Service of SURF
© 2025 SURF
Boven titel staat vermeld: De symbiose van biologie en technologie. Zowel vanuit het Applied Science onderwijs als vanuit het werkveld kwam er meer vraag om biologische expertise toe te voegen aan het bestaande lectoraat Thin Films & Functional Materials.
De fysische, chemische en microbiologische gevaren van het opwerken van vezelcomponenten uit reststromen van uien zijn geanalyseerd op basis van literatuuronderzoek. Uienreststromen zijn geschikt voor het winnen van olie door middel van stoomdestillatie of eiwitten door middel van iso-elektrische precipitatie. Bij deze processen wordt ook de uienschil verwerkt. Er blijft o.a. een vezelrijke fractie over die in principe geschikt is voor humane consumptie. Fysische vreemde delen vormen zeer zelden een acuut risico voor de gezondheid. De meest voorkomende pesticiden op ui zijn maleïnehydrazide, fluopyram en fipronil. Incidenteel kan de maximaal toelaatbare hoeveelheid van een pesticide overschreden worden, maar dit heeft geen acute nadelige gezondheidsgevolgen. Van zware metalen is er alleen Europese wetgeving voor gehaltes aan lood en cadmium in ui. Microbiologische gevaren voor de processen zijn gerelateerd aan vegetatieve cellen, toxines of sporen van pathogenen. Vegetatieve cellen zijn alleen een risico voor onverhitte vezelfracties of na kruisbesmetting. Toxines kunnen nog actief zijn na stoomdestillatie en ook na pasteurisatie van eiwitpasta. Hetzelfde geldt voor de sporen van bacteriën. Om ontkieming van sporen te voorkomen moet de uienstroom boven 48 °C gehouden worden of snel worden gekoeld .
MULTIFILE
Het Nieuwe Telen (HNT) heeft in haar theoretisch kader de teeltprocessen ingedeeld in zes balansen. De energiebalans, de waterbalans en de assimilatenbalans van de plant en de CO2 balans, de vochtbalans en de energiebalans van de kas. In dit project is onderzocht of de mineralenbalans, de ecologische balans en de hormoonbalans nuttige aanvullingen zijn op de bestaande balansen van HNT. Aanbevelingen: faciliteer onderzoek naar metingen die het mogelijk maken de status van de plant te volgen m.b.t. de mineralenbalans en ecologische balans.
De besmetting van tulpenbollen door de agressieve schimmel, Fusarium oxysporum f.sp. tulpiae, ook wel zuur genoemd, is een grote zorg in de tulpenindustrie. Dit project, getiteld ?Fusarium besmetting van de tulp? richt zich op het ontwikkelen van producten en praktische richtlijnen voor kwekers, broeiers en exporteurs in de tulpenbranche, welke moeten resulteren in een sterke vermindering van aantasting van de tulp door de schimmel. Het hiervoor benodigde onderzoek staat onder leiding van het lectoraat Innovatieve Moleculaire Diagnostiek en het Centre of Expertise Generade van de Hogeschool Leiden. In het project participeren kennisinstellingen, MKB-bedrijven uit de tulpenbranche en bedrijven met een specifieke expertise op gebied van gewasbescherming en Genomics. Het project bestaat uit vier deelonderzoeken: 1. Een inventarisatie van de risicofactoren op infectie van de tulp dient als basis van het project. Dit levert een goed uitgangspunt voor onderzoek naar de interactie tussen Fusarium als gast, de tulpenbol als gastheer en de bodem als omgevingsfactor. Ten behoeve van de inventarisatie zal een kwantitatieve diagnostische test worden ontwikkeld voor het aantonen van Fusarium in de bodem, in water, in lucht en in de tulpenbol zelf zodat kan worden aangetoond waar in de keten het risico op verspreiding van de schimmel aanwezig is. 2. Het Fusarium onderzoek zal zich richten op genetische factoren die bepalend zijn voor de virulentie ofwel de ziekteverwekkende eigenschappen van de schimmel die specifiek gericht zijn tegen de tulp. Dit zal gebeuren met behulp van Next Generation Sequencing. 3. Daarnaast richt het onderzoek zich op mogelijkheden ter bescherming van de tulpenbol tijdens verschillende handelingen (vooral tijdens en na het rooiproces). Er wordt nagegaan wat het effect is van coating van de tulpenbol met antagonisten die een afweerfunctie tegen Fusarium hebben. 4. Op dit moment wordt veelal gebruik gemaakt van agressieve chemische middelen om de grond te ontsmetten voordat de tulpenbollen worden geplant. Deze behandeling is niet of nauwelijks effectief tegen Fusarium. Een vierde pijler van het onderzoek zal daarom gericht zijn op de verbetering van de bodem. Doormiddel van de analyse van het effect van de aanwezigheid van antagonisten in de bodem wordt nagegaan of dit bescherming kan bieden tegen Fusarium besmetting van de tulp.
Dit postdoc-onderzoek wordt uitgevoerd door dr. Barbara Schrammeijer, hogeschooldocent bij de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek en coördinator van de onderzoekslijn Biobased Materialen en Moleculen van LabAcademy. Het onderzoek wordt gepositioneerd in het Kenniscentrum Duurzame Havenstad in aansluiting op het werkveld van twee lectoren. Vanuit het instituut EAS, waartoe BML behoort, sluit dit onderzoek aan op de daar opgezette TechCoP onder het thema Biobased en Circulair. De regio Rotterdam kent een grote Agro-sector. Deze sector heeft in toenemende mate moeite om voldoende inkomsten te genereren en zoekt naar duurzame oplossingen om deze inkomsten te vergroten. Een van de mogelijke routes is het nuttig gebruiken van de groene reststromen uit hun productie. Centrale vraag in het postdoc-onderzoek is hoe bestaande groenstromen uit de regio zo optimaal mogelijk kunnen worden verwaard, kijkend naar volume, technologische toepassingen, economische opbrengst en praktische organisatie. Hiervoor worden methodieken ontwikkeld om bestaande groenstromen vervolgens systematisch te benaderen, resulterend in een optimale verwaarding en verdere verduurzaming van de Agro-sector. In eerste instantie ligt de focus op het verwaarden van reststromen van drie bloemsoorten met de waardepiramide van groene grondstoffen als basis. Verschillende opleidingen zullen de verwaardingsmogelijkheden van deze groenstromen per piramidelaag gaan onderzoeken. Daarnaast zullen de logistieke mogelijkheden worden onderzocht om de groenstromen op grote schaal te organiseren en zal bekeken worden welke verdienmodellen dit voor de potentiële verwaardingen per piramidelaag oplevert. Uit de conclusies per piramidelaag zal de conclusie worden getrokken over de ideale volgorde van groenstroomscheiding en -bewerkingsmethoden om de groenstroom op alle relevante en bruikbare piramidelagen duurzaam te kunnen verwaarden en hier een meta-verdienmodel voor te ontwikkelen. Doel voor het onderwijs is te komen tot intensieve samenwerking met diverse opleidingen van meerdere instituten op dit thema en daar gezamenlijk kennis en onderwijs uit te ontwikkelen dat bijdraagt aan het zo optimaal mogelijk verwaarden van groenstromen.
Jaarlijks genereert de Nederlandse agrosector ongeveer 9,5 Megaton aan rest/zijstromen. Telers zijn daarom hard op zoek naar oplossingen om deze rest/zijstromen op aanwezige plantenstoffen liefst zo hoogwaardig mogelijk te benutten. Om meer kennis van deze plantenstoffen te ontwikkelen, is de Extractenbibliotheek gecreëerd, die ruim 2200 plantenextracten bevat uit de Nederlandse tuinbouw. Van plantenstoffen is o.a. bekend dat zij antimicrobiële- en/of antikankerwerking kunnen vertonen. Hogeschool Rotterdam (HR) wil daarom de medische sector en de agrosector met elkaar verbinden d.m.v. de ontwikkeling en uitvoering van verschillende innovatieve methodes om de extracten uit deze Extractenbibliotheek te onderzoeken op zowel antimicrobiële- als antitumorwerking in respectievelijk bacteriële testsystemen en een in vitro humaan celkweekmodel dat uitzaaiingen (metastase) van kanker in botten nabootst. Antibioticaresistentie is wereldwijd een groot en groeiend probleem, en ook naar het bot gemetastaseerde kanker is een aandoening waarvoor nog geen afdoende effectieve behandeling bestaat. Voor beide is er vanuit de medische sector daarom grote behoefte aan nieuwe therapieën. In samenwerking met onderzoekers van het ErasmusMC zullen daarvoor op HR en het VARTA Valorisatielab methodes worden opgezet om de extracten te screenen op antimicrobiële werking. Tegelijkertijd wordt het effect van dezelfde extracten op gemetastaseerde prostaatkanker getest door onderzoekers bij het ErasmusMC. Positieve resultaten zullen bij het ErasmusMC diepgaander worden onderzocht. Tegelijkertijd worden deze positieve resultaten gebruikt om bij HR i.s.m. betrokken telers en veredelaars technologie op te zetten ter identificatie van de werkzame stoffen en optimalisatie van deze stoffen in de aanzet tot aangepaste teeltcondities, variëteiten, en extractiemethoden. Door verschillende in dit consortium opgenomen overkoepelende organisaties zoals INNO Growers, Dubbel Doel Flora en Greenport West-Holland, kunnen de onderzoeksresultaten niet alleen met een enorm netwerk aan telers en veredelaars worden gedeeld, maar is tevens veel expertise in huis om vanuit de circulaire doelstellingen uiteindelijk te komen tot Biobased producten en nieuwe verdienmodellen.