Service of SURF
© 2025 SURF
Now that collaborative robots are becoming more widespread in industry, the question arises how we can make them better co-workers and team members. Team members cooperate and collaborate to attain common goals. Consequently they provide and receive information, often non-linguistic, necessary to accomplish the work at hand and coordinate their activities. The cooperative behaviour needed to function as a team also entails that team members have to develop a certain level of trust towards each other. In this paper we argue that for cobots to become trusted, successful co-workers in an industrial setting we need to develop design principles for cobot behaviour to provide legible, that is understandable, information and to generate trust. Furthermore, we are of the opinion that modelling such non-verbal cobot behaviour after animal co-workers may provide useful opportunities, even though additional communication may be needed for optimal collaboration. Marijke Bergman, Elsbeth de Joode, +1 author Janienke Sturm Published in CHIRA 2019 Computer Science
MULTIFILE
Wat is de rol van leidinggevenden bij het geven en benutten van professionele ruimte in teams? Aan de hand van de literatuur en interviews met 17 opleidingsmanagers in het hoger onderwijs verkennen we het concept ‘professionele ruimte’ en de mogelijkheden voor leidinggevenden om effectief gebruik van professionele ruimte in teams te stimuleren.
Elke periode kent zijn eigen revolutie en elke revolutie brengt zijn eigen organisatorische model met zich mee. We bevinden ons nu in de 4e industri¨ele revolutie, waar het internet van dingen ons verbindt met autonome embedded systemen. Deze systemen zijn actief in de virtuele ’cyber’ wereld, alsook in de echte ’fysieke’ wereld om ons heen. Deze zogenoemde ’Cyber-Fysieke’ Systemen volgen daarmee een modern organisatorisch model, namelijk zelfmanagement, en zijn dan ook in staat zelf proactieve acties te ondernemen. Dit proefschrift belicht productiesystemen vanuit het Cyber-Fysieke perspectief. De productiesystemen zijn hier herconfigureerbaar, autonoom en zeer flexibel. Dit kan enkel worden bereikt door het ontwikkelen van nieuwe methodes en het toepassen van nieuwe technologie¨en die flexibiliteit verder bevorderen. Echter, effici¨entie is ook van belang, bijvoorbeeld door productassemblage zo flexibel te maken dat het daardoor kosteneffici¨ent is om de productie van diverse producten met een lage oplage, zogenaamde high-mix, low volume producten, te automatiseren. De mogelijkheid om zo flexibel te kunnen produceren moet bereikt worden door de creatie van nieuwe methoden en middelen, waarbij nieuwe technologie¨en worden gecombineerd; een belangrijk aspect hierbij is dat dit toepasbaar getest moet worden door gebruik van simulatoren en speciaal hiervoor ontwikkelde productiesystemen. Dit onderzoek zal beginnen met het introduceren van het concept achter de bijbehorende productiemethodologie, welke Grid Manufacturing is genoemd. Grid Manufacturing wordt uitgevoerd door autonome entiteiten (agenten) die zowel de productiesystemen zelf, als de producten representeren. Producten leven dan al in de virtuele cyber wereld voordat zij daadwerkelijk zijn gebouwd, en zijn zich bewust uit welke onderdelen zij gemaakt moeten worden. De producten communiceren en overleggen met de autonome herconfigureerbare productiesystemen, de zogenaamde equiplets. Deze equiplets leveren generieke diensten aan een grote diversiteit aan producten, die hierdoor op elk moment geproduceerd kunnen worden. Het onderzoek focust hierbij specifiek op de equiplets en de technische uitdagingen om dynamisch geautomatiseerde productie mogelijk te maken. Om Grid Manufacturing mogelijk te maken is er een set van technologische uitdagingen onderzocht. De achtergrond, onderzoeksaanpak en concepten zijn dan ook de eerste drie inleidende hoofdstukken. Daarna begint het onderzoek met Hoofdstuk 4 Object Awareness. Dit hoofdstuk beschrijft een dynamische manier waarop informatie uit verschillende autonome systemen gecombineerd wordt om objecten te herkennen, lokaliseren en daarmee te kunnen manipuleren. Hoofdstuk 5 Herconfiguratie beschrijft hoe producten communiceren met de equiplets en welke achterliggende systemen ervoor zorgen dat, ondanks | Dutch Summary 232 dat het product niet bekend is met de hardware van de equiplet, deze toch in staat is acties uit te voeren. Tevens beschrijft het hoofdstuk hoe de equiplets omgaan met verschillende hardwareconfiguraties en ondanks de aanpassingen zichzelf toch kunnen besturen. De equiplet kan dan ook aangepast worden zonder dat deze opnieuw geprogrammeerd hoeft te worden. In Hoofdstuk 6 Architectuur wordt vervolgens dieper ingegaan op de bovenliggende architectuur van de equiplets. Hier worden prestaties gecombineerd met flexibiliteit, waarvoor een hybride architectuur is ontwikkeld die het grid van equiplets controleert door het gebruik van twee platformen: Multi-Agent System (MAS) en Robot Operating System (ROS). Nadat de architectuur is vastgesteld, wordt er in Hoofdstuk 7 onderzocht hoe deze veilig ingezet kan worden. Hierbij wordt een controlesysteem ingevoerd dat het systeemgedrag bepaalt, waarmee het gedrag van de equiplets transparant wordt gemaakt. Tevens zal een simulatie met input van de sensoren uit de fysieke wereld ’live’ controleren of alle bewegingen veilig uitgevoerd kunnen worden. Nadat de basisfunctionaliteit van het Grid nu compleet is, wordt in Hoofdstuk 8 Validatie en Utilisatie gekeken naar hoe Grid Manufacturing gebruikt kan worden en welke nieuwe mogelijkheden deze kan opleveren. Zo wordt er besproken hoe zowel een hi¨erarchische als een heterarchische aanpak, waar alle systemen gelijk zijn, gebruikt kan worden. Daarnaast laat het hoofdstuk o.a. aan de hand van enkele voorbeelden en simulaties zien welke effecten herconfiguratie kan hebben, en welke voordelen deze aanpak zoal kan bieden.. Het proefschrift laat zien hoe met technische middelen geautomatiseerde flexibiliteit mogelijk wordt gemaakt. Hoewel het gehele concept nog volwassen zal moeten worden, worden er enkele aspecten getoond die op de korte termijn toepasbaar zijn in de industrie. Enkele voorbeelden hiervan zijn: (1) het combineren van gegevens uit diverse (autonome) bronnen voor 6D-lokalisatie; (2) een data-gedreven systeem, de zogeheten hardware-abstractielaag, die herconfigureerbare systemen controleert en de mogelijkheid biedt om deze productiesystemen aan te passen zonder deze te hoeven herprogrammeren; en (3) het gebruik van Cyber-Fysieke systemen om de veiligheid te verhogen.
MULTIFILE
In Nederland heeft slechts 1% van de blinden een blindengeleidehond, terwijl een geleidehond het ideale hulpmiddel voor de doelgroep is. Een hond neemt de zichtfunctie over en neemt autonome navigatiebeslissingen wat een aanzienlijke fysieke energiebesparing oplevert voor de gebruiker. Helaas is een blindengeleidehond niet geschikt voor iedereen met een visuele beperking. Blindsight Mobility ontwikkelt een elektronisch sensor-gestuurd alternatief van een blindengeleidehond dat voor een bredere doelgroep toegankelijk is. Met moderne technieken brengt het zijn omgeving in kaart en begeleidt zijn gebruiker aan de hand, net als een geleidehond. Daarbovenop worden functionaliteiten toegevoegd die alleen mogelijk zijn met een elektronisch hulpmiddel.
Twee instituten van de HU gaan per 1 januari 2023 fuseren. Het nieuwe instituut streeft naar het realiseren van een teamgerichte organisatie met semi-autonome onderwijsteams waar de student centraal staat en waarmee de regelruimte en het werkplezier van docenten wordt vergroot.
Twee instituten van de HU gaan per 1 januari 2023 fuseren. Het nieuwe instituut streeft naar het realiseren van een teamgerichte organisatie met semi-autonome onderwijsteams waar de student centraal staat en waarmee de regelruimte en het werkplezier van docenten wordt vergroot. Doel Het project betreft een ontwerpgericht onderzoek met als doel een teamgerichte organisatie: een eenvoudige en platte organisatie met kleinschalige semi-autonome onderwijsteams die door de docenten zelf ontworpen en ingevoerd wordt en waarin de student het uitgangspunt vormt. Relevantie De kennis die uit dit project voortvloeit kan van toegevoegde waarde zijn voor andere instituten of opleidingen binnen de HU, maar ook voor andere hogescholen en het MBO die toe willen werken naar een eenvoudige organisatie waarin de bedoeling centraal staat en de professionals in hun kracht staan. Resultaten Het ontwerp van een nieuwe teamgerichte organisatie en implementatie in de praktijk; Inzicht in: Het huidige ontwerp van onderwijsteams en het nieuwe ontwerp; Het huidige zelforganiserend vermogen van teams voor en na implementatie van het nieuwe organisatieontwerp; Hoeverre huidige en nieuwe teamontwerpen voldoen aan ontwerpcriteria t.b.v. een teamgerichte organisatie; Ervaringen van studenten t.a.v. het huidige onderwijs en onderwijs na invoering teamgerichteorganisatie; De kennis die uit dit onderzoek voortvloeit, wordt vervolgens overdraagbaar gemaakt in de vorm van een handreiking voor andere opleidingen of instituten. Looptijd 01 februari 2022 - 01 juli 2023 Aanpak Het ontwerpgerichte onderzoek wordt uitgevoerd via een stapsgewijze aanpak, waarbij procesbegeleiding wordt geboden door twee onderzoekers van de lectoraten Organiseren van Waardig Werk en Werken in Onderwijs. Het flankerend onderzoek wordt daarnaast uitgevoerd door studenten Human Resource Management en Bedrijfskunde.