De maatregelen om verspreiding van COVID-19 tegen te gaan, bezorgen Nederlandse studenten stress. Wandelen in de natuur heeft deze studenten geholpen met het verwerken van stressgerelateerde klachten. Dit blijkt uit onderzoek van studenten van Van Hall Larenstein dat is uitgevoerd gedurende drie periodes. In het eerste onderzoek is voornamelijk aandacht besteed aan de persoonlijke ervaring wat betreft stress, natuur en wandelen. In het vervolgonderzoek is er, naast persoonlijke ervaring, ook aandacht besteed aan de toekomst door studenten de vraag voor te leggen wat er kan worden gedaan om stressherstel te bevorderen.
MULTIFILE
De maatregelen om verspreiding van COVID-19 tegen te gaan, bezorgen Nederlandse studenten stress. Wandelen in de natuur heeft deze studenten geholpen met het verwerken van stressgerelateerde klachten. Dit blijkt uit onderzoek van studenten van Van Hall Larenstein dat is uitgevoerd gedurende drie periodes. In het eerste onderzoek is voornamelijk aandacht besteed aan de persoonlijke ervaring wat betreft stress, natuur en wandelen. In het vervolgonderzoek is er, naast persoonlijke ervaring, ook aandacht besteed aan de toekomst door studenten de vraag voor te leggen wat er kan worden gedaan om stressherstel te bevorderen.
MULTIFILE
Begin 2020 heeft de gemeente Den Haag aan De Haagse Hogeschool (Lectoraat Urban Ageing) gevraagd om samen met Hulsebosch Advies en AFEdemy een integrale monitor te ontwikkelen en uit te voeren waarbij, door middel van kwalitatieve en kwantitatieve methoden, onderzoek wordt gedaan naar de stand van zaken van Den Haag als seniorvriendelijke stad en tevens te kijken naar huidige trends aangaande ouderen. Tevens vroeg de gemeente om de ontwikkeling van een meetinstrument dat in de toekomst eenvoudig bij herhaling kan worden ingezet voor onderzoek: de standaard Age Friendly Cities and Communities Questionnaire (AFCCQ) voor ouderen1. In een stadsenquête en in zogenaamde stadsateliers zijn ouderen gevraagd naar hun bevindingen. In totaal hebben 393 Haagse ouderen meegedaan aan de enquête en 50 aan de stadsateliers. De aan de ouderen gestelde vragen gingen over de volgende acht onderwerpen die volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gezamenlijk de seniorvriendelijkheid van een stad bepalen: ●Huisvesting; ●Sociale participatie; ●Respect en sociale inclusie; ●Burgerschap en werkgelegenheid; ●Communicatie en informatie; ●Sociale en gezondheidsvoorzieningen; ●Buitenruimte en gebouwen; ●Transport; ● en aanvullend, een negende domein: Financiën. CC-BY NC ND https://www.dehaagsehogeschool.nl/onderzoek/lectoraten/details/urban-ageing#over-het-lectoraat
MULTIFILE
Bij de ontwikkeling van kinderen speelt de omgeving waarin zij opgroeien en de wijze waarop zij zich verbonden voelen met hun buurt een belangrijke rol (Owens, 2004; 2016). Om als basisschool goed bij te kunnen dragen aan de ontwikkeling van kinderen is het van belang dat scholen de omgeving en de buurt waarin hun leerlingen opgroeien kennen en kunnen benutten voor hun onderwijs. In het bijzonder gaat het daarbij om de betekenis die deze omgeving voor hun leerlingen heeft. Voor basisscholen in wijken met een grote diversiteit aan inwoners kan de betekenis van eenzelfde omgeving voor verschillende leerlingen ook zeer verschillend zijn. Naar de wijze waarop kinderen zich verbonden voelen met de fysieke en sociale ruimte is nog weinig onderzoek gedaan (Tani, 2016). Naast inzicht in de bestaande verbinding van kinderen met hun omgeving is het voor het onderwijs belangrijk om inzicht te verkrijgen in de wijze waarop kinderen in staat kunnen worden gesteld om zich te binden aan een plek en om deze plek te benutten bij hun ontwikkeling. De capability approach (Nussbaum, 2014) en een perspectief op de veerkracht van kinderen (Enthoven, 2007) bieden een kader om naar dit vraagstuk te kijken. Het onderzoek richt zich op wat het primair onderwijs kan doen om de aan de omgeving gerelateerde vermogens van kinderen te ontwikkelen. Onderwijs waarin de leefomgeving van kinderen wordt betrokken of waarin de leefomgeving op enige wijze een rol speelt kan hiertoe een middel zijn. Dit vanuit de notie dat door het ontwikkelen van een ‘sense of place’ (Dolan, 2016) de kennis, persoonlijke verbondenheid en verantwoordelijkheid voor de lokale omgeving versterkt kunnen worden. Het onderzoek zal na een verkennende fase een ontwerpgericht karakter krijgen, waarbij op onderzoeksmatige wijze materiaal wordt ontwikkeld dat bruikbaar is op basisscholen en lerarenopleidingen basisonderwijs.
Groene werkwandeling Eindhoven De onderzoeksvraag van dit project is: Hoe kan de directe werkomgeving in publieke ruimte worden aangepast en verrijkt met natuurlijke elementen om een groene route te creëren die specifiek ontworpen is om wandelvergaderingen te faciliteren en te stimuleren?; Het is bekend dat werken in groene omgevingen concentratie, ontspanning, welbevinden, beweging en creativiteit bevordert (Oppezzo & Schwartz, 2014; Kaplan, 1995; Ulrich et al., 1991). In de gemeente Eindhoven wordt samengewerkt aan dit initiatief, gericht op het bevorderen van innovatieve, gezonde en groene werkomgevingen in stedelijke gebieden. Het project heeft drie kernpunten: 1. Ontwikkeling van Scenario’s voor Groene Werkwandelingen via Co-Creatie: o Doel: Het creëren van diverse groene werkwandelingsscenario’s in samenwerking met stakeholders zoals Yuverta, Fontys, en andere publieke en private partijen. Deze scenario's omvatten routeontwerp, landschapsinrichting, implementatiestrategieën en evaluatiekaders. o Belang: Co-creatie leidt tot innovatieve, op maat gemaakte wandelroutes die aansluiten bij gebruikersbehoeften. 2. Testen van Groene Werkwandelingen in de Praktijk: o Doel: Implementeren en testen van groene werkwandelingen in Eindhoven, met aandacht voor diverse natuuraspecten, seizoensgebonden kenmerken en locatie specifieke eisen. o Belang: Praktijktests zijn essentieel voor het beoordelen van effectiviteit en haalbaarheid, en bieden inzichten voor verbeteringen. 3. Versterken van Samenwerking en Netwerkvorming: o Doel: Opbouwen van een netwerk tussen onderwijsinstellingen, bedrijven, en lokale overheden om samenwerking te bevorderen. o Belang: Sterke netwerken verhogen het draagvlak, stimuleren kennisdeling en creëren synergiën voor duurzame, lange termijn oplossingen. Het practoraat Groene Leefbare Stad; van Yuverta zal dit onderzoek leiden en samen met docenten, docent-onderzoekers, en studenten van het groene Lyceum Eindhoven en Fontys uitvoeren. Studenten verwerven waardevolle kennis over het creëren van groene werkwandelingen en leren samenwerken met diverse stakeholders, waaronder Fontys Hogeschool's lectoraat Move to Be;, Soontiëns natuurlijk Groen, Het Buitenkantoor, Workplace Vitality Hub en de gemeente Eindhoven.
De Haagse Hogeschool (lectoraat Technologie voor Inclusief Bewegen en Sport en lectoraat Gezonde Leefstijl in een Stimulerende Omgeving), Hogeschool Leiden (lectoraat Eigen Regie bij Fysiotherapie en Beweegzorg), de gemeente Westland, gemeente Den Haag, zorginstelling Pieter van Foreest (PvF), Walk in the ParQ (WITP) en het Ouderenfonds willen inzetten op beweegstimulering in de buitenruimte nabij een zorginstelling voor ouderen. Vanuit de gemeentes, PvF en het Ouderenfonds komt de vraag hoe technologie ingezet kan worden om ouderen te motiveren meer, zelfstandiger en duurzaam te laten bewegen in de buitenruimte van een zorginstelling. Daarnaast ligt er de wens om meer mensen uit de buurt te betrekken bij deze buitenruimte. Het doel is om, samen met de betrokken partijen, de al aangelegde interactieve beweegroute WITP te evalueren. Deze interactieve route bevat palen met QR-codes die met een mobiele applicatie gescand kunnen worden. Zo worden suggesties voor krachtoefeningen en wandelingen gegeven. De interactieve route wordt geëvalueerd met bewoners, professionals en de instelling en mogelijkheden voor verbetering van de route worden geïnventariseerd. In dit project wordt onderzocht wat de bevorderende en/of belemmerende factoren zijn in het opzetten en duurzaam gebruiken van WITP. Via participatief actieonderzoek wordt gemeten wat de ervaringen en behoeften zijn van de ouderen, de instelling, gemeentes en betrokken professionals. Wat werkt er goed en wat kan beter? Daarnaast brengen we in kaart of en hoe via de interactieve route meer mensen vanuit de omgeving bij het verpleeghuis betrokken kunnen worden. Hiermee willen we de kennis en bekendheid vergroten over de mogelijkheden en effecten van WITP routes waarmee de openbare ruimte rondom de zorginstellingen beweegvriendelijker ingericht kan worden en inclusiever wordt. Op basis van de bevindingen worden concrete aanbevelingen en een routekaart opgeleverd om de verschillende partners binnen dit concept te laten samenwerken om verdere uitrol te vergemakkelijken naar eventuele andere locaties en stakeholders.