Uit de onderzoeken van lectoraat Diversiteitsvraagstukken van Hogeschool Inholland blijkt dat het onderwijs voor veel jongeren een plek is waar ze voor de eerste keer in contact komen met leeftijdsgenoten die niet op ze lijken en met wie ze gedurende hun eerdere levensloop of schoolloopbaan vrijwel geen contact hebben gehad. Die onbekendheid met elkaar kan zorgen voor interesse en belangstelling in elkaars leef en denkwereld, maar ook voor wrijving, conflicten en het bevestigen van (voor)oordelen over elkaar. Dat betekent dat er een groot beroep wordt gedaan op de pedagogische, didactische en sociale kwaliteiten van docenten. Het betekent ook dat docenten zich voortdurend bewust zijn van de wijze waarop ze zich verhouden tot (de opvattingen en gedragingen van) deze jongeren om verbindingen tussen en met deze jongeren te ontwikkelen. Om inzicht te krijgen in de wijze waarop de docenten van Vocal Statements via het muziekonderwijs verbindingen met jongeren in het vmbo tot stand brengen, welke handvatten daarvoor nodig zijn en tegen welke vragen ze daarbij oplopen, is een verkennend onderzoek uitgevoerd in de periode september 2021 – mei 2022 door het lectoraat Diversiteitvraagstukken. Dit rapport weerspiegelt de ervaringen en belevingen van docenten van Vocal Statements en geeft inzicht in de betekenisvolheid van hun werk, maar ook de complexe dynamiek waarin dit werk zich afspeelt.
Uit de onderzoeken van lectoraat Diversiteitsvraagstukken van Hogeschool Inholland blijkt dat het onderwijs voor veel jongeren een plek is waar ze voor de eerste keer in contact komen met leeftijdsgenoten die niet op ze lijken en met wie ze gedurende hun eerdere levensloop of schoolloopbaan vrijwel geen contact hebben gehad. Die onbekendheid met elkaar kan zorgen voor interesse en belangstelling in elkaars leef en denkwereld, maar ook voor wrijving, conflicten en het bevestigen van (voor)oordelen over elkaar. Dat betekent dat er een groot beroep wordt gedaan op de pedagogische, didactische en sociale kwaliteiten van docenten. Het betekent ook dat docenten zich voortdurend bewust zijn van de wijze waarop ze zich verhouden tot (de opvattingen en gedragingen van) deze jongeren om verbindingen tussen en met deze jongeren te ontwikkelen. Om inzicht te krijgen in de wijze waarop de docenten van Vocal Statements via het muziekonderwijs verbindingen met jongeren in het vmbo tot stand brengen, welke handvatten daarvoor nodig zijn en tegen welke vragen ze daarbij oplopen, is een verkennend onderzoek uitgevoerd in de periode september 2021 – mei 2022 door het lectoraat Diversiteitvraagstukken. Dit rapport weerspiegelt de ervaringen en belevingen van docenten van Vocal Statements en geeft inzicht in de betekenisvolheid van hun werk, maar ook de complexe dynamiek waarin dit werk zich afspeelt.
Werken aan meer inclusie en participatie van mensen met beperkingen blijkt in de praktijk weerbarstig. Wat is er nodig om aan inclusie te werken? Welke kennis en competenties hebben professionals nodig? Wat wordt van mensen met beperking zelf en hun netwerk gevraagd? Welke werkwijzen en activiteiten dragen bij aan meer inclusie? Antwoorden op deze vragen kan het meedoen en meetellen van mensen met een verstandelijke beperking in de samenleving een stukje dichterbij brengen.
Deze top-up subsidie sluit aan op het project ‘Afstemmen op diversiteit in de klas. De ontwikkeling van een passend professionaliseringspalet voor leraren’. De wens en noodzaak om het onderwijs goed af te stemmen op diversiteit onder leerlingen zijn groter dan ooit binnen onze maatschappelijke context van passend onderwijs, kansenongelijkheid en het streven naar inclusie. Professionele ontwikkeling op dit vlak vindt met name plaats in de scholen, wanneer leraren zich ontwikkelen van basisbekwaam tot vakbekwaam. Het vormgeven van effectieve professionalisering op dit thema is complex. De praktijkvraag van de werkveldpartijen was dan ook: ‘Hoe kunnen leraren door voortgezette professionalisering ondersteund worden om beter af te stemmen op diversiteit?’ In drie deelstudies is deze vraag onderzocht. Eerst zijn differentiatiestrategieën, opvattingen, dilemma’s en factoren in verwachtingsvorming van leraren onderzocht. Daarnaast zijn inhouden en vormen van voortgezette professionalisering die leraren als effectief ervaren voor het afstemmen op diversiteit in kaart gebracht. Op basis van de uitkomsten is een professionaliseringspalet ontwikkeld en geïmplementeerd in vijf scholen. De professionalisering was zo opgebouwd dat leraren op basis van de visie van de school en hun individuele leervragen keuzes maakten uit de leeractiviteiten in het palet en hier in leerteams mee aan de slag gingen. Eigen regie op de professionalisering en afstemming op de diversiteit in de teams werd hiermee beoogd. In de praktijk bleek het nemen van professionele ruimte zowel inhoudelijk als organisatorisch nog geen vanzelfsprekendheid is in scholen. Veel leraren hoopten op sturing en concrete aanbevelingen. Hierop zijn trajecten in de scholen aangepast en is er minder met het professionaliseringspalet gewerkt dan beoogd. De doorontwikkeling van het palet op basis van de behoeften en ervaringen van de leraren tijdens de professionalisering is hierdoor minder goed gerealiseerd dan gepland. Gezien de ontwikkelingen in de beroepspraktijk rondom passend onderwijs en inclusie is een goed ontwikkeld professionaliseringspalet wel wenselijk.
Participatieve methoden zijn een steeds meer erkende vorm om sociale, technische en politieke maatschappelijke uitdagingen te onderzoeken. Kunst, design en digitale media hebben potentieel voor het ontwikkelen van positieve relaties tussen verschillende belanghebbenden en nieuwe perspectieven op gedeelde (publieke) ruimtes. Een van die methoden is het creëren en faciliteren van gemedieerde dialogen. Dit instrument wordt gezien als belangrijk instrument om in gezamenlijkheid onze toekomst te bepalen en ruimte te maken voor diversiteit en verschillende perspectieven in gesprek. In dit project onderzoek ik hoe dit instrument optimaal vormgegeven en ingezet kan worden, en hoe digitale technologie daarin kan mediëren. In dit onderzoek verhoud ik me met name tot de participatory design aanpak en dialogic art aanpak. Hoewel deze aanpakken uit kunst en design zeer krachtig kunnen zijn, roepen het ontwerp en de inzet van digitaal gemedieerde dialogen ook vragen op. De centrale vraag is: Hoe kan de digitaal gemedieerd dialoog op een inclusieve manier gefaciliteerd worden in dialogic art practices en hoe kan gedeeld eigenaarschap gestimuleerd worden in het ontwerp van deze gemedieerde dialoog?
Wereldwijd luiden de alarmbellen over de afname in biodiversiteit. Ook in Nederland zijn er steeds minder verschillende soorten planten en dieren. De groeiende verdichting van steden gaat dit alleen maar versterken. Om het tij te keren werken de grote gemeenten zoals Rotterdam en Den Haag met monitoringsplannen en inrichtingsmaatregelen om de biodiversiteit in steden te versterken. De gemeenten stellen echter vast dat een breed draagvlak bij burgers voor deze maatregelen ontbreekt; het sluit niet aan bij hun huidige waarden en belevingswereld. Maar juíst de inzet van bewoners is nodig om impact te maken, omdat zij invloed hebben op het relatief grote aandeel van private ruimte in steden (»60% tegenover 40% publieke ruimte). Daarom is het consortium van onderzoekers, steden en bedrijven voornemens om een lerend ecosysteem van en voor wijkbewoners te ontwikkelen, die met hun voorkeurstools zoals interactieve dataplatformen en passende interfaces samenwerken aan biodiverse steden, en die gemeenten helpen meer real-time inzicht in biodiversiteit te verkrijgen. Het beoogt onderzoek bouwt voort op inzichten uit een pilot begin 2022: het alleen beschikbaar maken van databases en meetinstrumenten (zogenaamde sensoren) is niet aantrekkelijk genoeg voor de meeste bewoners om ook zelf te zorgen voor meer biodiversiteit. Data-tools moeten aansluiten bij leefwereld en interesses van burgers. Hiervoor moeten kennis en praktijk van ‘citizen science’ en nieuwe vormen van burgenparticipatie gekoppeld worden. Dit gebeurt in de praktijk en in de huidige wetenschappelijke literatuur nog onvoldoende. Met kwalitatief onderzoek en actiegericht ontwerponderzoek worden inzichten en een gereedschapskist inclusief technische prototypes gegenereerd waarmee wijkbewoners en gemeenten middels passende technologie samen kunnen werken voor meer biodiversiteit. In twee wijken in Rotterdam en Den Haag worden Urban Living Labs opgezet om samen met alle relevante betrokkenen de Wijk als Biotoop aanpak te ontwikkelen. Onderzoeksresultaten worden opgeschaald van Rotterdam naar Den Haag en vanuit de provincie verder verspreid.