Dienst van SURF
© 2025 SURF
Er is een groeiende vraag naar meer inzichten in woon/zorgconcepten. Zulke projecten hebben een groot potentieel in een woningmarkt die voor jongvolwassenen vast zit. Leegstaande gebouwen kunnen tijdelijk gebruikt worden om de woonopgave voor jonge mensen te verlichten en tegelijkertijd te werken aan een goede start om (meer) zelfstandig te wonen en aan een meer inclusieve samenleving waarin iedereen de mogelijkheid heeft om deel te nemen. Projecten als deze dragen ook bij aan de vervulling van de behoefte aan woonvoorzieningen met ondersteuning, tussen intramuraal wonen en (begeleid) zelfstandig wonen in. Als er vanuit een visie gewerkt wordt, worden er andere keuzes gemaakt bij samenwerking, begeleiding, community building en zinvol organiseren. Het is belangrijk bij aanvang van een woon/zorgconcept uitgebreid aandacht te besteden aan de visie waarmee er binnen het concept gewerkt gaat worden. Onder uitgebreid verstaan wij, met de betrokken organisaties, toekomstige bewoners, verschillende disciplines en managementlagen. In zo’n meerstemmig gesprek wordt op die manier een visie ontwikkeld die gebaseerd is op een breder perspectief. Dit komt de kwaliteit van het project ten goede.
LINK
Relatief veel jonge (net afgestudeerde) mensen trekken weg uit Deventer en Enschede. Het blijkt dat in ieder geval voor Enschede de bindingsscore aan de stad lager is dan elders en dat daarmee de verhuiskansen groter zijn. Onderzoek in opdracht van The University Innovation Fellows van de Universiteit Twente heeft laten zien dat afgestudeerden weinig weten van mogelijke banen in de regio en dat Twente als weinig divers of internationaal wordt gezien. Kortom, Twente lijkt hierdoor een minder aantrekkelijke plek om te werken én te wonen. Op dit laatste aspect greep dit onderzoeksproject naar innovatieve woonconcepten aan. Voor een deel komt de lagere waardering voor de woonomgeving wellicht doordat er geen geschikte huisvesting beschikbaar is. De beide gemeenten en de provincie Overijssel willen meer inzicht in de (woon)behoefte van deze groep starters op de woningmarkt. Daartoe is medio 2018 de opdracht gegeven om een onderzoek te laten uitvoeren door studenten van Saxion, onder begeleiding van het lectoraat Duurzame Leefomgeving. In dit onderzoek zijn inzichten vergaard naar de eisen en wensen met betrekking tot het woonmilieu van hoogopgeleide starters in Enschede en Deventer. Hierbij is het woonmilieu toegespitst op de volgende onderdelen: wijk en stad, woning en financiën. Dit is uitgevoerd doormiddel van een foto- onderzoek waarbij de respondent zelf foto’s heeft aangeleverd, die betrekking hebben op hun toekomstig woonmilieu. Vervolgens heeft een diepte-interview plaatsgevonden, waarin de onderliggende gedachtegang is achterhaald. Uit onze data-analyse volgde een top acht van eisen en wensen met betrekking tot de wijk en stad en tevens een top acht met betrekking tot de woning. De hoogopgeleide starters willen geen hangjeugd en geen arbeiderswijk in de nabije omgeving. De doelgroep wil het liefst met gelijkgestemden wonen en geven nadrukkelijk aan een supermarkt op maximaal vijf á tien minuten fietsafstand te willen hebben. Ook vindt de doelgroep een verzorgde uitstraling van de buurt belangrijk. Op het gebied van de woning geeft de doelgroep aan dat zij een ruime leefruimte belangrijk vinden, de rest van de woning moet functioneel zijn ingedeeld. De respondenten gaven aan een functionele buitenruimte te waarderen. Het gaat hierbij om een eigen buitenruimte waar voldoende ruimte is om met vrienden en familie te kunnen zitten. De doelgroep geeft als eis aan parkeergelegenheid te willen hebben. Op voorhand werd verwacht dat de doelgroep behoefte had aan het delen van woonvoorzieningen, zoals dit in de Randstad wordt aangeboden. Het blijkt echter dat de hoogopgeleide starter in Enschede en Deventer een vrij traditioneel beeld heeft van hun toekomstige woning. De betaalbaarheid van een koopwoning is voor veel hoogopgeleide starters een probleem. De huidige woningmarkt is moeilijk te betreden voor de starter doordat veel wordt opgekocht door (particuliere)beleggers. Wanneer deze woningen in de particuliere huursector komen, zijn de huurprijzen niet te betalen door de hoogopgeleide starter. Een sociale huurwoning is moeilijk te bemachtigen door lange wachtlijsten en in veel gevallen komen ze door een te hoog inkomen niet eens in aanmerking. Doordat hoogopgeleide starters twee tot vijf jaar in hun eerste woning verwachten te gaan wonen, lijkt huur de meest geschikte optie.
MULTIFILE
Nederland kent een omvangrijke groep dak- en thuisloze jongvolwassenen. Deze problematiek beperkt zich niet tot de grote steden, ook in Noord-Nederland hebben veel jongeren geen adequate huisvesting. Het ontbreken van een veilige en stabiele woonplek zet jonge mensen op een cruciaal moment in hun leven op achterstand. Het belet ze om toekomstplannen te maken en zichzelf te ontplooien, en heeft daarmee niet alleen grote gevolgen voor de jongere zelf maar ook voor de samenleving als geheel.In het Jongeren Woonlab werken (junior-)onderzoekers vanuit verschillende disciplines (vastgoed, recht, welzijn, kunst, techniek) samen aan integrale oplossingen voor deze complexe problematiek. We onderzoeken en ontwikkelen woonconcepten die aansluiten bij de behoeften van de (vaak kwetsbare) doelgroep. Daarbij kijken we naar de huisvesting, zowel de fysieke als sociale (leef)omgeving, maar ook naar betaalbaarheid, welzijn, regelgeving en naar de institutionele organisatie die ervoor nodig is om dit mogelijk te maken. Het Jongeren Woonlab werkt samen met de Gemeente Groningen in het kader van de Transformatieagenda Jeugdhulp Groningen en diverse partijen in de regio. Op deze manier is het de bedoeling dat de resultaten van het onderzoek een directe bijdrage leveren aan een verbetering van de situatie voor deze doelgroep.
Het project Passende Huisvesting wordt gefinancierd door de Nationale Wetenschapsagenda (NWA) en richt zich op de doorontwikkeling van ‘Wonen Eerst’. Met ingang van het Nationaal Actieplan Dakloosheid 2023-2030 is dit de leidende aanpak van dakloosheid in Nederland. Wonen Eerst zet in op het voorkomen en duurzaam beëindigen van dakloosheid door preventie en het zo snel mogelijk bieden van passende huisvesting aan dak- en thuisloze mensen. Om dit te realiseren moet er een systeemverandering plaatsvinden van opvang naar wonen. Dit onderzoeksproject ondersteunt deze beoogde transitie door: (1) het de-stigmatiseren van dakloosheid; (2) het versterken van initiatieven die zich richten op passende huisvesting; (3) het aanpassen van woon- en omliggend beleid om die initiatieven mogelijk te maken; en (4) het (re)activeren van (nieuwe) huisvestingsactoren en herpositioneren van zorgactoren.Binnen het onderzoek is de Hanze aanvoerder van een ‘fieldlab’ waarin nieuwe huisvestingsoplossingen en woonconcepten door middel van ontwerpgericht onderzoek op lokaal niveau worden getest. Bij dit fieldlab zijn onder meer de Gemeente Groningen, Nijestee, Lefier, Werkpro, Wender en Jimmy’s betrokken. Ook wordt er intensief samengewerkt met mensen met ervaringskennis. De projectleiding van het overkoepelende onderzoek is in handen van het lectoraat Wonen en Welzijn van Hogeschool Utrecht.