Dienst van SURF
© 2025 SURF
Background: During the process of decision-making for long-term care, clients are often dependent on informal support and available information about quality ratings of care services. However, clients do not take ratings into account when considering preferred care, and need assistance to understand their preferences. A tool to elicit preferences for long-term care could be beneficial. Therefore, the aim of this qualitative descriptive study is to understand the user requirements and develop a web-based preference elicitation tool for clients in need of longterm care. Methods: We applied a user-centred design in which end-users influence the development of the tool. The included end-users were clients, relatives, and healthcare professionals. Data collection took place between November 2017 and March 2018 by means of meetings with the development team consisting of four users, walkthrough interviews with 21 individual users, video-audio recordings, field notes, and observations during the use of the tool. Data were collected during three phases of iteration: Look and feel, Navigation, and Content. A deductive and inductive content analysis approach was used for data analysis. Results: The layout was considered accessible and easy during the Look and feel phase, and users asked for neutral images. Users found navigation easy, and expressed the need for concise and shorter text blocks. Users reached consensus about the categories of preferences, wished to adjust the content with propositions about well-being, and discussed linguistic difficulties. Conclusion: By incorporating the requirements of end-users, the user-centred design proved to be useful in progressing from the prototype to the finalized tool ‘What matters to me’. This tool may assist the elicitation of client’s preferences in their search for long-term care.
Cities are becoming increasingly vulnerable to climate change, and there is an urgent need to make them more resilient. This research involves the development of a climate adaptation tool to measure and map different parameters that provide insight into the vulnerability of urban areas. The Climatescan adaptation tool is applied all around the world in different urban neighborhoods with teams of stakeholders and practitioners.The web-based international knowledge exchange tool on urban resilience called www.climatescan.org is a citizen science tool created through ‘learning by doing’. Stakeholders demand tools that are interactive, open source, and provide more detailed information (location, free photo and film material). Climatescan is made with and for that target group and has grown into an interactive web-based map application for international knowledge exchange on ‘blue-green’ projects around the globe. The tool has proven to be successful with over 10,000 users and more than 3,000 international climate adaptation projects. The tool is used in several international workshops, city Climatescans, and serves the needs of different stakeholders.
LINK
There is a wide diversity of projects undertaken to address urban resillience and climate proofing in the world. International knowledge exchange tools are evaluated with result: stakeholders demand tools that are interactive, open source and provide more detailed information (location, free photo and film material). This abstract details the outcomes of an interactive web-based map application for international knowledge exchange on 'blue-green' projects around the globe. Climatescan.nl has proven to be a successful tool with over 5000 users and more than 2000 international projects. The tool is used in several international workshops and serves the needs of different stakeholders.
Uit bovenstaand project is als resultaat naar voren gekomen een keuzetool, die op basis van antwoorden op vragen een advies geeft over de toe te passen bio-based plastic. Het Top-Up project richt zich op het updaten van de (keuze)tool t.a.v. de gebruiksvriendelijkheid van de tool, het ontwikkelen van een web-based versie, ontwikkelen van een plan voor onderhoud van de web-based tool na 1 jaar en de doorwerking naar met name de praktijk.
Het DIEET project onderzocht hoe de eerstelijns diëtetiek effectief en toekomstbestendig zou kunnen zijn: meetbaar en stuurbaar. In het project is onderzocht wat de succes- en faalfactoren zijn in het handelen van de diëtist tijdens het eerste consult met een patiënt. Door observaties van 605 consulten bij 237 diëtistenpraktijken in heel Nederland zijn potentiele predictoren in kaart gebracht. Op basis van deze predictoren (zoals bijv. een directieve houding van de dietist tijdens het consult) en het vaststellen van een effectieve behandeling na 9 maanden is een model ontwikkeld. Het model bleek echter minder eenvoudig dan gedacht, en de verklaring daarvoor is eigenlijk wel eenvoudig: diëtetiek is MAATWERK. Zo bleek bijvoorbeeld dat bij oudere mannen de directieve houding van de diëtist wel samen gaat met een effectieve behandeling, bij jonge vrouwen werkt motivational interviewing beter. Dit is voor de diëtetiek (en volgens onze voorzichtige inschatting ook andere beroepsgroepen) volstrekt unieke informatie. Deze resultaten hebben we nog een keer kwalitatief met de Stuurgroep van het RAAK-MKB project DIEET besproken en unaniem besloten dat de impact van dit product (model) voor de praktijk heel groot is. Deze nieuwe inzichten zullen ook verwerkt worden in de nieuwe druk van het boek (landelijk lesmateriaal diëtetiek opleidingen) dat is ontwikkeld (Neelemaat F, Ozturk H, Weijs P. Kritisch Redeneren in de Diëtetiek; bol.com). Het ontwikkelde model bleek door het maatwerk fors ingewikkelder dan vooraf ingeschat. Dit model kan echter in een web-based applicatie worden ingebouwd en de predictoren kunnen worden ingevoerd. Met deze applicatie kan bij elke diëtetiek (paramedische) stage en bij elke diëtist professional een scan worden gedaan op effectief handelen. Bij de studenten zal een relatie worden gelegd met het stagecijfer en bij de professionals met de effectieve behandeling na 9 maanden. Implementatie van de webbased applicatie in de eerstelijns diëtetiek praktijk zal meteen breed worden ingezet. Echter onderdeel van deze aanvraag is een interventie en controle groep, waarbij de interventie groep wel feedback krijgt op basis van de score en de controle groep niet. De snelle feedback (na het consult en niet pas na 9 maanden) is namelijk de sleutel tot succes. Top-up subsidie is nodig om voor het bestaande model een web-based tool te ontwikkelen en ontsluiting naar onderwijs en beroepspraktijk te bevorderen. Om in de toekomst goed gebruik van de tool door professionals, onderzoekers, studenten en docenten mogelijk te maken, is een geïntegreerde web-versie van de tool wenselijk waarin nieuwe updates eenvoudig kunnen worden doorgevoerd. Tot slot kan met Top-up de tool beter ontsloten worden voor de praktijk en voor inzet in het onderwijs door het maken van enkele goede casus beschrijvingen en het presenteren van de tool door middel van bijvoorbeeld workshops. Door Top-Up op deze manier in te zetten krijgt de doorwerking van de resultaten van het RAAK-project een flinke extra impuls.
Mkb-bedrijven in de maakindustrie staan, net als andere sectoren van de Nederlandse economie, voor de opgave bij te dragen aan het behalen van duurzaamheidsdoelstellingen. Tegelijkertijd staan deze bedrijven onder grote economische druk: van hen wordt verwacht dat ze elk jaar goedkoper, beter en sneller leveren aan hun klanten. Alleen op deze wijze kunnen ze concurreren met de lagelonenlanden. Om aan deze eisen te voldoen besteden ze veel aandacht aan (lean) procesverbetering, gericht op het reduceren van verspillingen in hun processen. De mkb-bedrijven geven aan dat ze daarnaast ook willen voldoen aan de gestelde maatschappelijke opgave. Daarvoor is niet alleen productinnovatie, maar ook procesinnovatie vereist. Mogelijkheden voor op duurzaamheid gerichte procesinnovatie zien ze in het integreren van duurzaamheidsgezichtspunten in de tools, technieken en proces- en outputcriteria(metrics)die al gebruikt worden in lean procesverbeteringsprojecten. Door het reduceren van groene verspillingen te integreren in bestaande methodieken voor het reduceren van lean verspillingen kan lean procesverbetering gebruikt worden als hefboom voor het behalen van duurzaamheidsdoelstellingen. Mkb-bedrijven hebben daarom behoefte aan een systematische methodiek die hen helpt duurzaamheid op een structurele manier in hun processen te verankeren. Dat leidt bij hen tot de volgende praktijkvraagstelling: op welke wijze kan het lean verbeteringsproces en de daarin gehanteerde tools, technieken en metrics gebruikt worden: * Om duurzaamheidsdoelstellingen te integreren met procesverbetering? * Op een manier die zowel kosteneffectief als duurzaam is? * Met directe betrokkenheid van de werkvloer bij het continu analyseren en verbeteren van proces- en duurzaamheidsprestaties? Het consortium dat bestaat uit kennisinstellingen (Hanzehogeschool Groningen en Hogeschool van Arnhem en Nijmegen), netwerkpartijen (MKB-Nederland Noord, Koninklijke Metaalunie, Lean Innovation Network en TechnologieCentrum Noord-Nederland) en de deelnemende mkb-bedrijven, heeft met dit project de ambitie mkb-bedrijven in de maakindustrie te ondersteunen bij het behalen van duurzaamheidsdoelstellingen door lean procesverbetering te integreren met het reduceren van groene verspillingen. Doelstellingen: * Het verwerven van kennis en inzicht in lean en clean tools en de voorwaarden voor het succesvol gebruik ervan (startcondities en randvoorwaarden). * Het vertalen van deze kennis en inzichten in voor het mkb bruikbare producten(zoals een ?Handboek Duurzaam Duurzamer Produceren?). * Het verrijken van de opleidingen van de Hanzehogeschool Groningen en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen met modules en minoren waarin de verworven kennis en producten zijn geïntegreerd.