Service of SURF
© 2025 SURF
In het boek vind je 12 maal een concrete communicatiestrategie uitgewerkt. Dat zijn nieuwe, door de auteur ontwikkelde concepten als de fanstrategie, de ambassadeursstrategie en de WoM-strategie. Ook komen klassiekers aan bod als de positioneringsstrategie en de reputatiestrategie. Er was In Nederland en Vlaanderen nog geen boek waarin comunicatiestrategie concreet werd uitgewerkt. Dat maakt dit boek uniek en daarmee is het voor professionals en studenten een inspiratiebron vanwaaruit ze zelf aan de slag kunnen gaan. Kenmerkend zijn de canvasmodellen bij elke strategie en het denken en werken vanuit een metafoor, zoals de familiestrategie. Verder bevat het boek een visie op strategie en acht analysemodellen die het fundament voor de strategie leggen. De vele inzichten, citaten en zelfs verhalen over dieren maken dat je door dit kleurrijke boek een ware reis maakt. Wat in essentie ook de betekenis van strategie is. Een weg die een organisatie aflegt om haar doel te bereiken.
Op 28 september 2017 is Annette Klarenbeek officieel benoemd als lector van de programmalijn ‘gesprek’ van het HU-lectoraat Crossmediale Communicatie in het Publieke Domein (PubLab). In deze openbare les vertelde ze wat gespreksanalyse kan betekenen voor een succesvolle communicatiestrategie.
In de veiligheidspraktijk ontstaat steeds meer aandacht voor de perceptie van burgers. Kan gerichte overheidscommunicatie helpen om de ervaring van overlast, verloedering of maatschappelijk spanningen te verminderen? In opdracht van het ministerie van Veiligheid en Justitie, onderzochten Marnix Eysink Smeets, Ton Baetens en Hans Moors deze vraag. Onlangs rondden zij hun onderzoek af dat tien kernpunten voor een evidence-based communicatiestrategie bevat
ADAS- Monitor Advanced Driver Assistent Systems (ADAS) worden gezien als een middel om de verkeersveiligheidsstreefdoelstellingen uit het Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030 en de Europese beleidsstukken te behalen. Naast de veelal technische uitdagingen en ontwikkelingen die ADAS momenteel doormaken, wordt in de breedte van de automotive sector benadrukt dat het gebruik en de bekendheid van ADAS bij automobilisten te wensen overlaat waardoor de potentie van ADAS voor de verkeersveiligheid niet optimaal wordt benut. De ADAS alliantie , een samenwerking van meer dan 60 bedrijven, overheden en kennisinstellingen, heeft als doel gesteld het (veilig)gebruik van ADAS met 20% te bevorderen. Echter, ontbreekt actuele informatie met betrekking tot de bekendheid van, het vertrouwen in en het daadwerkelijke gebruik door automobilisten. In dit onderzoek staat de periodieke monitoring van de gebruikersadaptatie centraal waarbij de bekendheid van, de acceptatie, het percentage daadwerkelijk gebruik van ADAS door automobilisten wordt gepresenteerd doormiddel van een (digitaal) dashboard. Een divers samengesteld consortium voert het onderzoek uit en maakt daarbij gebruik van een groter netwerk om de benodigde data te vergaren en voor disseminatie. Het onderzoek bestaat uit een werkpakket waarin de gebruikersadapatie doormiddel van vragenlijstonderzoek wordt vastgesteld en een werkpakket waarin iteratief het concept ontwerp leidt tot een prototype dashboard. Het resultaat van dit onderzoek is een werkend prototype van een ADAS-dashboard. Wanneer het prototype wordt vertaalt naar een definitief ontwerp, blijft het tot vijf jaar na presentatie geüpdatet met recente data. Het ADAS-dashboard bevat een visuele en digitale weergave van het onderzoek naar het gebruikersperspectief en wordt indien gewenst uitgebreid met andere relevante data. Wanneer het ADAS dashboard is gerealiseerd, kan het zowel voor beleidsmakers en bedrijven ingezet worden om keuzes te onderbouwen of om ontwikkelingen op te baseren als ook om communicatiestrategieën te ontwikkelen waarmee het gebruik wordt bevorderd.
Sociale media zorgen voor een grillig verloop van het publieke debat. Dat komt doordat iedereen via deze media zijn zegje kan doen en velen van die mogelijkheid ook inderdaad gebruik maken. Vaak is dat spontaan en ongefilterd. De gevolgen daar¬van kunnen voor iedereen en zeker voor politiek, publieke organisatie en bedrijfsleven heftig zijn. Vandaar de onder communicatieprofessionals steeds terugkerende vraag: wat doen we met al die beroering die via sociale media tot ons komt? Tegenspreken? Negeren? Meedoen? Om aan die vraag tegemoet te komen hebben we in twee voorlopende Raak Publiek projecten de BEP ontwikkeld. BEP staat voor Bird’s Eye Perspective. BEP biedt communicatieprofessionals een vogelper-spectief in online conversaties. Het perspectief helpt die conversaties en eventueel daaropvolgende inter-acties op waarde te schatten. Communicatieprofes¬sionals gebruiken inzichten uit BEP om bewuster te zijn van de gevoeligheden en weerstanden in gesprekken die gaande zijn en aan te sluiten op wat leeft in het publieke debat. Dit stelt hen in staat om in gesprek te blijven én de stap te kunnen maken naar een anticiperende communicatiestrategie., De KIEM subsidie zullen wij gebruiken om een RAAK PUBLIEK-aanvraag te schrijven, waarin de basis wordt gelegd voor een discursief psycho¬logisch onderzoek naar een beeld-BEP die helpt patronen in beeldgebruik te ontdekken, te zien uit welke elementen de verschillende beelden bestaan, en ingrediënten biedt voor een reactie in beeld. Daarbij kijken we met nadruk naar het beeld aspect van online uitingen in een gesprekscontext en de patronen die zich daarin voordoen, de dynamiek en het verloop van interacties. In samenspraak met consortiumpartners zullen wij de KIEM subsidie gebruiken om: > de aanvraag inhoudelijk vorm te geven > geschikte casussen te selecteren die als onderzoeksmateriaal zullen dienen > werkpakketten samen te stellen en een activiteitenplan te maken > meer instellingen en praktijkorganisaties betrekken en uitnodigen voor deelname
In de recente open brief van de creatieve industrie aan de informateur worden overheden opgeroepen samen met onderzoekers en de praktijk te experimenteren om hun digitale transformatie te laten slagen. Deze KIEM-aanvraag voorziet in deze behoefte. Het project heeft als doel in co-creatie met praktijkpartners voor de gemeenten Utrecht en Overbetuwe een data-gedreven segmentatiemodel en bijbehorend communicatie- en participatie-instrument te ontwikkelen die deze gemeenten in staat stelt om innovatie op het gebied van burger- en buurtparticipatie aan te jagen. Dit gebeurt in living labs, waarbij hogescholen en praktijkpartners samen experimenteren met nieuwe vormen van vraaggestuurde (digitale) communicatie. Centraal in het experimenteren staan 14 (concept) ‘betrokkenheidsprofielen’, die in de living labs (1) getoetst worden, en (2) waarvoor een concretiseringsslag gemaakt wordt richting strategische en tactische communicatie. In ieder living lab zullen enkele profielen centraal staan. De onderzoekspartners in het consortium, dat naast de gemeenten Utrecht en Overbetuwe bestaat uit de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, de Hogeschool Utrecht en Citisens (onderdeel van Necker van Naem, een onderzoek- en adviesbureau in de publieke sector), hebben de gezamenlijke ambitie na deze KIEM-aanvraag een vervolgaanvraag in te dienen, met meer Nederlandse gemeenten. In deze nieuwe aanvraag zullen andere (concept) betrokkenheidsprofielen getoetst en geconcretiseerd worden, met als uiteindelijke doel het data-gedreven segmentatiemodel voor de 14 profielen volledig te valideren. Beoogde uitkomsten van het project, dat een looptijd heeft van 1 jaar, zijn (1) het eerder genoemde communicatie- en participatie-instrument voor beide participerende gemeenten, (2) een blogserie, en (3) een openbare afsluitende bijeenkomst waarin de resultaten van het onderzoek en een doorkijk naar de toekomst gedeeld zullen worden.