Dienst van SURF
© 2025 SURF
Tussentijds intern rapport tbv. WP1, CCO project
De Hanzehogeschool Groningen heeft in project 9.1 bijgedragen aan activiteit 1: “Door systeemanalyse van tenminste twee systeemconcepten van decentrale voelbare warmteopslag een concept kiezen voor nadere ontwikkeling”.
Dit onderzoek richt zich op het verduurzamen van vakantieparken, met specifieke aandacht voor het gasverbruik. Verschillende opties zijn overwogen, waaronder elektriciteitsopslag, een boiler, WKO-systeem en warmteopslag in zouten.Voor dit onderzoek is een rekenmodel ontwikkeld om de gasbesparing, investering en terugverdientijd van een warmteopslag te bepalen. Belangrijke gegevens voor het model zijn de actuele gasprijs, de omrekenfactor van kubieke meter gas naar kWh en de dagelijkse opwekking van PV-panelen en thermische zonnecollectoren. Het onderzoek richt zich specifiek op de verduurzaming van het douchen op vakantieparken. Vervolgens is er per vakantiepark gekeken welke optie het meest geschikt is daarna of deze optie economisch rendabel is.
Het IEBB-consortium staat voor een integrale aanpak op een 9-tal thema’s die naar mening van het consortium alle nodig zijn om in de komende jaren tot de gewenste opschaling te komen. De 9 thema’s zijn:1 Renovatieconcepten, 2 Prestatiemonitoring, 3 Industrialisatie, 4 Digitalisering, 5 Gedragen energietransitie, 6 Afwegingskader gebouweigenaren, 7 Keteninnovatie, 8 Warmtepompen en 9 Warmteopslag.Doel Doel van het programma is het haalbaar, opschaalbaar en betaalbaar maken van de energietransitie in bestaande bouw, gericht op het bereiken van 200.000 renovaties per jaar vóór 2030. Goede, gebruikersvriendelijke, goedkope en opschaalbare technologieën zijn nodig om tot een renovatie-tempo van 200.000 woningen per jaar te komen. Op dit moment beschikbare oplossingen zijn te duur, arbeidsintensief, voldoen niet aan de verwachting en sluiten onvoldoende aan bij behoeften van bewoners. Resultaten Het programma zal leiden tot betaalbare, opschaalbare en geaccepteerde oplossingen die nodig zijn voor de volledige renovatieopgave. Vóór 2030 zullen kostenreducties van renovaties van 20-40% worden gerealiseerd voor opschaling naar 200.000 renovaties per jaar. Met verschillende ketenpartners worden duurzame verwarmingstechnieken, renovatieconcepten, industrialisatie, robotisering en digitalisering, nieuwe vormen van ketensamenwerking en sociale innovaties in programmatische samenhang ontwikkeld en beproefd. De eerste jaren ligt de focus op rijwoningen en gestapelde bouw en wordt een kostenreductie van 10–40% verwacht voor all-electric renovaties en een reductie van 20% voor de aansluitkosten op een warmtenet. In vervolgprojecten wordt de kennis toegepast op andere gebouwtypen, zodat rond 2025 voor alle gebouwtypen oplossingen beschikbaar komen. De integrale aanpak doorbreekt de huidige versnippering van onderzoek en ontwikkeling, waarbij beschikbare kennis breed wordt gedeeld en de innovatieruimte met maximaal rendement wordt ingezet. De koppeling met andere initiatieven, zoals Renovatieversneller en het programma Aardgasvrije wijken zorgt voor een snelle uitrol van de resultaten. Looptijd 01 januari 2020 - 31 december 2024 Aanpak Binnen het programma worden de ontwikkelingen via een “stage-gating” proces gemonitord en gestuurd.
Het IEBB-consortium staat voor een integrale aanpak op een 9-tal thema’s die naar mening van het consortium alle nodig zijn om in de komende jaren tot de gewenste opschaling te komen. De 9 thema’s zijn:1 Renovatieconcepten, 2 Prestatiemonitoring, 3 Industrialisatie, 4 Digitalisering, 5 Gedragen energietransitie, 6 Afwegingskader gebouweigenaren, 7 Keteninnovatie, 8 Warmtepompen en 9 Warmteopslag.Doel Doel van het programma is het haalbaar, opschaalbaar en betaalbaar maken van de energietransitie in bestaande bouw, gericht op het bereiken van 200.000 renovaties per jaar vóór 2030. Goede, gebruikersvriendelijke, goedkope en opschaalbare technologieën zijn nodig om tot een renovatie-tempo van 200.000 woningen per jaar te komen. Op dit moment beschikbare oplossingen zijn te duur, arbeidsintensief, voldoen niet aan de verwachting en sluiten onvoldoende aan bij behoeften van bewoners. Resultaten Het programma zal leiden tot betaalbare, opschaalbare en geaccepteerde oplossingen die nodig zijn voor de volledige renovatieopgave. Vóór 2030 zullen kostenreducties van renovaties van 20-40% worden gerealiseerd voor opschaling naar 200.000 renovaties per jaar. Met verschillende ketenpartners worden duurzame verwarmingstechnieken, renovatieconcepten, industrialisatie, robotisering en digitalisering, nieuwe vormen van ketensamenwerking en sociale innovaties in programmatische samenhang ontwikkeld en beproefd. De eerste jaren ligt de focus op rijwoningen en gestapelde bouw en wordt een kostenreductie van 10–40% verwacht voor all-electric renovaties en een reductie van 20% voor de aansluitkosten op een warmtenet. In vervolgprojecten wordt de kennis toegepast op andere gebouwtypen, zodat rond 2025 voor alle gebouwtypen oplossingen beschikbaar komen. De integrale aanpak doorbreekt de huidige versnippering van onderzoek en ontwikkeling, waarbij beschikbare kennis breed wordt gedeeld en de innovatieruimte met maximaal rendement wordt ingezet. De koppeling met andere initiatieven, zoals Renovatieversneller en het programma Aardgasvrije wijken zorgt voor een snelle uitrol van de resultaten. Looptijd 01 januari 2020 - 31 december 2024 Aanpak Binnen het programma worden de ontwikkelingen via een “stage-gating” proces gemonitord en gestuurd.