Service of SURF
© 2025 SURF
Dat de papieren oplage van kranten daalt is een bekend verhaal. Tegenwoordig schermen uitgevers ermee dat het papieren verlies wordt gecompenseerd door een groei van de digitale oplage. Maar is dat wel zo? Volgens Piet Bakker is er sprake van een digitale zeepbel.
In 1999 werden de gratis kranten Metro en Spits in Nederland gelanceerd. Behalve die twee titels werden ook zes andere gratis dagbladen in Nederland gestart tussen 2000 en 2008. In 2007 bereikte de totale gratis oplage een hoogtepunt van bijna twee miljoen per dag. In dit artikel wordt de geschiedenis van de deze categorie kranten beschreven tegen de Europese achtergrond waar ook sprake is van een ‘levenscyclus’ met een snelle opkomst en een sterke sanering die tijdens de economische recessie inzette. Daarnaast wordt ingegaan op de voorlopers van deze mediasoort, op de lezers van gratis kranten en de gevolgen die gratis kranten op de totale krantenoplage in Nederland heeft gehad. Halfway the first decennium of the 21st century free newspapers in the Netherlands had a circulation of almost two million and were responsible for a third of the total newspaper circulation. Four national titles competed. They saw a quick rise and also a sudden decline after 2008. In 2015 only one national model remains. In this article we analyse this development against the European background as several countries in Europe show the same picture. Also the historical context of the global rise of free newspapers – going back to the late 19th century – and kickstarted in 1995 by Metro Sweden -is provided. As free newspapers rely only on advertising for income, a combination of economic recessions and fierce competition can be lethal. Free newspapers mainly compete among themselves which explained the sudden decline in the number of titles and circulation after 2008. Also the rise of digital media could be harmful for free newspapers as they provide a attractive alternative for young readers, the target group for free newspapers. There always has been a high overlap between the readership of free and paid newspapers, suggesting low substitution. Free newspapers seem to follow a pattern of a classic ‘life cycle’ model.
MULTIFILE
In reactie op teruglopende abonnee- en advertentie-inkomsten en een veranderende nieuwsvraag, experimenteren regionale nieuwsmedia in Nederland met het verbreden van het digitale aanbod van nieuws en het centraliseren van het nieuwsproces. Deze convergentie naar het newsroommodel heeft gevolgen voor de bedrijfsmatige en journalistieke organisatie. Om te kunnen onderzoeken hoe regionale nieuwsmedia crossmediale strategieën ontwikkelen en implementeren die economisch rendabel zijn en voldoen aan journalistieke kwaliteitsmaatstaven, is in 2009 een pilotstudie uitgevoerd bij drie regionale kranten in Nederland. Het doel hiervan was (1) een indruk krijgen van de diversiteit van de multimediale ambities en (2) het formuleren van een geschikt model voor grootschalig vervolgonderzoek.
Dit onderzoeksproject heeft als doel om na te gaan wat de gevolgen zijn van het ge-bruik van door algoritmes gestuurde tools op de onafhankelijkheid, objectiviteit, be-trouwbaarheid en transparantie van de journalistiek en hoe het bewustzijn over de werking van algoritmes onder journalisten vergroot kan worden. Een van de grote problemen van de huidige journalist is de overdosis aan informatie. Terwijl nieuwsmakers voorheen, gewapend met pen en papier, met hun informanten in gesprek gingen en een overzichtelijke hoeveelheid (papieren) documenten door-spitten, is het tegenwoordig onmogelijk zicht te houden op alle beschikbare informa-tie. Het wereldwijde datavolume neemt naar verwachting exponentieel toe: wat in 2013 nog 4.4 zettabyte was, zal in 2025 gegroeid zijn naar 163 zettabyte. Maar soft-ware-tools die zoek- en selectieprocessen automatiseren, faciliteren het werk van journalisten. In afgelopen jaren zijn er ten behoeve van het journalistieke research-, redactie- en verificatieproces steeds meer digitale, geautomatiseerde en zelflerende ofwel zogenoemde AI (artificial intelligence) tools op de markt verschenen. Hoewel AI-tools en zoekmachines efficiënt zijn in het ordenen, selecteren en verifi-eren van data, zijn deze tools verre van objectief. Dit komt met name door de achter-liggende algoritmes. Die zijn niet neutraal. Vandaar deze kritische blik op de inzet van geautomatiseerde tools in de journalistiek, nodig vooral in deze zogenaamde ‘post-truth’-tijden. Door alle ophef over de verspreiding van desinformatie, staat de journa-listiek onder druk. De noodzaak van objectieve, relevante en onafhankelijke journalis-tiek is groter dan ooit. Uit gesprekken met journalisten en data-experts uit de journalistieke praktijk blijkt dat velen de werking van algoritmes niet begrijpen, laat staan dat ze door hebben hoezeer ze daardoor bij het vinden, selecteren en verifiëren van informatie gestuurd worden. Vandaar dit onderzoek: na te gaan hoe journalisten AI kunnen inzetten zonder dat het de journalistieke waarden van onafhankelijkheid, betrouwbaarheid en transparantie ondermijnt.