Service of SURF
© 2025 SURF
Assistive Technology (AT) is used at various points in the lifespan by those coping with either short-term or long-term impairments, which can involve living with chronic conditions and/or comorbidities. In the case of older adults, AT can support or compensate for the functional or cognitive declines that they are likely to face in later life. AT can be integrated as part of smart homes (see Figure 1 from van Dijken et al, 2006); and should be safe to use, effective, easy to access, affordable, and not seen as stigmatising. In addition, AT should support older adults to have a meaningful life while building self-esteem, and autonomy and promoting social participation and community engagement. For this roundtable discussion, we present and discuss a WHO-ISG collaborative project focused on Assistive Technology for Healthy Ageing. For this project, we consider applications and use AT not only from a medical standpoint but also situated within a social perspective in the context of Gerontechnology. Results and propositions according to the WHO-UNICEF global report on assistive technology were applied as a starting point for this project (WHO, 2022), prioritising the potential benefits to individuals, their communities, and society and with a focus on identifying potential barriers that may occur and how to mitigate them.
LINK
Het rapport Veerman laat zien dat er ingrijpende maatregelen nodig zijn om te voorkomen dat een deel van Nederland onderloopt. Te weinig wordt nagedacht over de fundamentele oorzaken van dergelijke noodzakelijke maatregelen. Zij liggen in het productie- en consumptiepatroon van de mens, vindt Henk Smeijsters
MULTIFILE
Het aantal dierlijke graverijen in fysieke infrastructuren, waaronder waterkeringen, spoordijken en autowegen, neemt de laatste jaren hard toe. Dit komt door exponentiële groei van de bever die in Nederland een beschermde status heeft. Waterschappen geven aan dat de inspectie en detectie van graverijen door bevers geen gemakkelijke opgave is. De gevolgen voor de veiligheid van primaire waterkeringen en spoordijken kunnen aanzienlijk zijn. Om grip te krijgen op graverijen, zijn tot op heden verschillende aanpakken gehanteerd van lopen door watergangen in waadpakken met prikstokken t/m de inzet van GPR, camera- en sonartechnologie alsook getrainde speurhonden. Tot op heden is er nog geen oplossing gevonden voor ongewenste graverijen door bevers. Met dit onderzoeksproject wordt nieuwe technologische kennis ontwikkeld en toegevoegd aan de state-of-the-art op het gebied van detectie van beveractiviteiten (graverijen). In dit project wordt een robot platform (hardware/software) ontwikkeld dat beverschades aan kritieke publieke infrastructuren kan detecteren en monitoren. Hiervoor zijn robuuste technologieën nodig die gangenstelsels/kamers kunnen waarnemen (perceptie), zelfstandig in kaart kunnen brengen (autonome navigatie). Daarnaast moeten operators (veldwerkers) het robot platform eenvoudig kunnen toepassen in hun dagelijkse gebruik (mens-robot interactie). Het consortium bestaat uit publiek partijen (waterschappen, Rijkswaterstaat, provincies), prorail technologieontwikkelaars en dienstleveranciers (MKBs, ander privaat partijen), onderzoeksgroepen van Saxion (lectoraten SMART en TCI), opleidingen en overkoepelende innovatie boosters. Zij zetten kennis en capaciteit in om antwoord te geven op de centrale onderzoeksvraag: “Welke bestaande navigatie- en perceptietechnologieën kunnen binnen een periode van 2 jaar worden doorontwikkeld tot de realisatie en inzet van een gebruiksvriendelijk beverbeheer robotplatform waarmee ongewenste beveractiviteiten vroegtijdig kunnen worden gedetecteerd en herstelmaatregelen effectief kunnen worden ingezet?” Opbrengsten van het project dragen bij aan duurzaam beverbeheer, preventieve detectie en kosteneffectieve inzet van maatregelen die nadien op basis van de verschillende detectiemethoden kunnen worden ontwikkeld. Daarnaast vindt borging van (technologische) kennis plaats in alle deelnemende partijen en opleidingen.
Building for Nature: innovatie van dijken en vooroevers (BfN) is een RAAK-PRO project van HZ University of Applied Sciences uitgevoerd in een consortium waarin kennisinstellingen, overheid en bedrijfsleven deelnemen. Dit project heeft als doel om concrete ontwerpen te ontwikkelen om de natuurwaarde en soms ook het medegebruik op dijken te stimuleren. Daarnaast heeft het project bijgedragen aan de ontwikkeling van een netwerk zodat betrokken partijen en professionals samen gaan nadenken over dijkontwerpen waarin meerdere belangen samenkomen. Het onderzoek bestaat uit een drietal deelonderzoeken waarin is gekeken hoe de ecologische kansen op dijken kunnen worden versterkt. Dit betreft: de vooroever (5 tot 30 m waterdiepte) waar breuksteen wordt toegepast, de kreukelberm bestaande uit een combinatie van breuksteen en gietasfalt en de steenbekleding tot aan de hoogwaterlijn. Daarnaast is onderzoek verricht naar de mogelijkheden naar oesterteelt op de kreukelberm. Binnen een vijftiental ontwerpsessies is met ecologen, dijkbeheerders en producenten van bouwmateralen nagedacht over geschikte ontwerpen. Zo is bijvoorbeeld voor het deelonderzoek steenbekleding gekeken naar de invloed van ruitvormige holtes in het oppervlak van de betonzuilen op de kolonisatie door algen en andere organismen. De holtes zijn geïntegreerd in bestaande Hydroblocks van projectpartner Haringman Betonwaren en in een proeftuin van 720 m2 aangelegd binnen een dijkversterkingsproject bij Sint-Annaland, Tholen. De resultaten laten zien dat deze BfN-Hydroblocks sneller met wier begroeid raken dan standaard Hydroblocks. In vergelijking met blokken met een eco-top van lavasteen raken ze in de eerste maanden eerder met bruinwieren, met name blaaswier, begroeid in plaats van met groenwieren. Na anderhalf jaar waren de verschillen in wierbedekking nog maar beperkt. Het project heeft de afgelopen vier jaar veel kansen geboden aan studenten civiele techniek en aquatische eco-technologie. Zo heeft de eerste groep gekeken naar materialen, productie en ontwerp, en heeft de andere groep studenten gekeken naar de aangroei van organismen op de verschillende substraten. Deze Top Up aanvraag wordt benut om de kennis te delen in de wetenschappelijke wereld via een publicatie in het tijdschrift Ecological Engineering.
Nederland ligt voor een groot deel onder de zeespiegel. Vele kilometers dijk beschermen het land tegen overstroming. Deze dijken worden gecontroleerd en onderhouden door het hoogheemraadschap. Controle van die dijken is op dit moment nog een arbeidsintensief proces waarbij twee inspecteurs gezamenlijk ter plaatse de dijk controleren. In dit project willen we een eerste stap zetten om deze visuele inspectie te automatiseren. Door middel van beeldmateriaal wordt met een neuraal netwerk gecontroleerd op scheuren en breuken. Worden scheuren of breuken ontdekt, of is er een verhoogd risico volgens het neurale netwerk, dan kunnen inspecteurs op dat moment de situatie bekijken. Laagrisicogebieden hoeven op deze manier helemaal niet meer bezocht te worden, waardoor meer tijd overblijft voor grondiger inspectie van de gebieden waar het risico groter is. In dit project ontwikkelen we niet alleen een proof of concept om de inspectie te automatiseren, maar ook kijken we naar mogelijkheden hoe we het ophalen van beeldmateriaal kunnen vereenvoudigen.