Service of SURF
© 2025 SURF
Begin deze maand werden de resultaten van het jaarlijkse benchmarkonderzoek binnen hbo en ROC voor de vijfde respectievelijk zesde keer gepresenteerd. Daarnaast is onlangs in samenwerking met het Centrum voor FM (CFM) het vierde onderzoek naar facilitaire kosten en kwaliteit gepresenteerd. Een analyse van de houdbaarheid en toepasbaarheid van dergelijke onderzoeken.
The rapidly evolving aviation environment, driven by the Fourth Industrial Revolution, encompasses smart operations, communication technology, and automation. Airports are increasingly developing new autonomous innovation strategies to meet sustainability goals and address future challenges, such as shifting labor markets, working conditions, and digitalization (ACI World, 2019). This paper explores high-level governance strategies, a benchmarking study, that facilitates this transition. It aims to identify the key characteristics and features of the benchmarking study applicable to the development of autonomous airside operations. It also examines areas for improvement in operations, focusing on Key Performance Areas (KPAs) and strategic objectives related to airside automation. The findings highlight several essential performance areas and formulate it to a tailored benchmarking study that airports or aviation stakeholders can adopt to develop automation in airside operations. These criteria and features are summarized into a benchmarking framework that reflects strategy objectives. This paper contributes a valuable benchmarking methodology, supporting the growing global aviation demand for improvements toward more sustainable and smart autonomous airside operations. This outcome motivates aviation stakeholders to innovate to meet environmental and social sustainability goals.
The remarkable and continuous growth of the unmanned aircraft market has brought new safety related challenges, as those are recorded in various accident and incident reports. Although drones with an operating weight higher than 20-25Kgs are technologically advanced and often subject to standards (e.g., technical reliability, airspace management, licensing, certification), the regulatory framework for (ultra) light drones focuses almost exclusively on the limitations that the operator needs to consider. Thus, the protection from accidents seems to rely mostly on the competency of the operator to fly a drone safely, and his/her observance of the rules published by the respective authorities. In addition, the hazards lying in the interaction between an operator and a small drone have not been systematically studied. In this paper, we present (1) the first results from a System-Theoretic Process Analysis (STPA) based approach to the identification of hazards and safety requirements in small drone operations, and (2) an adaptation of the Risk Situation Awareness Provision Capability (RiskSOAP) methodology in order to quantify the differences amongst 4 drone models regarding the extent to which they fulfill the safety requirements identified through STPA. The results showed that the drones studied satisfy the safety requirements at low and moderate levels and they present high dissimilarities between them regarding the extent to which they meet the same safety requirements. Future work will include: (a) comparison of a larger sample of small drones against the safety requirements, as well as pairwise, and (b) assessment of the degree to which various regulatory frameworks worldwide address the safety requirements generated with STPA and assigned to the authority level.
Ons klimaat verandert en is in Nederland met name zichtbaar in de vorm van 1) extreme neerslag, 2) langere periodes van droogte en 3) langere en extremere hittegolven. Nederlandse gemeenten hebben de ambitie gesteld om in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust te zijn ingericht. Veel publieke partijen worstelen met deze opgave. Tijdens de vraagarticulatie stakeholders in drie adaptatieregio’s gaven publieke partijen geven aan meer inzicht nodig te hebben in de succes- en faalfactoren van klimaatadaptatie in de praktijk. Denk hierbij aan meer inzichten in: 1) de effectiviteit van genomen maatregelen, 2) waar klimaatadaptieve maatregelen nodig zijn, 3) doelstellingen haalbaar zijn en 4) welke actoren nodig zijn om doelstellingen te halen. Het project de Benchmarking Klimaatadaptatie heeft de ambitie gemeentelijke professionals te ondersteunen door een haalbare praktische invulling te geven aan de doelen voor klimaatadaptatie. Het doel van dit project is om inzichten en tools te ontwikkelen om het proces van klimaatadaptatie bij de gemeenten efficiënter en toekomstgerichter te laten verlopen. Hierbij staat het ontwikkelen van een roadmap en dashboard die inzicht geven in doelstellingen, voortgang en haalbaarheid van klimaatadaptatieplannen centraal. Op basis van de vraagarticulatie en ‘state-of-the-art’ kennis op het gebied van klimaatadaptatie is de volgende hoofdvraag geformuleerd:Op welke wijze kunnen we gemeenten, middels praktijkgericht onderzoek en dashboard-ontwikkeling, helpen een beter inzicht te krijgen in hun doelen op het gebied van klimaatbestendig en waterrobuust, de huidige stand van zaken wat betreft implementatie van maatregelen in de praktijk, en programmering richting 2050.Het project benchmarking klimaatadaptatie in de praktijk gaat middels een mixed-methods approach, bestaande uit onder andere interviews, workshops en GIS-modellen de staat van klimaatadaptatie in een aantal regio’s in kaart brengen. Om zo een gemeenschappelijke punt aan de horizon te zetten en de ambitie van een klimaat- en waterrobuust Nederland te vertalen naar een duidelijk uitvoeringsplan.
Nauwkeurige en snelle detectie van verontreinigingen in voedselproducten is een noodzakelijk maar vaak lastig en technisch ingewikkeld proces. Huidige gouden standaard methoden zijn vooral gebaseerd op nauwkeurige maar dure lab technieken die verontreinigingen kunnen detecteren in verschillende samples. Snellere en goedkopere beschikbare alternatieve technieken bestaan veelal uit dipstick methoden die onvoldoende nauwkeurig zijn en slechts één stof kunnen detecteren. De recente fipronil-affaire laat nogmaals zien dat, ondanks de enorme technologische vooruitgang in detectie technologie, er nog steeds een grote behoefte is aan goedkope, snelle en betrouwbare tests voor het routinematige screenen van voedselproducten. De zuivelindustrie is zeer geïnteresseerd in een snelle, handzame en kosten-effectieve methode om verontreinigingen zoals antibiotica en bacteriën in melk, wei en babyvoeding te detecteren, omdat de huidige standaard detectie methoden, die zij gebruiken, duur en zeer tijds- en arbeids-intensief zijn. Het duurt meestal uren tot dagen voordat een betrouwbaar resultaat is verkregen. Een snellere analyse van de melk bespaart enorme kosten die nu gemaakt worden met het vernietigen van grote hoeveelheden melk (waar sporen van antibiotica worden gevonden) als gevolg van de late beschikbare uitslag. Daarnaast resulteert een snellere analyse in een snellere vrijgave voor de distributie van melkproducten en draagt zo bij tot directe besparingen in operationele kosten. In samenwerking met een aantal MKB-bedrijven en andere relevante partners zal Saxion in dit project een draagbare demonstrator realiseren voor snelle, handzame en multiplexe detectie van antibiotica zoals tetracyclines in melk, gebaseerd op een multikanaals fotonische sensor prototype.. Verschillende bestaande innovatieve technologieën zoals lab-on-a-chip, microfluidica, inkjet-printing en geïntegreerde fotonische sensoren zullen in een demonstrator geïntegreerd worden om het gestelde doel te bereiken. De draagbare demonstrator is een eerste stap richting een handheld device dat in staat is om ter plaatse, zoals bij melkveehouderijen en melkfabrieken, antibiotica in melk snel en nauwkeurig te kunnen detecteren.