Dienst van SURF
© 2025 SURF
Dit onderzoek, dat gefinancierd is door NRO, heeft tot doel om meer inzicht te verkrijgen in de vraag hoe lerarenopleidingen de intake van nieuwe studenten voor de lerarenopleidingen vormgeven en hoe die intake bijdraagt aan en voorspellend is voor het succes van studenten binnen de lerarenopleidingen. De uitkomsten van het onderzoek kunnen opleidingen helpen om hun intakeprocedures te verbeteren, zodat zij aankomende studenten beter ondersteunen bij het proces van zelfselectie.De volgende onderzoeksvragen staan centraal:1. Welke doelen, criteria en instrumenten hanteren de lerarenopleidingen tijdens de intake- en selectieprocedure?2. In hoeverre ondersteunen die procedures bij het proces van zelfselectie ten aanzien van de vraag:a. Kan ik succesvol studeren?b. Kan ik als leraar succesvol zijn?c. Wil ik leraar worden en wat voor leraar dan?3. In welke mate hebben de gehanteerde criteria en instrumenten een voorspellende waarde voor studiesucces en handelen in de beroepspraktijk?4. Hoe ervaren studenten de intakeprocedures?5. Welke mechanismen spelen een rol bij intake en zelfselectie en wat is de betekenis daarvan voor de praktijk van de opleidingen?Op nbasis van de uitkomsten van het onderzoek bevelen de onderzoekers aan om bij de inrichting van intakeprocedures meer systematisch aandacht te besteden aan de drie zelfselectievragen:- Kan ik succesvol aan deze opleiding studeren?- Kan ik een succesvolle leraar worden?- Wil ik leraar worden en zo ja, wat voor leraar?Intakes bij lerarenopleidingen worden hiermee nadrukkelijker een zelfselectie-instrument, bedoeld om de kandidaat-student, de opleiding en het toekomstige beroep van leraar te matchen.Intakeprocedures zouden studenten moeten uitdagen om echt een inspanning te leveren en persoonlijk betrokken te raken. Dit zou meerdere keren over een langere periode moeten gebeuren. In een zelfselectieproces vraagt dit meer van de verantwoordelijkheid van de toekomstige student om inspanningen te leveren, zodat het realistisch uitvoerbaar is voor de opleiding om de intake vorm te geven.
MULTIFILE
Dit is alweer de vijfde editie van het congres Met het oog op behandeling. De afgelopen jaren hebben we gezien dat de maatschappelijke belangstelling voor mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) sterk toeneemt. Dit jaar is er zelfs een Interdepartementaal Beleidsonderzoek gedaan door diverse ministeries over de positie van mensen met een LVB in de Nederlandse samenleving. In het onderzoeksrapport wordt gepleit voor het verbeteren van de communicatie tussen algemene voorzieningen en deze burgers. Voor alle professionals in het brede sociaal domein wordt aanbevolen dat zij meer kennis en vaardigheden moeten hebben voor hun hulp- en dienstverlening aan mensen met een LVB. Dat geldt voor alle professionals in het sociaal domein en in het bijzonder voor professionals die werken voor cliënten met een LVB waarbij sprake is van ernstige gedragsproblematiek en psychische problemen. In dat geval moet je kunnen omgaan met ‘onbegrepen gedrag’ en agressie en wil je beschikken over de beste, actuele kennis op dat gebied.
Dit rapport betreft een internationale literatuurreview naar studies over voorspellende effecten van selectie voorafgaand aan de lerarenopleiding. Er is literatuur verzameld waarin aan de hand van empirisch bewijsmateriaal wordt besproken in hoeverre bepaalde selectie-instrumenten en –procedures voorspellende waarde hebben ten aanzien van uitkomstmaten die van belang zijn voor het functioneren als leraar. Teneinde de problematiek van de lerarenopleiding in een breder kader te kunnen bespreken, is bovendien via aanvullende literatuurstudie nagegaan wat de voorspellende effecten zijn van selectieprocedures die worden gehanteerd bij enkele andere opleidingen die relevant zijn voor lerarenopleidingen. Hierbij gaat het concreet om medische opleidingen en de politieacademie omdat deze opleiden tot beroepen die, net als dat van leraar, worden gekenmerkt door (mondelinge) interactie met groepen en/of individuen, soms in stressvolle situaties. Selectieve opleidingen op het gebied van kunst of sport zijn buiten beschouwing gelaten. Hoofdconclusies is dat er weinig wetenschappelijke evidentie is ten aanzien van selectiecriteria en selectie-instrumenten voor de lerarenopleidingen. Uit de beschikbare literatuur komt het beeld naar voren dat een mix van criteria en instrumenten de grootste voorspellende waarde heeft. De in dit rapport beschrijven literatuurstudie bouwt voort op een eerder verrichte studie naar de wenselijkheid van de invoering van selectie op basis van geschiktheid voor het beroep van leraar (Snoek et al., 2014). [LINK]. Het rapport is tot stand gekomen in opdracht van NRO en op verzoek van het Ministerie van OCW.
Knieprotheseplaatsingen één van de meest uitgevoerde operaties in Nederland, waarna vrijwel alle patiënten een postoperatief fysiotherapietraject in de eerste lijn doorlopen om het herstel te bevorderen. Desondanks verloopt dit herstel bij een aanzienlijke groep (20-30%) niet goed: bij hen vindt terugkeer naar dagelijks functioneren, werk en sport vertraagd of geheel niet meer plaats. Fysiotherapeuten en ook andere professionals zijn momenteel niet goed in staat om te voorspellen hoe het herstel zal verlopen. Indien fysiotherapeuten dit herstel in een zo vroeg mogelijk stadium in het revalidatietraject accuraat kunnen voorspellen, zouden zij op basis hiervan de behandeling tijdig kunnen bijstellen om daarmee het (vertraagde) herstel te bevorderen. Met dit 1-jarige KIEM-project willen wij een belangrijke stap zetten in het vroegtijdig in het revalidatietraject kunnen voorspellen van het lange termijnherstel na een knieprotheseplaatsing. Binnen een nieuw samenwerkingsverband van kennis- en praktijkpartners op dit terrein, zullen wij eerst de meest kansrijke voorspellende patiëntkenmerken (voorspellers) selecteren op basis van literatuur (werkpakket 1) en op basis van praktijkervaringen van patiënten, fysiotherapeuten en orthopedisch chirurgen (werkpakket 2). Vervolgens zal de Landelijke Database Fysiotherapie gebruikt worden om te verkennen of met deze geïdentificeerde patiëntkenmerken het lange termijnherstel voorspeld kan worden (werkpakket 3). Tenslotte zal, naast oplevering van de eindproducten (artikel, presentatie, ‘short list’ met kansrijke voorspellers), de voorbereiding voor een groot vervolgonderzoek gestart worden (werkpakket 4). Dit KIEM-project zal niet alleen nieuwe wetenschappelijke inzichten en een nieuw landelijk samenwerkingsverband van kennis- en praktijkpartners opleveren. Ook zal hieruit een groot vervolgonderzoek ‘ontkiemen’. Dit vervolgonderzoek zal als doel hebben om een accuraat voorspelmodel voor het lange termijnherstel na knieprotheseplaatsing met behandelstrategieën te ontwikkelen en in de praktijk op meerwaarde te testen. Daarmee komt vroegtijdige voorspelling en bevordering van het herstel na een knieprotheseplaatsing een stap dichterbij.