Dienst van SURF
© 2025 SURF
Zes lectoren van Hogeschool Utrecht schreven elk een essay over de ontwikkeling van de beroepspraktijk in hun werkveld. Daaraan gekoppeld hebben wij talentvolle hbo-professionals uit datzelfde vakgebied geïnterviewd over de vraag wat zij geleerd hebben op de hogeschool, hoe ze dat in de praktijk toepassen en wat zij nu verder in de praktijk leren. De zes auteurs zijn: Piet Bakker, lector Crossmedia Content, Elly de Bruijn, lector Beroepsonderwijs, Lia van Doorn, lector Innovatieve Maatschappelijke Dienstverlening, Erik Puik, lector Microsysteemtechnologie/Embedded Systems, Hein Roelfsema, lector International Business and Innovation en Marieke Schuurmans, lector Verpleegkundige en Paramedische Zorg voor Mensen met Chronische Aandoeningen.
'Corporate designmanagement' is een vlot geschreven en zeer overzichtelijk standaardwerk op het gebied van corporate designmanagement. Een sterke visuele identiteit is voor een organisatie een doeltreffend middel om zich te positioneren en te profileren. Voorwaarde is wel dat de visuele identiteit duidelijk wordt geregisseerd. Corporate designmanagement zorgt daarvoor. Dit boek daagt de lezer uit om een eigen visie op corporate design te ontwikkelen en om deze visie in de praktijk vorm te geven. Niet alleen krijgt de lezer een heldere uitleg van begrippen als identiteit, imago, huisstijl, brands, merkbouw en design audit. Ook wordt beschreven hoe deze begrippen succesvol kunnen worden toegepast. En hoe een huisstijl van een organisatie wordt ontwikkeld en gemanaged. In deze herziene druk is er meer aandacht voor het verschil tussen basiselementen zoals logo, kleur, typografie en beeld en toepassingsgebieden oftewel de dragers van de huisstijl. Denk hierbij aan brochures, websites en natuurlijk visitekaartjes. Ook zijn er meer cases en checklists toegevoegd. 'Corporate designmanagement' is niet alleen een zeer toegankelijk en compleet studieboek, maar bewijst ook in de praktijk goede diensten.
In het kunsten- en erfgoeddecreet werd een aparte categorie ‘Instellingen van de Vlaamse Gemeenschap’ opgenomen. Zij zouden een symboolfunctie en een sensibiliserende rol voor de artistieke gemeenschap en de gehele Vlaamse bevolking moeten vervullen. Bovendien moeten ze internationale topkwaliteit aanbieden. Door een gebrekkige collectieve opdrachtomschrijving weten deze Gemeenschapsinstellingen echter niet welke service van hen wordt verwacht en dit zowel naar de artistieke gemeenschap als de bredere samenleving toe. De vage taakomschrijving stelt de instellingen met dit uitzonderlijke statuut bovendien voor een distinctieprobleem. Waarin onderscheiden ze zich van andere kunstorganisaties in Vlaanderen die op een reguliere basis tijdelijk worden gesubsidieerd? Ten slotte signaleren de Gemeenschapsinstellingen een internationaal verifieerbare discrepantie tussen een symbolische en een economische, subsidiale erkenning. Door dit alles blijft hun positie vaag tot zelfs ambivalent. Met deze vaststellingen in het achterhoofd werd een essayopdracht geformuleerd. De centrale vragen die daarin gesteld werden luiden: wat is de opdracht, taak en positie van nationale kunstinstellingen? Hoe kunnen ze ideaaltypisch functioneren en hoe doen ze dat in het buitenland? Via een interpretatieve cultuursociologische weg, geschraagd met de inzichten van de kritische theorie werd een antwoord op het voorgelegde vraagstuk gezocht. Het opstel betreft dus geen benchmarking of kunstkritisch betoog. Wel werd via diepte-interviews met beleidsverantwoordelijken en vooral stafmedewerkers van voorbeeldorganisaties in Duitsland, Engeland, Finland, Nederland en Portugal naar mogelijke pistes gekeken.
Levend Goud, Goudsmeden met Mycelium Binnen bio-design vinden vele ontwikkelingen plaats gericht op het verduurzamen van de samenleving. Een van deze ontwikkelingen is het toepassen van bio-based materialen zoals mycelium in productontwerp. Een groot voordeel van mycelium is dat het biologisch afbreekbaar, carbon neutraal en een circulair materiaal is. Mycelium materiaal is nog niet algemeen bekend in de samenleving. Dit is jammer aangezien mycelium een levend materiaal is dat, wanneer toegepast in ontwerp, living artefacts oplevert. Living artefacts stellen gebruikers in staat zich verbonden te voelen tot natuur. Verbinding tot natuur heeft een positief effect op zowel de lichamelijke als de geestelijke staat van een persoon. Het toepassen van mycelium is dus niet alleen duurzaam maar ook goed voor de gezondheid van de mens. Dit onderzoek exploreert hoe mycelium kan worden opgenomen als co-creator binnen het goudsmeden. Goudsmeden is een ambacht waaruit edelmetalen sieraden voortkomen. Sieraden spelen in bijna alle culturen en sociale groepen een belangrijke rol. Sieraden hebben een persoonlijke, culturele, sociale of financiële waarde voor de drager. Sieraden worden op het menselijk lichaam gedragen met direct of indirect huidcontact en worden op deze manier onderdeel van het visuele uiterlijk en identiteit van een persoon. Maar belangrijker nog is dat de drager van een sieraad zich vaak emotioneel verbonden voelt tot het sieraad. Dit onderzoek leidt tot vernieuwing binnen de creatieve industrie goudsmeden. Het breidt de vakgebieden waarin mycelium wordt toegepast uit. Goudsmeden met mycelium kan er verder voor zorgen dat mycelium als materiaal bekender en algemeen geaccepteerd wordt in de samenleving. Zowel in nieuwe toepassingen of als vervanging van niet duurzame materialen. Ook bied het een nieuwe manier om verbinding tot natuur vorm te geven in een sieraad. Op deze manier draagt goudsmeden bij aan ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid en gezondheid.