Service of SURF
© 2025 SURF
Dit onderzoek laat zien hoe in de steden Amsterdam, Haarlem en Rotterdam na de transitie van het sociaal domein structuur is gegeven aan de zorg voor en ondersteuning van jongeren van 12 tot 23 jaar en welke rol wijkteams daarin vervullen. Per stad zijn ook vergelijkenderwijs verschillen en overeenkomsten naar voren gebracht, waaronder fricties en aandachtspunten die zich in beleid en uitvoering voordoen. De inzichten uit dit onderzoek hebben een basis geboden voor het vervolgonderzoek Ondersteuning Jeugd in Overgang naar Volwassenheid dat van 2017-2022 is uitgevoerd met RAAK-Pro financiering van Stichting Innovatie Alliantie (SIA).
Een verkennend onderzoek in Amsterdam, Haarlem en Rotterdam. Amsterdam, Haarlem, Rotterdam. Ard is mede auteur. In deze verkenning wordt een systematisch beeld opgebouwd van de sociale infrastructuur in drie steden, gericht op jeugdigen. Ook word gekeken in hoeverre deze infrastructuur ‘op papier’ toegankelijk en bereikbaar is.
Door heel Nederland worden sociale wijkteams ingevoerd om de sociale transformatie in gemeenten gestalte te geven. Het gaat hierbij niet alleen om een verandering in beleid of om het opnieuw en anders te organiseren van het werk, maar ook om een verandering in denken en doen. Essentieel is dat leden van deze teams betekenis geven aan de transformatie, en deze toepassen in hun werk en beroepsmatig handelen. Gesproken wordt van een “cultuurverandering’die te bereiken is wal wijkprofessionals reflectieve praktijken ontwikkelen waarbij ze leren van de nieuwe werkelijkheid.
Sinds de invoering van de Jeugdwet op 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor zowel het preventief jeugdbeleid (waaronder de jeugdgezondheidszorg) als de (gespecialiseerde) jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering. In veel gemeenten is gekozen voor het werken met wijkteams om deze verantwoordelijjkheid vorm te geven. In Amsterdam zijn dit de zgn. Ouder- en Kindteams (OKT’s). In deze teams werken jeugdgezondheidszorg en jeugdhulp samen. Als onderdeel van de preventieve taak kent de gemeente Amsterdam de Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht (AAGG). Deze aanpak kent verschillende onderdelen. Eén daarvan is de begeleiding van gezinnen met kinderen met morbide obesitas door de jeugdverpleegkundige vanuit de OKT’s. De jeugdverpleegkundige is daarbij de centrale zorgverlener (CZV) en coördineert de hulp rond het gezin en aan het kind. Dit is een nieuwe rol die nieuwe competenties van hen vergt. Niet langer draait de jeugdverpleegkundige een spreekuur voor ouders om de ontwikkeling van jonge kinderen te volgen. Als CZV werkt de jeugdverpleegkundige samen met andere disciplines rond het gezin, heeft een blijvende lerende attitute, heeft een flexibele houding en stelt het zelfmanagement van gezinnen centraal. Dit vergt nieuwe, 21st century competenties (Noorda, 2012). In de project werken de Gemeente Amsterdam (AAGG), de GGD Amsterdam, het Lectoraat Kwaliteit & Effectiviteit in de Zorg voor Jeugd, de opleiding Verpleegkunde en het uistroomprofiel jeugdzorgwerker (allen Hogeschool van Amsterdam) samen om de kerncompetenties voor de CZV in kaart te brengen en na te gaan hoe (toekomstige) jeugdverpleegkundigen het beste voorbereid kunnen worden op hun rol als CZV. Dit gebeurt aan de hand van focusgroepen met jeugdverpleegkundigen en interviews met 5 gezinnen en de bij hen betrokken hulpverleners. Producten zijn: lijst met kerncompetenties voor de CZV, factsheet met do’s en don’ts voor de CZV, een verslag, een artikel in een vakblad en lessen/een training voor de minor Kind (Verpleegkunde) en de uitstroomprofiel jeugdzorgwerker.