Dienst van SURF
© 2025 SURF
Het zuurstofgehalte in het water onder het grootste drijvende zonnepark van Europa is in een jaar tijd vrijwel niet gedaald. Dat blijkt uit de eerste resultaten van een onderzoek naar de waterkwaliteit in de Bomhofsplas bij Zwolle, die sinds vorig jaar overkapt wordt door 72.000 zonnepanelen.
De opbrengst van het zonnepark van Ameland heeft nauwelijks te leiden onder de ganzen die periodiek op Ameland neerstrijken. De vervuiling die zij veroorzaken is ieder jaar met name in april duidelijk zichtbaar maar zorgt amper voor een vermindering van de stroomproductie van het zonnepark. Dat hebben studenten en onderzoekers van de Hanzehogeschool Groningen vastgesteld. Mogelijke redenen hiervoor zijn het wegspoelen van de vervuiling door regen of de beperkte oppervlakte die de vervuiling inneemt.
Binnen dit onderzoek is het doel om de mogelijkheden te verkennen voor het verankeren in de grond van lichtgewicht constructies middels kunststof grondankers. De beoogde constructies waar deze ankers toegepast kunnen worden zijn zonnepanelen installaties in landopstelling en lichtgewicht gebouwen. Het doel van dit onderzoek is om tot een eerste concept te komen voor een alternatief grondanker, gemaakt van afval kunststoffen afkomstig uit huisvuil. Zo wordt de uitstoot van CO2 verminderd en vervangt het kunststof grondanker betonnen en stalen funderingssystemen die mogelijk een grotere ecologische footprint hebben.
Netcongestie belemmert in ernstige mate de verdere uitrol van duurzame decentrale energieopwekking en daarmee de voortgang van de energietransitie. Dit raakt ook lokale energiecoöperaties. Deze bedrijven hebben plannen klaarliggen voor de ontwikkeling van nieuwe zonneparken en windmolens. Helaas is daar in de komende jaren geen ruimte voor in het elektriciteitsnet. De netcongestie neemt alleen maar toe. Lokale energiecoöperaties willen graag bijdragen aan een oplossing van deze problemen, maar zij lopen daarbij aan tegen allerlei beperkingen door wet- en regelgeving. Ook zijn er nog geen beproefde businessmodellen voor nieuwe intreders in deze markt, zoals lokale en regionale energie coöperaties, waarbij economische en juridische aspecten zijn meegenomen. Dit terwijl energiecoöperaties een steeds grotere rol spelen in productie en afname van duurzame energie.Dit project wil samen met lokale coöperaties nieuwe energiediensten ontwikkelen om problemen als netcongestie het hoofd te bieden. Deze energiediensten bieden lokale coöperaties kansen om economisch renderende taken op te pakken. Bovendien worden de mogelijkheden voor een coöperatieve aanbieder van regionale energiediensten onderzocht. Een regionale organisatie kan lokale coöperaties ondersteunen, kennis van netbeheer verwerven en namens de lokale coöperaties een effectieve gesprekspartner zijn voor netbeheerders.
Dit projectvoorstel is gericht op het samen met lokale coöperaties ontwikkelen van innovatieve energiediensten, onder meer om problemen als netcongestie het hoofd te bieden. Deze energiediensten bieden lokale coöperaties kansen om economisch renderende taken op te pakken. Bovendien worden de mogelijkheden voor regionale energiediensten onderzocht. Met regionale samenwerking kunnen lokale coöperaties worden ondersteund, kennis van netbeheer verworven worden en gezamenlijk zijn lokale coöperaties een effectieve gesprekspartner voor netbeheerders. Het project kent een vijftal werkpakketten, die ieder een specifiek onderwerp bestrijken. In werkpakket 1 wordt samen met lokale energiecoöperaties gewerkt aan het verkennen van de behoeften aan en mogelijkheden van lokale energiediensten. Hoe kunnen coöperaties zinvol gebruik maken van de (vernieuwde en oude) Experimentenregeling? In werkpakket 2 wordt onderzocht welke mogelijkheden er zijn om op regionaal niveau coöperatieve energiediensten te leveren, zoals flexibiliteitsdiensten, energieopslag en vraagzijdesturing. In werkpakket 3 wordt in kaart gebracht welke mogelijkheden blockchain-achtige oplossingen bieden voor onderlinge levering van energie door prosumers en lokale energiecoöperaties. Werkpakket 4 onderzoekt de juridische aspecten van onder meer het EU-Clean Energy Package en de Experimentenregeling in relatie met lokale duurzame energie. Op basis daarvan wordt een ‘juridische routekaart’ ontwikkeld die coöperaties zal helpen om de juridische routes van louter opwek naar een actievere rol in het energiesysteem te verkennen. Werkpakket 5 tenslotte is gericht op coördinatie van het project en verspreiding van de resultaten in de vorm van netwerkbijeenkomsten, een nieuwsbrief en artikelen. Het project sluit nauw aan bij verschillende onderwijsmodules van de Hanzehogeschool, zoals de Innovatiewerkplaats (IWP) Energy Markets van Entrance en de Master Energy For Society.