Dienst van SURF
© 2025 SURF
De zachte stad. Een term die steeds vaker terugkomt in het debat over de ontwikkeling van onze steden. Een term met een hoog aaibaarheidsgehalte, maar die tegelijkertijd nog veel vragen oproept. In het nieuwe magazine van Platform Stad en Wijk duiken we daarom dieper in dit concept. Maar we werpen er ook een kritische blik op: welke blinde vlekken kent dit gedachtegoed en hoe kunnen we de zachte stad in de praktijk brengen?De komende jaren staat Nederland voor een reusachtige woningbouwopgave. Dat heeft gevolgen voor bestaande wijken, maar ook voor nieuw te bouwen wijken. Tegelijkertijd heeft Nederland te maken met enorme milieu- en duurzaamheidsopgaven en maatschappelijke uitdagingen. De opgaven vragen om nu ook na te denken over hoe problemen op het gebied van leefbaarheid van wijken het hoofd kunnen worden geboden, zodat deze wijken ook op de lange termijn leefbaar blijven.Het gedachtegoed van Soft Cities, oftewel ‘zachte steden’, kan hierbij richtinggevend zijn. Dit gedachtegoed verbindt de gebouwde stad met de mensen die er wonen en stelt in stadsontwikkelingsopgaven de ‘zachte’, geleefde wereld van de mens centraal in plaats van de ‘harde’, systemische wereld van gebouwen en infrastructuur. Lectoren en onderzoekers van Platform Stad en Wijk verkennen in het magazine ‘De zachte stad’ aan de hand van onderzoeksartikelen, essays en interviews hoe de zachte stad van de toekomst eruit zou kunnen zien. We hopen dat dit magazine handvatten biedt voor gemeenten, andere praktijkpartners en hogescholen om gezamenlijk aan de slag te gaan met het realiseren van de zachte stad van de toekomst. Veel leesplezier!
MULTIFILE
Stedelijke vraagstukken zijn van alle tijden, maar de laatste jaren staat vooral de vraag centraal wie de stad gaat vormgeven. Gebeurt dat op dezelfde manier als in de afgelopen zestig jaar waarbij de traditionele partijen, zoals gemeenten, corporaties en ontwikkelaars het voortouw nemen? Partijen die van bovenaf en met behulp van vooral statistieken en wensbeelden de ruimte en de samenleving proberen te ordenen? Of ontstaat er een nieuw stedelijk speelveld waarin deze wensbeelden van beleidsmakers meer wordt verweven met de behoeften, ervaringen, potenties en initiatieven van burgers en nieuwe stadsmakers? In de publicatie 'Op zoek naar nieuwe verhoudingen' van de Haagse Hogeschool (Lectoraat Grootstedelijke Ontwikkeling) beschrijf ik op basis van mijn eigen observaties en ervaringen de zoektocht van partijen naar deze nieuwe rol- en taakverdeling. In dit artikel een samenvatting en verwijzingen naar leestips.
LINK
Een rechtvaardige stad is een stad voor iedereen. Een stad waarin iedereen vanuit eigen mogelijkheden mee kan doen en waar je anderen ontmoet. Waar iedereen toegang heeft tot wonen, werken en ontspanning. De toegang tot de stad staat in de praktijk onder druk. Huren en huizenprijzen zijn zo hoog dat steeds minder mensen ze kunnen betalen. De groeiende ongelijkheid op het gebied van wonen hangt samen met ongelijkheden op gebieden als gezondheid, welzijn, opleiding, werk en inkomen. Het maakt nog altijd uit waar je wieg staat. De verschillen tussen wijken in kwaliteit van leven en kansen van bewoners zijn vanuit het perspectief van een rechtvaardige stad niet acceptabel. In een rechtvaardige stad worden ongelijkheden voorkomen en bestreden, zodat de stad van iedereen wordt. Dat vergt de inzet van professionals, bewoners, (sociaal)ondernemers, overheidsmedewerkers en onderzoekers. Kritisch praktijkgericht onderzoek draagt bij aan het werken aan een rechtvaardige stad. Dat onderzoek sluit aan bij de vragen waar bewoners en professionals tegenaan lopen. In dit boek laten we dat zien aan de hand van praktijkgericht onderzoek van het lectoraat Dynamiek van de Stad. De voorbeelden gaan over de komst van rijkere bewoners in een wijk, wat wijkbewoners bindt en solidair maakt, wat de rol is van verbindende professionals, en hoe je praktijkgericht onderzoek met studenten organiseert. Onderwerpen die de discussie over een rechtvaardige stad voeden. Daarnaast wordt het perspectief van een rechtvaardige stad uitgewerkt. Duidelijk wordt dat kritisch praktijkgericht onderzoek oog heeft voor hervormingen in de samenleving die nodig zijn om de ongelijkheden aan te pakken.
Bedrijfsovername is een grote uitdaging voor agrarische familiebedrijven, waarbij het sociaal-emotioneel welzijn van de familie is geïdentificeerd als een belangrijk knelpunt. Vanuit het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) is in 2019 het beleidsprogramma Duurzame Bedrijfsopvolging gestart om het aantal succesvolle bedrijfsoverdrachten te verhogen. Een belangrijk onderdeel hiervan is een op te richten Kenniscentrum. Dit project wil het Kenniscentrum voeden met onderzoek naar de familiale dimensie van bedrijfsopvolging. Het praktijkonderzoek wordt uitgevoerd door een consortium bestaande uit het Lectoraat Familiebedrijven van Hogeschool Windesheim, Aeres Hogeschool Dronten, Van Hall Larenstein Leeuwarden, het Fries Sociaal Planbureau, het NAJK en LTO Noord. Doel van dit project is het inventariseren en evalueren van de ondersteunende advies- en kennisinfrastructuur op de familiale dimensie bij het opvolgingstraject van agrarische familiebedrijven. Dit doen we door inzichten op te halen bij zestien agrarische bedrijfsfamilies, in verschillende stadia van het opvolgingsproces. In het project vergelijken we hoe de families en de ondersteunende advies- en kennispartijen omgaan met de belangen en behoeften van verschillende familieleden (opvolgers, overdragers, partners en niet-opvolgers) tijdens het opvolgingsproces. Daarnaast wordt kwantitatief onderzoek gedaan onder studenten op de twee deelnemende agrarische hogescholen, om de behoeften en verwachtingen van potentiële opvolgers en niet-opvolgers ten aanzien van bedrijfsoverdracht in kaart te brengen. Het project moet resulteren in gevalideerde verbetervoorstellen (stappenplannen) voor zowel agrarische bedrijfsfamilies als adviseurs gericht op de verschillende stadia van bedrijfsopvolging. Ook worden spelvormen ontwikkeld om moeilijke en relationeel ingewikkelde onderwerpen beter bespreekbaar te maken in het agrarisch onderwijs. Tot slot worden de resultaten van het onderzoek geschikt gemaakt voor gebruik binnen agrarische scholen om het curriculum over de zachte kant van bedrijfsopvolging te versterken.
Supreme Dutch heeft een massieve binnenband in ontwikkeling van een veerkrachtig flexibel materiaal. Deze oplossing in combinatie met een buitenband betekent nooit meer kans op een lekke of een zachte fietsband. Het systeem is uniek ten opzichte van bestaande luchtloze banden op zowel prestaties als het rijgedrag en is als toepassing voor zowel verhuur- als (elektrische) stadsfietsen zeer geschikt. Constante bandenspanning zorgt ervoor dat gebruikers geen onderhoud hebben en zorgeloos kunnen fietsen.