-Drenthe en een MEE-Drenthe consulent. De MEE-consulenten en de Welzijnswerkers zijn verantwoordelijk voor het voeren van de Gesprekken met aanvragers van ondersteuning. Zij stellen een Ondersteuningsplan op en brengen advies uit aan het arrangemententeam. Vervolgens geven de Wmo-consulenten een beschikking af op het Ondersteuningsplan. Door deze splitsing in taken is de onafhankelijke cliëntondersteuning gewaarborgd: zo is het voor burgers/cliënten duidelijk dat de cliëntondersteuners ‘naast de burger staan’. De kanttekening die hierbij geplaatst kan worden is of de professionals op deze manier wel ‘gekanteld’ kunnen leren werken en niet te veel zullen terugvallen in hun ‘oude groeven’, zoals een locatiehoofd van Welzijnswerk het noemde.Dat de professionals ‘gekanteld’ willen leren werken (en dit voor een groot deel ook al doen) is in dit onderzoek heel duidelijk geworden. Hoewel iedereen gekanteld werken anders verwoordt, is men het over eens dat het er met name om gaat dat er meer dan voorheen gekeken wordt naar en gedacht wordt vanuit de eigen kracht van mensen en dat deze gestimuleerd wordt. Een tweede opdracht van de kanteling die iedereen benoemde was meer aandacht voor het netwerk van mensen: het in kaart brengen ervan, het in standhouden en versterken ervan. Opvallend was dat juist op deze twee gebieden met name Welzijnswerkers zeiden nog te leren te hebben. Aangezien de Wmo-consulenten niet geïnterviewd zijn, is dit van hen niet bekend.De vier gebieden waarop een Gespreksvoerder competentie zou moeten verwerven zijn: Gespreksvaardigheden; levensbrede vraagverheldering; contextgericht en integraal werken; ontwikkelingsgericht werken. De geïnterviewde Welzijnswerkers geven aan met name op het gebied van integraal (betrekken netwerk) en op het gebied van ontwikkeling (eigen kracht) nog wat verder te willen leren. Dat de MEE-consulenten zichzelf hier anders op scoren komt met name omdat zij getraind zijn in Sociale Netwerkversterking en vanuit hun organisatie al gericht bezig waren met ‘eigen kracht’ van hun cliënten.T-shaped of interdisciplinair werken is een vereiste in Welzijn Nieuwe Stijl. Uiteindelijk komt het de burger ten goede wanneer professionals over de grenzen van hun eigen specialisme heen kijken en de expertise van andere specialismen leren kennen en toepassen. Hoewel binnen Welzijnswerk Midden-Drenthe, mede door de opzet van dorpenteams, hieraan binnen de eigen organisatie belang gehecht wordt en de gemeente interdisciplinaire jeugdteams heeft opgezet, komt het interdisciplinaire werken binnen de arrangemententeams nog moeizaam op gang. Dit interdisciplinaire werken wordt mede door de strakke scheiding in taken (‘adviesgevenden en beschikkers’) bemoeilijkt. Ook heersen er stereotiepe denkbeelden over elkaar tussen enerzijds de Wmo-consulenten en anderzijds de cliëntadviseurs en MEE-consulenten. Hoewel het bewustzijn hierover aanwezig is, waren er tegen het einde van dit onderzoek slechts eerste pogingen om hierover in gesprek te gaan met elkaar. Op basis van alle verzamelde gegevens zijn er op drie gebieden de volgende aanbevelingen gedaan:Aanbevelingen op het gebied van de inrichting van de toegang1. De visie op het transformatieproces dat volgt op de AWBZ-transitie in het vizier houden.2. Bij zelfsturend maken van arrangemententeam hierbij de fases voor ogen houden en een coördinator aanwijzen die mee kan groeien naar coach.3. Onderzoek naar ondersteuning (systematiseren).Aanbevelingen op het gebied van doorontwikkeling werkwijze en scholing1. Investeren in kantelen en interdisciplinair samenwerken: Instellen casuïstiekbesprekingen voor arrangemententeams.2. Het afstemmen van de werkwijze met betrekking tot bevragen en stimuleren van eigen kracht en het sociale netwerk van burgers in het Gesprek en rapportage hierover.3. Het aanbieden van trainingen op het gebied van bijvoorbeeld Sociale Netwerkversterking en/of Eenzaamheid (herkennen, interventies).4. Het opzetten van een expertisecentrum voor professionals, vrijwilligers, ervaringsdeskundigen.Aanbevelingen op het gebied van interne en externe communicatie1. Informatievoorziening van de arrangemententeams via een afgesloten website voor de teamleden.2. Communicatie over Het Gesprek naar burgers op verschillende manieren: instellen communicatie-deskundige. Evaluatie van Gesprekken met burgers opstarten.3. Communicatie tussen alle teams en overleggen in kaart brengen en advies op maken.
10.000 huishoudens in de Provincie Drenthe gaan aan de slag met energiebesparing binnen hun eigen huishouden. Samen versnellen zij de energietransitie in Drenthe. volgt10.000 huishoudens in de Provincie Drenthe gaan aan de slag met energiebesparing binnen hun eigen huishouden. Samen versnellen zij de energietransitie in Drenthe. In eerste instantie krijgen deze huishoudens de kans om mee te doen aan de actie "Speur de Energieslurper", waarin ze op zoek gaan naar de grootste energieslurpers in huis. Inzichten en tips worden met alle overige Drentse huishoudens gedeeld. In tweede instantie wordt met alle huishoudens die meedoen, een "beweging" gestart. Als je alleen een stap zet, bereik je mooie dingen, maar wat als 10.000 huishoudens samen stappen zetten?!
Aanleiding De geestelijke gezondheidszorg (GGZ) staat voor een grote opgave: er moet fors bezuinigd worden terwijl de kwaliteit van de zorg gehandhaafd moet blijven. Inzet van beeldcommunicatie kan hieraan een bijdrage leveren. Zorgverleners zijn echter niet of nauwelijks getraind op beeldcommunicatie. Ze zijn juist geoefend om subtiele signalen te interpreteren die via beeldcommunicatie niet of veel moeilijker waarneembaar zijn. Doelstelling De ambitie van het project is om GGZ-zorgverleners te ondersteunen bij het effectief inpassen van beeldbellen in de eigen zorgverlening. Daarvoor moeten de volgende drie doelen bereikt worden. 1. het verkrijgen van kennis en inzichten over de vraag waarom het (intensiever) inzetten van beeldbellen voor de GGZ-zorgverleners nu zo moeilijk is; 2. het omzetten van deze kennis en inzichten in producten die recht doen aan de complexiteit van de GGZ-problematiek en daarnaast praktisch toepasbaar zijn voor de drukbezette professional; 3. het verrijken van de opleidingen Verpleegkunde van deelnemende hogescholen Windesheim en Hanzehogeschool Groningen met modules en minoren waarin de verworven kennis en producten zijn geïntegreerd. De onderzoekers verzamelen data via diepte-interviews. Zij analyseren deze data met behulp van de affinity-diagrammingmethode. De resultaten van de analyses worden in workshops gedeeld met de GGZ-medewerkers en getoetst, om kennisuitwisseling en nadere vraagarticulatie te bevorderen. Beoogde resultaten De zorgverleners hebben behoefte aan praktische informatie en handvatten. De beoogde resultaten van het project zijn in eerste instantie een praktijkverhalenboek, video testimonials en checklists. Vervolgens kan daarop een e-learningmodule of MOOC en een serious game worden gebaseerd. Deze hulpmiddelen krijgen ook een plaats in het onderwijs van de verpleegkundeopleidingen van de deelnemende hogescholen.
Zoals met meer onderwerpen gerelateerd aan duurzame toeristische ontwikkeling, is ook het onderwerp bewonersprofijt niet "af". Specifiek op dit onderwerp werd snel duidelijk dat het überhaupt inzichtelijk maken van wat bewonersprofijt precies is, waar het uit is opgebouwd en hoe het tot stand komt eerst noodzakelijk was. Met de door de koplopersgroep uitgewerkte theoretische afbakening en verdieping is een eerste belangrijke stap gezet in de richting van het meten van bewonersprofijt. Daarnaast zijn, aan de hand van (inter)nationale voorbeelden, ook de mogelijke interventies en methoden om bewonersprofijt van toerisme te vergroten duidelijker geworden. In 2024 wordt het theoretisch kader dat de positieve bijdrage van toerisme aan het welzijn van inwoners inzichtelijk maakt, verder verrijkt. Er wordt onderzocht welke methoden momenteel worden toegepast om bewonersprofijt te meten en welke voor- en nadelen hiermee samenhangen. Tevens worden experimenten uitgevoerd om verschillende meetmethodes te testen. Ook blijven we actuele en relevante praktijkvoorbeelden publiceren ter inspiratie en stimuleren wij praktische interventies ter bevordering van bewonersprofijt. Het doel van deze aanpak is om stakeholders zoals gemeenten, DMO's en andere beleidsverantwoordelijken beter in staat te stellen om een geschikte meetmethode voor bewonersprofijt te selecteren. De doorontwikkeling van kennis en ervaring blijven wij uiteraard delen met de sector. PartnersHotelschool The Hague, HZ/ Kenniscentrum Kusttoerisme, Centre of Expertise leisure, tourism & hospitality (CELTH), Marketing Drenthe, Stichting Eilandmarketing Schouwen Duiveland, Marketing Oost, NBTC.