Service of SURF
© 2025 SURF
Aan de Vereniging Dorpsbelangen Adorp is advies uitgebracht over hoe zij voor Adorp een dorpsvisie kan ontwikkelen. Er zijn adviezen gegeven over het proces om een dorpsvisie tot stand te brengen en over de mogelijke inhoud van de dorpsvisie. Een dorpsvisie wordt door de auteurs gezien als een document waarin de ambities van de dorpsgemeenschap staan verwoord, die langdurig houdbaar zijn. Als hoofdambitie wordt aanbevolen om Adorp te zien als een 'duurzaam dorp met een betrokken en actieve gemeenschap'. De adviezen gaan over de woonomgeving, het wonen, het sociale klimaat, voorzieningen en het organiserend vermogen. Aan de basis van de adviezen lagen interviews met inwoners, de lokale overheid en maatschappelijke organisaties en een inwonersonderzoek. Van het inwonersonderzoek is een onderzoeksrapport verschenen (Rozema, J. (2013). Adorp 2012. Hoe waarderen inwoners van Adorp hun leefomgeving? Kenniscentrum NoorderRuimte, Hanzehogeschool Groningen).
De dorpsvereniging van Westerbroek legt ieder 10 jaar wensen en verwachtingen van inwoners ten aanzien van de leefbaarheid van hun leefomgeving vast in een dorpsvisie om er vervolgens -waar mogelijk- ook mee aan de slag te gaan. Dit jaar -2023- is de laatste Dorpsvisie 2012-2022 aan opvolging toe door een nieuwe dorpsvisie voor de periode 2023-2033. Dit onderzoeksrapport geeft de dorpsvereniging handreikingen vanuit inwonerperspectief voor het opstellen ervan. Het doel van een dorpsvisie is om een leidraad te vormen voor toekomstige beslissingen en acties die eraan bijdragen aan dat Westerbroek een prettige en leefbare plek is en blijft voor inwoners om te wonen, werken en recreëren.
Aan de Dorpsvereniging Westerbroek is advies uitgebracht over hoe zij voor Westerbroek een nieuwe dorpsvisie kan ontwikkelen. Er zijn adviezen gegeven over het proces om een dorpsvisie tot stand te brengen en over de mogelijke inhoud van de dorpsvisie. Een dorpvisie wordt door de auteurs gezien als een document waarin de ambities van de dorpsgemeenschap staan verwoord, die langdurig houdbaar zijn. De adviezen gaan over de woonomgeving, het wonen, het sociale klimaat, voorzieningen en het organiserend vermogen. Aan de basis van de adviezen lagen interviews met inwoners, de lokale overheid en maatschappelijke organisaties en een inwonersonderzoek. Van het inwonersonderzoek is een onderzoeksrapport verschenen (Rozema, J. (2012). Westerbroek 2012. Hoe waarderen inwoners van Westerbroek hun leefomgeving? Kenniscentrum NoorderRuimte, Hanzehogeschool Groningen).
In het Nationaal Park Drentsche Aa startte in 2021 het driejarige programma “Energietransitie en participatie’. Hierin staan de opvattingen van bewoners en hun energie-initiatieven centraal: Wat vinden inwoners kwaliteiten op gebieds- en dorpsniveau? Hoe wil men hier in het kader van de energietransitie mee omgaan? Welke concrete projecten kunnen zij hieruit ontplooien? Voor de uitvoering van dit programma maken zij graag gebruik van de integrale methodiek zoals beschreven in het werkboek “WI’J DOONT! Samen energie steken in onze waardevolle gebouwen, dorpen en landschappen”. Met dit nieuwe werkboek kunnen lokale gemeenschappen zelf, vanuit de kracht van hun dorp en erfgoedkwaliteiten, een energievisie en concrete plannen ontwikkelen. Het werkboek is gereed voor toepassing in een pilot. Omdat binnen het programma geen ruimte is voor de (inhoudelijke) ondersteuning van het werkboek wordt in dit KIEM-project een training ontwikkeld voor gebruikers en procesbegeleiders. Dit KIEM-project heeft op verschillende manieren een vernieuwend karakter: - Lokale gemeenschappen zijn centrale besluitvormers over energieplannen en niet slechts een partij die inspreekt op een plan van overheid of energiebedrijven. - Verschillende disciplines werken samen: energie, gebouwd erfgoed en landschappelijk erfgoed. In de huidige praktijk werken deze vaak na elkaar. - Vanuit een theoretisch perspectief is het werkboek het eerste integrale instrument dat aansluit bij de ‘erfgoed als ruimtelijke vector-benadering’. In dit KIEM-project vindt de eerste toepassing plaats. - Met de training en begeleiding heeft dit KIEM-project een directe impact op de praktijk, wat de lokaal gedragen energietransitie ten goede komt. De consortiumpartners voor dit project zijn de Hanzehogeschool Groningen, de Drentse vereniging voor Dorpsbelangen en Dorpshuizen (BOKD), de Natuur- en Milieufederatie Drenthe (NMFD). Daarnaast zullen enkele externe partijen worden ingehuurd voor inhoudelijke ondersteuning van de lokale gemeenschappen (de deelnemers).
Experiment Krewerd bevindt zich momenteel aan het eind van de planvormingsfase en zal nog door een uitvoeringsfase en afrondingsfase gaan. Tot slot worden de projecten rond de dorpsvisie en energietransitie afgerond. Wat doen de verschillende fasen van het versterkingstraject met de inwoners van Krewerd? Hoe ontwikkelen zich hun gezondheid en de sociale relaties in het dorp over tijd? Welke factoren dragen bij aan de ervaren veerkracht? Welke rol speelt eigen regie hierin? Wat is ervoor nodig dat bewoners zich weer beter gaan voelen en de sociale relaties verbeteren? Dit zijn vragen waar longitudinaal onderzoek in het kader van experiment Krewerd antwoord op kan geven.
Dit project is de Studie Huidig Energiesysteem van het RVO programma Ondersteuning Nationale Parken - Energietransitie en Participatie Nationaal Park Drentsche Aa. Het project omvat een beleidsanalyse, enquête onder inwoners en gesprekstafels met inwoners over hoe cultuurhistorie en de energietransitie al dan niet samen kunnen gaan in het nationaal park. De visie vormt daarmee niet een beleidskader maar een handreiking naar overheden en ontwikkelaars. Deze gebiedsvisie vormt eveneens input voor een andere studie uit het genoemde programma waarbij lokale gemeenschappen uit acht dorpen in vervolgprojecten, begeleid door de NMFD en BOKD, aan de slag gaan met het ontwikkelen van energiedorpsvisies en concrete energieprojecten.