Service of SURF
© 2025 SURF
Klinische lessen die gegeven worden in de praktijk voor en door studenten en zorgmedewerkers worden doorgaans slecht bezocht. Bovendien is het vaak niet helder tot welke gedragsverandering deze lessen leiden. In een klinische les+ trainen zorgmedewerkers van Zonnehuisgroep Amstelland en studenten van het Leer- en Innovatie- Netwerk (LIN) van Hogeschool Inholland samen hun collega’s en medestudenten. In dit artikel beschrijven wij hoe de les zelf wordt voorbereid en wat de activiteiten zijn die daarna ontplooid worden om tot een toepassing van de geleerde kennis of vaardigheid te komen. Met de klinische les+ werk je niet alleen aan deskundigheidsbevordering op een specifiek onderwerp, maar lever je ook een belangrijke bijdrage aan de leercultuur in een team.
LINK
Een bundel met teksten samengesteld door cliënten, zorgmedewerkers, robotonderzoekers en schrijvers.Hoe ziet de zorg voor mensen met dementie er in de toekomst uit alssociale robots hierbij een serieuze rol krijgen?Met verbeelding maken de schrijvers in deze bundel voorstelbaar en inzichtelijk wat dit zou betekenen voor de mensen met dementie, voor de betrokken zorgmedewerkers, voor de naaste omgeving en voor techneuten.Tegelijkertijd laten de teksten zien welke impact sociale robots kunnenhebben op de organisatie van de zorg. Maar in de eerste plaats gaat de bundel over betekenisvolle interactie en kwaliteit van (samen)leven: denk je dat de robot eenzaam is ’s nachts?Schrijvers werkten samen met oudere mensen met dementie, zorgmedewerkers en robotonderzoekers om de toekomstbeelden op papier te zetten.Deze publicatie komt voort uit het project Robotstories: Speculatievescenario’s voor sociale robots in de zorg. HKU, Wintertuin, ArtEZ en de Vrije Universiteit Amsterdam werkenhierin samen met schrijvers en zorginstellingen aan verhaalpakkettenvoor sociale zorgrobots.Dit onderzoeksproject is medegefinancierd door Regieorgaan SIA, onderdeel van de Nederlandse Organisatie voor WetenschappelijkOnderzoek (NWO).
In dit project wordt onderzoek gedaan naar de 21st century skills van de verzorgende en begeleider in de zorgsector. Het zijn beroepen waarin de tekorten snel oplopen én waar tegelijkertijd een terugloop van het aantal studenten voor de opleidingen is. Op opleidingsniveau heeft o.a. Da Vinci college een brede opleiding gerealiseerd met drie uitstroomprofielen. Hierdoor worden studenten breder opgeleid en kunnen na de opleiding flexibeler ingezet worden. Bovendien hoeven ze pas later een keuze te maken, hetgeen o.a. de uitval vermindert. Maar ook het werk zelf verandert, mede als gevolg van een veranderende visie op gezondheid en nadruk op meer zelfregie. Dit betekent dat het beroepsbeeld (beroepshandelingen, beroepsproducten en gevraagde competenties), ook verandert. Er ligt meer nadruk op de 21st century skills. Hoe ziet het nieuwe beroepsbeeld er uit? Voor opleidingen en ook voor zorgorganisaties die hun verzorgenden en begeleiders willen bijscholen of nieuwe medewerkers willen aantrekken is het zaak om zicht te krijgen op wat er precies verandert in de beroepsprofielen en hoe de bijbehorende 21st century skills er uit zien. Dit onderzoek beoogt een realistisch, concreet én ook aantrekkelijk beroepsbeeld te genereren, door de 21st century skills te koppelen aan actuele (kritische) beroepshandelingen en -producten. Dit beeld wordt gerelateerd aan de (veranderende) context én -in een narratief- gekoppeld aan een persoon. Daarmee werken we voorbeelden uit van breed opgeleide zorgmedewerkers in de beroepspraktijk, inclusief les-/voorlichtingsmateriaal, om geïnteresseerde scholieren, studenten en professionals daar zo goed mogelijk op voor te bereiden en een gefundeerde keuze te bevorderen. Bovendien is dit project een voorbeeld hoe maatschappelijke organisaties en onderwijs samen kunnen werken aan vernieuwing van functieprofielen én aan toekomstbestendig opleiden tbv de veranderende arbeidsmarkt. Het is tevens voorbeeld voor andere beroepen, vandaar de parallelle aanvraag Crossovers in de techniek (ook Inholland en De Haagse Hogeschool).
A feeling of worry, anxiety, loneliness and anticipation are commonplace in both medical and non-medical arenas such as elderly care. An innovative solution such as the ‘simple and effective’ comfyhand would offer better patient care and improved care efficiency with a high chance of long-term, economic efficiency. ComfyHand is a start-up in the healthcare sector that aims to develop sustainable products to improve patient wellbeing in healthcare settings. It does this by emulating the experience of holding a hand which gives the person comfort and support in moments where real human contact is not possible. Right now the comfyhand is in the development phase, working on several prototypes for test trials in elderly care and hospitals. In this project we want to explore the use of 3D printing for producing a comfyhand. Desired properties for the prototype include optimal heat transfer, softness, regulation of sweat, durability and sustainability. The goal of this study is to develop a prototype to test in a trial with patients within Envida, a care centre. The trial itself is out of scope of this project. This proposal focuses on researching the material of choice and the processability. Building on knowledge gained in a previous Kiem GoChem project and a Use Case (Shape3Dup) of a currently running Raak MKB project (Enlighten) on 3D printing of breast prostheses, several materials, designs and printing parameters will be tested.
De kraamzorg speelt een cruciale rol in de Nederlandse gezondheidszorg, maar kampt steeds meer met personeelstekorten, wat de kwaliteit van zorg onder druk zet. Volgens een rapport van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (GJZ) heeft dit tekort een significante impact op de kwaliteit van de kraamzorg. Kraamzorgorganisaties moeten vaak zorguren verminderen tijdens geboortepieken en in sommige gevallen hun werkgebied verkleinen. Verder is het plannen van kraamzorgmedewerkers uitdagend. Kraamzorgorganisaties plannen hun zorgverleners op basis van de verwachte bevallingsdatum, die vaak enkele dagen tot zelfs weken afwijkt van de werkelijke bevallingsdatum. Deze onzekerheid maakt het lastig om de zorgcapaciteit efficiënt te organiseren en zorgt voor planningsproblemen, omdat de daadwerkelijke bevallingsdatum moeilijk te voorspellen is. Dit onderzoek richt zich op het verbeteren van de planbaarheid van de kraamzorg op twee manieren. Enerzijds wordt in nauwe samenwerking met Atermes, marktleider in administratieve software voor de kraamzorg, onderzocht of de bevallingsdatum nauwkeuriger kan worden voorspeld. Hierbij wordt een afweging gemaakt tussen het gebruik van de grote hoeveelheid historische data over het kraamzorgproces, die Atermes beschikbaar kan stellen, en de ethische/juridische aspecten van het gebruik van deze data, evenals van voorspellende modellen zoals Machine Learning. Anderzijds zal, samen met de kraamzorgorganisaties, worden onderzocht of tijdens de zwangerschap, en met name in de periode rond de uitgerekende bevallingsdatum, de verschillende stakeholders in dit proces meer informatie kunnen delen die indicatief kan zijn voor het moment van bevalling.