Service of SURF
© 2025 SURF
Op basis van een longitudinaal onderzoek onder (oorspronkelijk)120 jongeren die vanaf 1990 regelmatig werden geinterviewd, wordt beschreven welke veranderingen zich voordoen in de zorg-werk orientaties van jonge ouders en uitstellers van ouderschap. Ook wordt geanalyseerd welke factoren deze veranderingen beinvloeden. In een theoretische inleiding wordt beschreven hoe de verschillende moderniseringsparadoxen in het leven van kinderen, vrouwen en mannen bijdragen aan het in stand houden van het zogenoemde anderhalf model waarbij mannen voltijds werken en vrouwen arbeid en zorg combineren. Op basis van gegevens uit vijf rondes van interviews onder (inmiddels) 27-31 jarige jongvolwassenen werd een indeling gemaakt in keuzebiografische en standaardbiografische ouders en uitstellers van ouderschap. Van alle groepen wordt beschreven hoe zij met hun partners onderhandelen over de zorg-arbeid verdeling en van welke vorm van kinderopvang zij gebruik (wensen) te maken. De resultaten laten zien dat jong volwassenen in Nederland vooral op een pragmatisch niveau onderhandelen. Voor jonge vrouwen blijkt het belangrijk dat hun partners bijdragen aan huishoudelijk werk en meehelpen bij de zorg voor hun kinderen gedurende de drukste uren van de dag. Maar met betrekking tot meer fundamentele vragen zoals een (her) verdeling van betaalde arbeidsuren en zorguren tussen partners en gebruik maken van verlofregelingen worden behoeften en wensen nauwelijks uitgewisseld.
Onderzoek uitgevoerd in opdracht van de Directie Coordinatie Emancipatiebeleid van het Ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid.Het onderzoek sluit aan bij een longitudinaal onderzoek (JOA of Jongeren en Arbeid) waarbij jongeren vanaf 1988 gevolgd werden bij hun keuzeprocessen op het gebied van opleiding, arbeid, relatievorming en zorgtaken. In dit onderzoek zijn de (toen inmiddels) 27-31- jarigen uitvoerig geinterviewd over hun arbeid-zorg trajecten, over de arbeid-zorgverdeling tussen partners en onderhandelingen hierover, over de invloed van verdiensituaties (inkomen, arbeidstijden enz.) op het al dan niet gebruik maken van kinderopvang en ouderschapsverlof. In het rapport wordt onderscheid gemaakt in de taakverdelingen van standaardbiografisch en keuzebiografisch georienteerde ouders. De keuze voor een ongelijke arbeid- zorgverdeling blijkt vaak al gemaakt te zijn voordat vrouwen zwanger zijn van hun eerste kind. (Verwachtingen over) de kwaliteit van de levensstandaard en levenswijze, kosten voor levensonderhoud, ongelijke verdiensituaties van mannen en vrouwen dragen eraan bij dat vaders - ondanks eerdere opvattingen over gelijke verdeling van arbeid en zorg -fulltime werken. Ervaringen met lange wachtlijsten, geringe flexibiliteit en te hoge kosten voor kinderopvang, en het ontbreken van verlofregelingen c.q. slechte voorlichting hierover ontmoedigen moeders om zorg te combineren met ambitieus werk. Het rapport bevat casestudies over keuzes die de verschillende groepen ouders tussen hun 16e en 31e levensjaar maken en bijstellen.
Begin 2020 heeft de gemeente Den Haag aan De Haagse Hogeschool (Lectoraat Urban Ageing) gevraagd om samen met Hulsebosch Advies en AFEdemy een integrale monitor te ontwikkelen en uit te voeren waarbij, door middel van kwalitatieve en kwantitatieve methoden, onderzoek wordt gedaan naar de stand van zaken van Den Haag als seniorvriendelijke stad en tevens te kijken naar huidige trends aangaande ouderen. Tevens vroeg de gemeente om de ontwikkeling van een meetinstrument dat in de toekomst eenvoudig bij herhaling kan worden ingezet voor onderzoek: de standaard Age Friendly Cities and Communities Questionnaire (AFCCQ) voor ouderen1. In een stadsenquête en in zogenaamde stadsateliers zijn ouderen gevraagd naar hun bevindingen. In totaal hebben 393 Haagse ouderen meegedaan aan de enquête en 50 aan de stadsateliers. De aan de ouderen gestelde vragen gingen over de volgende acht onderwerpen die volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gezamenlijk de seniorvriendelijkheid van een stad bepalen: ●Huisvesting; ●Sociale participatie; ●Respect en sociale inclusie; ●Burgerschap en werkgelegenheid; ●Communicatie en informatie; ●Sociale en gezondheidsvoorzieningen; ●Buitenruimte en gebouwen; ●Transport; ● en aanvullend, een negende domein: Financiën. CC-BY NC ND https://www.dehaagsehogeschool.nl/onderzoek/lectoraten/details/urban-ageing#over-het-lectoraat
MULTIFILE