Het onderzoek naar collectieve gebiedsontwikkeling heeft geresulteerd in het whitepaper ‘Samen ruimte
maken voor werk’. Het onderzoek richt zich op de sleutelrol die ‘collectieven van makers’ uit het MKB spelen
bij stedelijke transformaties. Praktijkvoorbeelden staan centraal. In een tijd waarin ruimte in de stad steeds
schaarser wordt, neemt de druk op ruimte voor werk toe. De prioriteit ligt vaak bij woningbouw, waardoor aan
de urgente vraag naar werkruimte voor het MKB geen antwoord wordt geboden. Ondernemers in het
Keilekwartier in Rotterdam en het Werkspoorkwartier in Utrecht stellen ruimte voor werk wel veilig door als
collectief te opereren. Dit is een krachtige oplossing die bijdraagt aan een duurzame, circulaire en inclusieve
stadsontwikkeling die opschaling behoeft.
We onderzochten zes casussen uit de praktijk van collectieve gebiedsontwikkeling. Met veldonderzoek en
interviews met betrokken ondernemers brengen we successen en uitdagingen van de ‘collectieven van
makers’ in kaart. In het whitepaper beschrijven we drie specifieke randvoorwaarden die bijdragen aan
opschaling van ondernemerscollectieven: 1) het meten van hun impact op gebouw-, gebieds- en
stadsniveau, 2) het omarmen van nieuwe samenwerkingsvormen en 3) het ontwikkelen van een lange
termijnvisie op werkruimte in de stad. Het perspectief van de ondernemer staat centraal. Maar er is ook
aandacht voor de rol van de overheid, de noodzakelijke beleidsmatige steun en het instrumentarium om
opschaling mogelijk te maken.
In de komende twee jaar verdiepen we in het RAAK-publiek-onderzoek ‘Maak ruimte voor werk!’ dit thema
verder, met aandacht voor het verankeren van ondernemerscollectieven in het stedelijk landschap en de rol
die gemeenten daarin spelen. Met het whitepaper vragen we allereerst aandacht voor de rol van
ondernemerscollectieven in gebiedsontwikkeling en roepen zo op tot actie en discussie.
Ruimte voor werk in de stad houden of krijgen, is voor MKB-ers problematisch. Dat ervaart het MKB en wordt onderkend door de gemeenten. Met alle aandacht voor woningbouw, dreigt de ruimte voor werk tussen wal en schip te vallen. Uit eerder onderzoek blijkt dat om verschillende redenen behoud en ontwikkeling van werkruimten in onze steden essentieel is om maatschappelijke opgaven aan te pakken.
Specifiek uitdagend voor ondernemers is hoe zij in de gebiedsontwikkeling – die veelal de transformatie van monofunctioneel bedrijventerrein naar stadswijk met wonen behelst – een positie krijgt. Beloftevol zijn de collectief georganiseerde vormen van bedrijfshuisvesting die eveneens bijdragen aan de economische en duurzame stedelijke ontwikkeling, dikwijls ontstaan op plekken die in transformatie zijn. In ons onderzoek verkennen we alternatieve wijzen van exploitatie en ontwikkeling van gebouwen en gebieden vanuit de kracht van het lokale MKB. Twee gebieden staan centraal: het Rotterdamse Keilekwartier en Utrechtse Werkspoorkwartier. Hier maken MKB-ers als collectief ruimte voor werk en beïnvloeden de procesgang van gebiedsontwikkeling.
Om de praktijkvraag ‘Hoe kan locatiegebonden collectief ondernemerschap bijdragen aan de procesgang van gebiedsontwikkeling en ook ruimte voor werk veiligstellen?’ te beantwoorden gaan we stapsgewijs het concrete praktijkgeval in context verkennen, beginnende in de Rotterdam. Omdat het een opschalingsvraagstuk betreft, willen we praktijklessen te leren door te variëren in de context. Vervolgens verbinden we de twee praktijkgevallen onderling, om te eindigen met een sessie waarin ook de context van een vijftal gemeentelijke overheden wordt ingebracht.
De praktijkvraag raakt aan verschillende praktijken: ruimtelijke ontwikkeling; vastgoed; economisch beleid en het gemeentelijk instrumentarium. Hiertoe bundelen we kennis uit drie lectoraten van drie hogescholen. Het is een opmaat voor een langdurige samenwerking op het thema ruimte voor werk. De inzichten voor onze praktijken uit de KIEM ontsluiten we in een open acces whitepaper.
This project has no products
Finished
Not known