Service of SURF
© 2025 SURF
Deze rapportage bevat de resultaten van het onderzoek ‘5 jaar Bedrijveninvesteringszone in Nederland’,uitgevoerd door de Hogeschool van Amsterdam en Hogeschool Rotterdam in opdracht van Platform De Nieuwe Winkelstraat en Stad & Co in samenwerking met Provincie Noord-Holland. De opdracht is uitgevoerd door het Retail Innovation Platform, een samenwerkingsverband tussen 14 Hogescholen die praktijkonderzoek doen naar toekomstbestendige retail. De resultaten van het onderzoek zijn gepresenteerd op het seminar 5 jaar BIZ in Nederland in de Lichtfabriek in Haarlem op 4 november 2019.
MULTIFILE
Dashboard met data van de BIZ inventarisatie
LINK
Een bedrijveninvesteringszone, kortweg BIZ, is een afgebakend gebied waar ondernemers en/of vastgoedeigenaren samen investeren in hun omgeving. Ze maken het gebied aantrekkelijker, schoner, veiliger en/of duurzamer. Na vijf jaar experimenteren is de BIZ-wet in 2015 officieel in werking getreden en de afgelopen vijf jaar is het aantal flink gegroeid. In opdracht van Platform De Nieuwe Winkelstraat, Stad & Co en Provincie Noord-Holland deden de Hogeschool van Amsterdam en de Hogeschool Rotterdam een evaluatieonderzoek naar de BIZ. Het onderzoek bestaat uit een inventarisatie van alle BIZ’en in Nederland, een enquête onder actieve BIZ’en (door 117 BIZ-vertegenwoordigers ingevuld) en zeven case studies. In dit artikel ligt de focus op hoe de BIZ de samenwerking tussen vastgoedeigenaren kan versterken.
MULTIFILE
Gelukkig zijn wij op onze biologische bedrijven al jaren wakker dat kunstmest en bestrijdingsmiddel geen toegevoegde waarde meer geeft. Dat we onze koeien eiwitarmer dienen te voeren en naar onze mest kijken alsof het ons grootste goud is i.p.v. ernaar te kijken dat we stront stress hebben en niet weten waar we de stront moeten laten. De aanpassingen in het derogatie verhaal gaan dan ook gelukkig onze bedrijven voorbij. De opmerking dat biologische bedrijven bijna niet meer te onderscheiden zijn van gangbaar waait veel discussie op. De biologische bedrijven hebben al jaren in grond geïnvesteerd, zijn veel extensiever per ha dan gangbaar. Brengen hun overschot van mest, wanneer die er is, naar biologische akkerbouwbedrijven. Bedrijven die hier heel dankbaar voor zijn en iedere m3 mest goed benutten. Ze hebben allen geïnvesteerd in hoger dierwelzijn. (beter leven keurmerk ster 3 van de dierenbescherming komt automatisch toe aan bio bedrijven.) Maar deze voorsprong dienen we uit te buiten. En daar gaat dit traject over. Want ook wij als biologische bedrijven houden last van de gevolgen van het verleden in onze bodem. Alleen stoppen met gebruik van bestrijdingsmiddelen en kunstmest is niet voldoende. Binnen 10 jaar heeft de consument op haar telefoon een app met een scanner. Deze scanner scant bijvoorbeeld een appel wat daar allemaal in zit. Niet alleen aan mineralen maar ook aan verkeerde stoffen. Is dat en? Nee absoluut niet. Is het uitdagend? Ja zeker wanneer je als producent van voedsel aan kunt tonen dat je de echte OER voeding produceert. Ouderwets gezonds en heerlijk. Het meest opvallende is dat er nu geen verschil zit in de kwaliteit van de melk wanneer we kijken naar mineralen. Dus tussen gangbare en biologische melk. Dit is best bizar wanneer je zou verwachten dat je stopt met het gebruik van kunstmest, dat de oude kwaliteit dan weer terug zou komen. Maar niks is meer waar dan dat. Er is dus een grote puzzel te leggen om weer terug te komen bij de kwaliteit van onze producten van het tijdperk van voor de komst van bestrijdingsmiddelen en kunstmest. De tijd van ouderwets gezonde melk, OER melk. De missie is dat wij als biologische melkbedrijven met 3 jaar met glans en glorie onze melk zonder stress laten scannen op de voedingsstoffen. En dat wij dan het certificaat “OER” voeding krijgen! Dat de OVO-drieluik weer ingezet gaat worden om dit als een olie vlek uit te rollen.
Wire Arc Additive Manufacturing (WAAM) is een vorm van 3D metaalprinten waarbij een lasapparaat, gemonteerd op een industriële robotarm, laag voor laag 3D objecten print. Voordelen van WAAM ten opzichte van andere 3D metaalprinttechnieken zijn lagere kosten, groter printvolume en meer kg/h materiaal depositie. Ondanks de grote interesse in WAAM komen er maar mondjesmaat nieuwe toepassingen voorbij. Eén van de voornaamste struikelblokken voor de (WAAM) maakbedrijven is dat ze vaak een lang en onzeker traject met potentiële klanten doorlopen om tot een goede toepassing te komen. De bedrijven zijn hierdoor veel tijd en geld kwijt zonder duidelijk zicht op de uitkomst. Met name voor innovatieve bedrijven is dit geld dat ze liever uitgeven aan innovatie en ontwikkeling. Het doel van dit project is een selectiemethode voor WAAM te ontwikkelen waarmee maakbedrijven hun klanten snel en gericht advies kunnen geven over de toepassingsmogelijkheden van WAAM. Als uitgangspunt wordt een selectiemethode voor Selective Laser Melting (SLM) gebruikt. Deze selectiemethode is ontwikkeld in voorgaande 3D metaalprintprojecten (BIZ 1&2). De selectiemethode identificeert producten met de hoogste potentiële impact door bedrijfswaarden te koppelen aan sterktes van 3D metaalprinten. Door de SLM selectiemethode om te zetten naar WAAM kunnen WAAM maakbedrijven sneller tot een goed advies voor potentiële klanten komen. Op deze manier stimuleren we de zinvolle toepassing van WAAM als productietechniek en zorgen we ervoor dat maakbedrijven meer tijd kunnen besteden aan het (door)ontwikkelen van deze 3D metaalprinttechniek.
Dit projectvoorstel richt zich op het effect van digitale schermen in de etalage op het winkelbezoek. Retailers Kaas en Zo en Van Dijck Experience Store, de BIZ-vereniging van de Beethovenstraat en Stad&Co vragen zich af in hoeverre digitale schermen in de etalage invloed hebben op de bezoekersaantallen van een winkel. De praktijkvraag van dit projectvoorstel luidt: Leidt een digitaal scherm in de etalage tot meer bezoekers in de winkel en meer omzet én welke content (productfoto’s met of zonder prijsweergave) kan het beste worden weergeven op het scherm? Het Store Innovation Lab, bestaande uit het lectoraat Crossmedia en het lectoraat Digital Commerce van de Hogeschool van Amsterdam, wil deze vraag samen met de partners beantwoorden. Middels twee field experimenten bij de twee retailers, zal onderzocht worden 1) wat voor effect een scherm in de etalage heeft en 2) welke content het beste op het scherm kan worden weergegeven (productfoto’s met of zonder prijsweergave). Tevens is een doel van dit projectvoorstel om het bestaande consortium uit te breiden en een RAAK-mkb vooraanmelding in te dienen. Het project beoogt de volgende uitkomsten: • Instrument (gevalideerde vragenlijst) om te meten of een technologie invloed heeft op o.a. de bezoekersintentie. • Uitvoeren van 2 experimenten in de Beethovenstraat Amsterdam. • Rapportage van uitkomsten experimenten. • Schriftelijk advies aan mkb-retailers en vakpublicatie over de inzet van digitale schermen in de etalage. • Bijeenkomst in de vorm van een presentatie aan mkb’ers en studenten over uitkomsten van het onderzoek. • Wetenschappelijke publicatie omtrent schermen, traffic en omzet. • Bijeenkomsten met retailers, technologiebedrijven en kennispartijen om consortium uit te breiden. • Interne vooraanmelding voor RAAK-mkb.