Service of SURF
© 2025 SURF
The term crowdsourcing was introduced by Jeff Howe (2006). It is the act of a company or organisation to take a function once performed by employees and outsourcing it to an undefined, and usually large, network of people in the form of an open call. As communication tools to organize work have become widely available, and a well-educated global work force has come online, crowdsourcing has become an increasingly important mechanism to organize work. We discuss a categorisation of crowdsourcing, its costs and benefits and several examples. The use of crowdsourcing begins with the question which strategic goal an organisation wants to achieve, and whether the benefits outweigh the costs. We give some recommendations for adopting crowdsourcing. This usually requires a certain amount of restructuring of existing workflows and a willingness to become more open which may or may not be a welcome side effect.
In dit boekje over crowdsourcing worden een aantal relevante aspecten van crowdsourcing behandeld. Allereerst beschrijven we een aantal historische voorbeelden om duidelijk te maken dat crowdsourcing niet ontstaan is als gevolg van de opkomst van internet maar als fenomeen al bestond voor het internettijdperk. Door internet is het echter zonder meer eenvoudiger geworden crowdsourcing te organiseren en een veel grotere groepen deelnemers te betrekken. In de sectie 'Wisdom of the Crowds' gaan we in op de onderliggende principes van crowdsourcing. Crowdsourcing wordt vaak in één adem genoemd met de 'Wisdom of the Crowds', als onderliggend mechanisme hoe en waarom crowdsourcing werkt. We zullen echter concluderen dat de 'Wisdom of the Crowds' slechts één van de drie onderliggende principes van crowdsourcing is. Vervolgens gaan we in op de verschillende verschijningsvormen van crowdsourcing. Na een reflectie op bestaande voorstellen om tot een categorisering te komen van deze verschijningsvormen, presenteren we zeven categorieën op basis van het te onderscheiden doel. Bij de keuze om crowdsourcing in te zetten zal naar de kosten, risico's en baten ervan gekeken moeten worden. In de sectie 'Kosten en baten van crowdsourcing' bekijken we dit aspect voornamelijk vanuit het perspectief van de initiërende organisatie. Maar de kosten en baten voor de deelnemers zullen ook kort beschreven worden om te begrijpen wat hen drijft om aan een crowdsourcingproject mee te doen. In de laatste sectie beantwoorden we de vraag hoe crowdsourcing zo effectief en efficiënt mogelijk is in te zetten door naar een aantal implementatiemodellen te kijken en algemene adviezen te inventariseren. We sluiten af met een reflectie op de beschreven bevindingen.
Crowdsourcing is niet nieuw. Er zijn tal van historische voorbeelden waarbij ‘het volk’ opgeroepen wordt vrijwillig bij te dragen aan een probleem of vraag. Met de komst van het internet is het echter veel eenvoudiger geworden een grote groep te enthousiasmeren, het proces efficiënt te begeleiden en de deelnemers blijvend te stimuleren. Bedrijven luisteren al langere tijd naar klanten, gebruiken hun input en hebben focusgroepen om behoeften te achterhalen. Maar nu kan ‘de klant’ op een grotere en directere manier worden benaderd dan ooit (Bonabeau, 2009).
Civic crowdfunding is een nieuw en snel groeiend instrument om buurtinitiatieven te financieren. Er bestaan echter nog veel vragen bij gebiedsprofessionals op het gebied van civic crowdfunding. Om maatschappelijke projecten te laten bloeien, moeten ze snel kunnen beoordelen of een project suc-cesvol kan worden en of de gemeente een rol kan nemen. Deze kennis ontbreekt nu. Er is te weinig bekend over welke crowdfunding initiatieven succesvol zijn en hoe gebiedsprofessionals een ge-meentelijke organisatie zo benaderen, dat ze snel en effectief voor bewoners kunnen optreden. Het onderzoek richt zich op nieuwe functies voor professionals binnen gemeenten, zoals gebieds-managers, gebiedsmakelaars en participatiemedewerkers. Zij zoeken in samenwerking met bewo-ners, (sociaal) ondernemers en maatschappelijke organisaties naar mogelijkheden om bewonersini-tiatieven te laten bloeien. Het onderzoek richt zich specifiek op de vraag hoe gebiedsprofessionals hun gemeentelijke organi-satie kunnen inrichten op deze vorm van burgerparticipatie en hoe zij kennis en menskracht kunnen mobiliseren in gebieden (civic crowdsourcing). Door het programma ontstaat een kennisnetwerk tussen Hogeschool van Amsterdam, Hogeschool Rotterdam, de VNG Academie, professionals bij ruim 14 gemeenten en de twee belangrijkste civic crowdfunding platforms in Nederland