Service of SURF
© 2025 SURF
Het wordt steeds duidelijker dat in een diensteneconomie vakbekwaamheid slechts verworven kan worden in leerarrangementen die door het beroepsonderwijs en het bedrijfsleven gezamenlijk zijn opgezet en waarvoor zij een gedeelde verantwoordelijkheid dragen. Op dit moment hanteren beide partijen het principe van de verdeelde verantwoordelijkheid ('soevereiniteit in eigen kring'). Hoe tot nieuwe vormen van samenwerking te komen? Dat is de centrale vraag in dit artikel. Eerst wordt een stand van zaken gegeven, waarna het probleem van de samenwerking in beleidstermen wordt getypeerd. Tenslotte worden enkele aanbevelingen gedaan voor een innoverend beleid terzake.
As labour is becoming more and more knowledge controlled, it also getting closer to the individual person. We sometimes seem to forget this. To an increasing extent it is becoming a part of oneself and therefore of the personal identity. The increasing humanization of labour asks for an HRM-policy and an organizational context in which the individual is able to identify with the organization, colleagues, customers/clients and product. Heterononimous or abstract organizations, organizations in which the employees and civilians have been reduced to numbers and in which there is no real consideration for the individual differences, have to make way for organizational structures in which the individual feels (self) responsible again. The future lies with personal, tribally inspired organizations in which managers will be leaders and where employees and managers can show social commitment. Images like that of: the egocentric boss who by making swift career moves avoids responsibility for employee/co-worker and customer/client; of colleagues taking the day off without consultation or who are putting their phone through to someone else without saying so beforehand, meeting rooms which are not being cleaned up after use and the image of a Xerox machine not being refilled up with paper by anyone, are all too frequently dismissed as not being part of productivity.
Het beroepsonderwijs staat voor grote uitdagingen wat betreft de inhoud en de vormgeving van de onderwijsleerprocessen. De overgang van een industriële naar een diensteneconomie dwingt de scholen om niet alleen vakkennis over te dragen en de functiegebonden beroepsvaardigheden van de leerling te ontwikkelen, maar ook persoonlijke vaardigheden tot ontwikkeling te brengen. Een dienst kan immers alleen geleverd worden in direct contact met de klant door een gemotiveerde werknemer. Deze oriëntatie op competentiegericht onderwijs stelt de relatie tussen het beroepsonderwijs en het bedrijfsleven opnieuw ter discussie. De taakverdeling die in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) is vastgelegd, staat volgens velen de aanpassing van het beroepsonderwijs aan een diensten- of kenniseconomie in de weg. De WEB gaat uit, dat is althans de stelling die in deze bijdrage verdedigd zal worden, van een verdeelde verantwoordelijkheid voor de loopbaan van de leerling ('souvereiniteit in eigen kring'). Om de leerling adequaat voor te bereiden op het functioneren in een diensten- dan wel kenniseconomie is echter een gedeelde verantwoordelijkheid voor deze loopbaan nodig. Inzichten uit de moderne leerpsychologie laten zien dat voor de ontwikkeling van brede competenties een leeromgeving nodig is die het resultaat is van een continue dialoog tussen leerling, school en regionaal bedrijfsleven over welke kennis op welke wijze moet worden overgedragen en getoetst (Meijers & Wardekker, 2002; Law, Meijers & Wijers, 2002). Het realiseren van een gedeelde verantwoordelijkheid is evenwel geen sinecure. Niet alleen voorziet de bestaande wet- en regelgeving er niet in, maar het nemen van een gedeelde verantwoordelijkheid voor de loopbaan van de leerling vereist ook een cultuuromslag in zowel het onderwijs als het bedrijfsleven. Ruim 50 jaar geleden zijn de fundamenten van het huidige beroepsonderwijs gelegd. Op dat moment is een proces gestart waarin het onderwijs steeds autonomer werd en waarin het onderwijs en het bedrijfsleven de facto steeds meer met de rug naar elkaar toe zijn komen te staan. Er ontstond een 'pedagogische reservaat' waarvoor het bedrijfsleven, overigens met zijn volle instemming, vooral het decor vormde.
MULTIFILE
De economische activiteit in de samenleving is voortdurend aan verandering onderhevig. In de afgelopen decennia hebben we een verschuiving gezien van een productiegeoriënteerde economie, via een diensteneconomie, naar de hedendaagse kenniseconomie. Met deze verschuivingen veranderen ook de eisen die gesteld worden aan (de inrichting van) werklocaties. Waren voorheen bedrijventerreinen geïsoleerde monofunctionele eilanden, vandaag de dag mengt het werken zich steeds meer met andere stedelijke processen. Moderne organisaties zijn meer dan ooit vernetwerkt door open innovatie en horizontale samenwerking. Er is meer aandacht voor het welzijn van medewerkers en voor de duurzaamheid van het werklandschap. Gelijktijdig vraagt de groei van het aantal kleine zelfstandigen om flexibelere vormen van bedrijfshuisvesting.In de Werkplaats Werklocaties doen (junior-)onderzoekers van het lectoraat Vastgoed praktijkgericht onderzoek naar toekomstbestendige werkmilieus. Daarbij wordt onder meer gekeken naar functiemenging, de ontwikkeling van leerwerkomgevingen, nieuwe ambachten, makerspaces, en het functioneren van innovatieve ecosystemen en creatieve broedplaatsen. Ook is er aandacht voor de relatie tussen werklocaties en gebiedsontwikkeling.