Dienst van SURF
© 2025 SURF
On the internet we see a continuously growing generation of web applications enabling anyone to create and publish online content in a simple way, to link content and to share it with others: wellknown instances include MySpace, Facebook, YouTube, Flickr, Wikipedia and Google Earth. The internet has become a social software platform sailing under the Web 2.0 flag, creating revolutionary changes along the way: the individual, the end-user, comes first and can benefit optimally from an environment which has the following keywords: radically user-oriented, decentralized, collective and massive. ‘An environment in which each participant not only listens, but can also make his own voice heard’: the Social Web. This document describes a brief exploration of this Social Web and intends to gain insight in possible fundamental changes this phenomenon is causing or might cause in our society. Particular attention will be paid to the impact of the Social Web on learning and education. For how do two apparently contrary developments touch and overlap? On the one side we have the rapid growth of technologies bringing individuals together to communicate, collaborate, have fun and acquire knowledge (social software). And on the other hand we have the just conviction within the world of education that young people should not only acquire knowledge and information, but should also have all kinds of skills and experience in order to meet social and technological changes deliberately, and prepare for a life long of learning.
Businesses today are facing ever greater competition. Products and services need to be delivered faster, more efficiently and at lower price. Companies are forced to supply customised products: demand-oriented production. In order to meet this changing demand, companies have to subcontract and collaborate. An efficient web service system that defines tasks and roles is indispensable for achieving this. The spiders in the web are people. People have a number of tools to hand that enable them to design or adapt the process-oriented organisation. In this regard, people have access to an ever increasing number of standardised process objects (web services) that are available via the Internet.
Listening to students’ voices might result in the design of more effective learning practices, assuming that learning and teaching can be attuned more adequately in those practices. Therefore, research was carried out to investigate the characteristics of successful innovative learning practices using Web 2.0 technologies to establish to what extent they might serve as a model for learning practices in more or less similar contexts. Five learning practices were investigated through a range of processes including document analysis and by interviewing students. Additionally, a cross case analysis was carried out to track down success factors of teaching and learning with Web 2.0 technologies, and to find out to what extent these practices are contextual. The analysis showed the importance of co-production and co-creation in learning practices supported by the use of Web 2.0 technologies, and the crucial role of students’ motivation and teacher’s willingness to experiment with new learning practices.
LINK
In veel Afrikaanse landen zien we een inperking van de maatschappelijke ruimte (‘civic space’). Deze ruimte is cruciaal om in democratische staten transparantie, vrijheid van meningsuiting en verantwoording van bestuur te realiseren. In een steeds sterke digitaliserende maatschappij wordt toegang tot digitale middelen een mensenrecht. Daar waar regeringen proberen hun burgers en organisaties dat recht tot digitale informatievoorziening en –uitwisselingen te ontnemen komen de Sustainable Development Goals in het gedrang. Doel African Digital Rights Network (ADRN) wil inzicht verkrijgen in de stakeholders ne technologieën die betrokken zijn net het openen of onderdrukken van de online maatschappelijke ruimte (‘civic space’). Het netwerk beoogt bij te dragen aam empowerment van burgers om hun digitale mensenrechten uit te oefenen. Resultaten ADRN heeft een vergelijkende studie van 10 Afrikaanse landen uitgevoerd naar het gebruik van digitale technologieën voor het openen of onderdrukken van de online maatschappelijke ruimte (‘civic space’). Het project heeft onder andere geleidt tot de volgende publicatie: Mapping the Supply of Surveillance Technologies to Africa: Case Studies from Nigeria, Ghana, Morocco, Malawi, and Zambia Looptijd 01 mei 2020 - 20 april 2021 Aanpak ADRN organiseert een netwerk van onderzoekers, analisten, digitale rechtenorganisaties en activisten om de dynamiek van het openen en onderdrukken van de digitale maatschappelijke ruimte in kaart te brengen. Het netwerk bouwt op een interdisciplinaire onderzoeksaanpak o.l.v. het Institute for Development Studies, een vooraanstaand onderzoeksinstituut. Relevantie van het project Het onderzoek leidt tot aanbevelingen voor o.a. beleidsmakers en maatschappelijke organisaties ter bevordering van de digitale maatschappelijke ruimte. Daarnaast worden digitale tools en trainingsmateriaal gefaciliteerd voor het monitoren van ontwikkelingen en dreigingen van de digitale maatschappelijke ruimte. CofinancieringDit onderzoek wordt gefinancierd door UKRI - GCRF Digital Innovation for Development in Africa (DIDA)Meer weten? UKRI GCRF: African Digital Rights Network Website ADRN
In veel Afrikaanse landen zien we een inperking van de maatschappelijke ruimte (‘civic space’). Deze ruimte is cruciaal om in democratische staten transparantie, vrijheid van meningsuiting en verantwoording van bestuur te realiseren. In een steeds sterke digitaliserende maatschappij wordt toegang tot digitale middelen een mensenrecht. Daar waar regeringen proberen hun burgers en organisaties dat recht tot digitale informatievoorziening en –uitwisselingen te ontnemen komen de Sustainable Development Goals in het gedrang. Doel African Digital Rights Network (ADRN) wil inzicht verkrijgen in de stakeholders ne technologieën die betrokken zijn net het openen of onderdrukken van de online maatschappelijke ruimte (‘civic space’). Het netwerk beoogt bij te dragen aam empowerment van burgers om hun digitale mensenrechten uit te oefenen. Resultaten ADRN heeft een vergelijkende studie van 10 Afrikaanse landen uitgevoerd naar het gebruik van digitale technologieën voor het openen of onderdrukken van de online maatschappelijke ruimte (‘civic space’). Looptijd 01 mei 2020 - 20 april 2021 Aanpak ADRN organiseert een netwerk van onderzoekers, analisten, digitale rechtenorganisaties en activisten om de dynamiek van het openen en onderdrukken van de digitale maatschappelijke ruimte in kaart te brengen. Het netwerk bouwt op een interdisciplinaire onderzoeksaanpak o.l.v. het Institute for Development Studies, een vooraanstaand onderzoeksinstituut. Relevantie van het project Het onderzoek leidt tot aanbevelingen voor o.a. beleidsmakers en maatschappelijke organisaties ter bevordering van de digitale maatschappelijke ruimte. Daarnaast worden digitale tools en trainingsmateriaal gefaciliteerd voor het monitoren van ontwikkelingen en dreigingen van de digitale maatschappelijke ruimte. CofinancieringDit onderzoek wordt gefinancierd door UKRI - GCRF Digital Innovation for Development in Africa (DIDA)Meer weten? UKRI GCRF: African Digital Rights Network Website ADRN
Client: Foundation Innovation Alliance (SIA - Stichting Innovatie Alliantie) with funding from the ministry of Education, Culture and Science (OCW) Funder: RAAK (Regional Attention and Action for Knowledge circulation) The RAAK scheme is managed by the Foundation Innovation Alliance (SIA - Stichting Innovatie Alliantie) with funding from the ministry of Education, Culture and Science (OCW). Early 2013 the Centre for Sustainable Tourism and Transport started work on the RAAK-MKB project ‘Carbon management for tour operators’ (CARMATOP). Besides NHTV, eleven Dutch SME tour operators, ANVR, HZ University of Applied Sciences, Climate Neutral Group and ECEAT initially joined this 2-year project. The consortium was later extended with IT-partner iBuildings and five more tour operators. The project goal of CARMATOP was to develop and test new knowledge about the measurement of tour package carbon footprints and translate this into a simple application which allows tour operators to integrate carbon management into their daily operations. By doing this Dutch tour operators are international frontrunners.Why address the carbon footprint of tour packages?Global tourism contribution to man-made CO2 emissions is around 5%, and all scenarios point towards rapid growth of tourism emissions, whereas a reverse development is required in order to prevent climate change exceeding ‘acceptable’ boundaries. Tour packages have a high long-haul and aviation content, and the increase of this type of travel is a major factor in tourism emission growth. Dutch tour operators recognise their responsibility, and feel the need to engage in carbon management.What is Carbon management?Carbon management is the strategic management of emissions in one’s business. This is becoming more important for businesses, also in tourism, because of several economical, societal and political developments. For tour operators some of the most important factors asking for action are increasing energy costs, international aviation policy, pressure from society to become greener, increasing demand for green trips, and the wish to obtain a green image and become a frontrunner among consumers and colleagues in doing so.NetworkProject management was in the hands of the Centre for Sustainable Tourism and Transport (CSTT) of NHTV Breda University of Applied Sciences. CSTT has 10 years’ experience in measuring tourism emissions and developing strategies to mitigate emissions, and enjoys an international reputation in this field. The ICT Associate Professorship of HZ University of Applied Sciences has longstanding expertise in linking varying databases of different organisations. Its key role in CARMATOP was to create the semantic wiki for the carbon calculator, which links touroperator input with all necessary databases on carbon emissions. Web developer ibuildings created the Graphical User Interface; the front end of the semantic wiki. ANVR, the Dutch Association of Travel Agents and Tour operators, represents 180 tour operators and 1500 retail agencies in the Netherlands, and requires all its members to meet a minimum of sustainable practices through a number of criteria. ANVR’s role was in dissemination, networking and ensuring CARMATOP products will last. Climate Neutral Group’s experience with sustainable entrepreneurship and knowledge about carbon footprint (mitigation), and ECEAT’s broad sustainable tourism network, provided further essential inputs for CARMATOP. Finally, most of the eleven tour operators are sustainable tourism frontrunners in the Netherlands, and are the driving forces behind this project.