Dienst van SURF
© 2025 SURF
Aanleiding: Scholen weten vaak niet hoe ze om moeten gaan met pestsituaties. In het onderwijsveld is er behoefte aan concrete handvatten om pesten te kunnen signaleren en om op adequate wijze met pestincidenten om te gaan. Recente initiatieven vanuit de politiek en de landelijke onderwijskoepels (Plan van Aanpak Pesten, 2013) onderstrepen het belang hiervan. Doelstelling Het doel van dit project is kennis ontwikkelen en valoriseren waarmee professionals in het basisonderwijs het pestgedrag effectief kunnen terugdringen op basisscholen in Nederland. Voor dit doel verricht het projectteam onderzoek voor de theoretische en praktijkgerichte onderbouwing van antipestbeleid. In samenwerking met professionals en docenten ontwikkelt het team de afzonderlijke onderdelen van antipestbeleid. Daarna volgt een proefimplementatie en onderzoek van de verschillende onderdelen en dan de implementatie op de deelnemende scholen. Beoogde resultaten De concrete resultaten van het project zijn een online pestmeter die scholen zelfstandig kunnen gebruiken om het pesten in de school in kaart te brengen, methodieken voor docenten om pestsituaties - zowel eenvoudige pestproblemen als intensieve incidenten - in de klas op te lossen, een digitale interactieve lessenserie voor leerlingen, een training voor docenten en een training voor schoolleiding (via e-learning). De resultaten, kennis en inzichten worden landelijk verspreid door middel van cursusmaterialen, publicaties, sociale media, presentaties, congresdeelnames en een slotsymposium.
Depressieklachten bij adolescente meisjes vormen een belangrijk probleem voor de volksgezondheid. Depressiepreventie staat bijgevolg hoog op de agenda van de Rijksoverheid alsook bij Rotterdamse middelbare scholen. Co-ruminatie, d.w.z. het excessief bespreken van problemen en negatieve gevoelens in hechte vriendschappen, is bij meisjes een kernfactor in het ontstaan, continueren en escaleren van depressieklachten. Rotterdamse middelbare scholen krijgen moeilijk in beeld welke vriendinnen (leerlingen) gevaarlijk co-ruminatiegedrag laten zien en ervaren dientengevolge ernstige handelingsverlegenheid in het effectief beïnvloeden van dit co-ruminatiegedrag en de daarmee samenhangende depressieklachten. Het is belangrijk dat scholen de beschikking krijgen over een effectief depressiepreventieprogramma, met de dyadische relatie tussen co-ruminerende meisjes als focus van interveniëren. Een dergelijk programma bestaat echter nog niet. Met voorliggende projectaanvraag beoogt ons multidisciplinaire Happy Friends, Positive Minds-consortium (HFPM) een eerste impuls te geven aan de ontwikkeling van een stepped-care, school-based depressiepreventieprogramma voor meisjes. Onderdeel van dit stepped-care programma is de interactieve App je Happy-app met dashboardfunctie, waarmee schoolprofessionals de ontwikkeling van meisjes kunnen monitoren en kunnen ondersteunen. We vragen financiering aan voor de eerste fase van de ontwikkeling van de App je Happy-app, een applicatie die vriendinnen gaat ondersteunen hun co-ruminatiegedrag te doorbreken en om te buigen naar gezamenlijke, uitdagende, en ontspannende fysieke activiteiten en positieve communicatie en sociale interacties in hun dagelijkse leven. Hierdoor zal het risico op chronische, klinische depressie verminderen. Concreet beogen we met voorliggend projectvoorstel middels conceptuele sprints en co-creatie tijdens een driedaagse Hackaton en daaropvolgende doelgroepen-tests de innovatievraag te beantwoorden hoe we de werkzame mechanismen van de App je Happy-app moeten vormgeven zodat de app effectieve impact kan sorteren op het terugdringen van co-ruminatiepatronen en daarmee samenhangende depressieklachten bij adolescente meisjes.
De online wereld is voor jongeren een vanzelfsprekend onderdeel van hun leefwereld. De meeste jongeren hebben baat bij de online leefwereld: hun cognitieve en sociale vaardigheden nemen toe, en hun vriendschappen en zelfvertrouwen worden gestimuleerd. Een kleine groep (5 tot 10 procent) vertoont online risicogedrag of raakt verslaafd aan sociale media. Deze groep jongeren heeft begeleiding nodig bij het opgroeien in de online leefwereld. Jongerenwerkers zijn sociaal werk professionals die jongeren in kwetsbare situaties (10-23 jaar) begeleiden bij het volwassen worden in de samenleving. Vanuit de leefwereld van jongeren dragen zij bij aan het versterken van de persoonlijke ontwikkeling en participatie en het verminderen van risicogedrag, problemen en uitval van jongeren. Nu de online wereld voor jongeren een vanzelfsprekend onderdeel is van hun leefwereld wordt het voor het jongerenwerk noodzakelijk om ook online te werken. Wat ontbreekt is kennis en handelingsperspectieven voor hoe het jongerenwerk in de online leefwereld jongeren kan vinden, volgen en begeleiden. Hieraan ten grondslag ligt een meer fundamentele vraag. Omdat de leefwereld van jongeren het vertrekpunt van het jongerenwerk vormt, is het jongerenwerk van oudsher gepositioneerd in het vrije tijdsdomein. In de online leefwereld van jongeren vervaagt het onderscheid tussen de opvoeddomeinen thuis, school/werk, vrije tijd waardoor er onduidelijkheid is over de rol van het jongerenwerk in de online leefwereld van jongeren. Dit project beoogt duidelijkheid te creëren over de rol van het jongerenwerk in de online leefwereld van jongeren en in co-creatie met jongeren, jongerenwerkers, studenten en docenten drie methodieken te ontwikkelen (‘Online als vindplaats’, ‘Signaleren online’, en ‘Begeleiden online’). We onderzoeken hoe jongerenwerkers door het vinden, volgen en begeleiden van jongeren in de online leefwereld bij kunnen dragen aan de persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke participatie van jongeren in kwetsbare situaties. Belangrijkste eindproduct is een handboek “Jongerenwerk in de online leefwereld van jongeren”.