Service of SURF
© 2025 SURF
Blessurepreventieve oefenprogramma’s zijn in de sport niet erg populair. Hun effectiviteit staat ter discussie en het feit dat ze doorgaans geen directe bijdrage leveren aan prestatieverbetering komt de motivatie van coaches en sporters niet ten goede. Het toepassen van motorische leerprincipes binnen de blessurepreventie lijkt echter beide doelen te kunnen dienen: minder blessures en betere prestaties.
In deze factsheets worden de resultaten van een verkennend onderzoek onder sportprofessionals getoond. Onder de sportprofessionals vielen (personal) trainers, coaches, leefstijlprofessionals en fysiotherapeuten. Het doel was in kaart brengen wat deze sportprofessionals belangrijke kenmerken vinden in een hardloop-, wandel-, of fietsapp gekoppeld aan verschillende doelen, zoals sport/beweegstimulering, community building en blessurepreventie.
Elke docent heeft er wel mee te maken gehad. Een leerling landt op de voet van een andere leerling of net naast de mat. In 2018 kwamen maar liefst 13000 kinderenop de eerste hulp terecht als gevolg van een (ernstige) blessure tijdens het bewegingsonderwijs (Veiligheid.nl, 2019). Hiermee bezet het bewegingsonderwijs een stevige 2e plaats, na het veldvoetbal met ruim 33000 bezoeken. Dit heeft grote persoonlijke een maatschappelijk gevolgen. Gelukkig is er de laatste jaren veel aandacht voor het herstel na een blessure. In dit artikel willen we echter nadruk leggen op de preventie van blessures. Dit doen we niet alleen.
Blessures zijn één van de grootste problemen in de paralympische sport. Niet alleen is het aantal blessures hoog, maar ook de impact in het dagelijks leven is groot. In gesprekken met de beroepspraktijk (sporters, coaches, Embedded Scientist) komt de urgentie van dit probleem met name naar voren bij rolstoelsporters. In dit geval kan een blessure namelijk een acute bedreiging vormen voor de zelfredzaamheid, omdat zij in het dagelijks leven ook afhankelijk zijn van de rolstoel. Helaas is het voorkomen van blessures op dit moment moeilijk door de verscheidenheid aan blessures en onduidelijkheid over wat de oorzaken van deze blessures zijn. Hierbij speelt de complexiteit van het probleem een grote rol omdat allerlei factoren belangrijk kunnen zijn, zoals onder andere de belasting in het dagelijks leven, mentale aspecten en de slaapkwaliteit van de atleten. In dit project willen we de eerste stappen zetten om te achterhalen wat de risicofactoren zijn voor het oplopen van een overbelastingsblessure in rolstoelsporten. Om dit bereiken stellen we een integrale en data gedreven aanpak voor, waar Artificiële Intelligentie en Data Science een essentiële rol spelen. Op deze manier willen we de invloed van alle aspecten tegelijk bekijken en ook de mogelijke wisselwerkingen tussen de potentiële risicofactoren. In samenwerking met praktijkpartners, kennisinstellingen en bedrijven willen we verkennen wat noodzakelijk is voor onze integrale aanpak van blessurepreventie in rolstoelsporten. De opbrengst van dit project is een ingediende vervolgaanvraag met een goed afgebakende onderzoeksvraag en een sterk consortium. Ook zal een data-infrastructuur worden ontwikkeld, die gebruiksvriendelijk is voor de rolstoelsporter en de data gedreven aanpak naar blessurepreventie mogelijk maakt.
Big data spelen een steeds grotere rol in de (semi)professionele sport. De hoeveelheid gegevens die opgeslagen wordt, groeit exponentieel. Sportbegeleiders (coaches, inspanningsfysiologen, sportfysiotherapeuten en sportartsen) maken steeds vaker gebruik van sensoren om sporters te monitoren. Tijdens trainingen en wedstrijden worden de hartslagen, afgelegde afstanden, snelheden en versnellingen van sporters gemeten. Het analyseren van deze data vormt een grote uitdaging voor het begeleidingsteam van de sporters. Sportbegeleiders willen big data graag inzetten om meer grip te krijgen op sportblessures. Blessures kunnen namelijk desastreuze gevolgen hebben voor teamprestaties en de carrière van (semi)professionele sporters. In totaal stopt maar liefst 33% van de topsporters door blessures met hun sportloopbaan. Daarnaast is uitval door blessures een belangrijke oorzaak van stagnatie van talentontwikkeling. Het lectoraat Sportzorg van de Hogeschool van Amsterdam heeft veel expertise op het gebied van blessurepreventie in de sport. Sportbegeleiders hebben het lectoraat Sportzorg benaderd om antwoord te krijgen op de onderzoeksvraag: Wat zijn op data gebaseerde indicatoren om sportblessures te voorspellen? Deze onderzoeksvraagstelling is opgesplitst in de volgende deelvragen: 1. Hoe kan met sensoren relevante data van sporters verzameld worden om de sportbelasting in kaart te brengen? 2. Welke parameters kunnen blessures voorspellen? 3. Hoe kunnen deze parameters op betekenisvolle en eenvoudige wijze naar sportbegeleiders en sporters teruggekoppeld worden? Het project resulteert in de volgende projectresultaten: - Een overzicht van nauwkeurige en gebruiksvriendelijke sensoren om sportbelasting in kaart te brengen - Een overzicht van relevante parameters die blessures kunnen voorspellen - Een online tool dat per sporter aangeeft of de sporter wel of niet training- of wedstrijdfit is Bij dit project zijn de volgende organisaties betrokken: Hogeschool van Amsterdam, Universiteit Leiden, VUmc, Rijksuniversiteit Groningen (RuG), Amsterdam Institute of Sport Science (AISS), Johan Sports, Centrum voor Topsport en Onderwijs (CTO) Amsterdam, Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB), de Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Sport (NVFS), VV Noordwijk (voetbalclub) en Black Eagles (basketbalclub).
De uitbraak van het Coronavirus heeft in Nederland geleid tot ongekende maatregelen, waarbij het maatschappelijke verkeer voor een groot deel werd stilgelegd op 15 maart 2020. De beperkende Coronamaatregelen hebben grote gevolgen gehad op de voortgang van het RAAK-PRO project Big data en blessurepreventie: een prachtig één-tweetje: 1. Het gehele Betaald Voetbal heeft alle activiteiten stil moeten leggen, omdat de richtlijn van het bewaren van 1,5 meter afstand niet gewaarborgd kon worden. Voor Feyenoord betekende dit dat zowel de wedstrijden als training geannuleerd zijn voor de periode van respectievelijk 15 maart tot en met 1 september en 15 maart tot en met 1 mei. Door het voortijdig afbreken en het stopzetten van alle trainingsactiviteiten geeft het seizoen 2019-2020 geen representatief beeld. Daarom dient de dataverzamelingsperiode met 1 seizoen verlengd te worden. 2. Ook bij Codarts zijn voor onbepaalde tijd alle (les)activiteiten stopgezet. Echter, het monitoren van studenten (d.m.v. vragenlijsten) kon online blijven plaatsvinden. Naast de bestaande constructen in de maandelijkse vragenlijst zijn er op het moment dat de corona maatregelen ingesteld werden specifieke items (o.a. eenzaamheid, psychische gezondheid) toegevoegd om de invloed van de corona maatregelen op de belasting en belastbaarheid van podiumkunstenaars te onderzoeken. Deze RAAK impuls maakt het mogelijk om de dataverzameling bij Feyenoord met 1 seizoen te verlengen en zo een representatief beeld te krijgen van de belasting en belastbaarheid van de voetballers en de daarmee samenhangende parameters. Daarnaast kunnen secundaire analyses worden uitgevoerd bij Codarts op de data die verzameld is vanaf het moment dat de corona maatregelen werden ingesteld. Zo kan bijvoorbeeld onderzocht worden of studenten tijdens de Coronaperiode meer fysieke en mentale klachten ontwikkelden dan tijdens de pre-Coronaperiode.