Dienst van SURF
© 2025 SURF
Onderzoeken laten zien dat hechtingsstijlen veranderbaar zijn als gevolg van psychologische behandeling. Doel was om na te gaan of hechting ook binnen een psychologische behandeling van verslaving kan veranderen. Daartoe is bij 49 cliënten in de ambulante verslavingszorg gekeken of de therapeutische relatie invloed had op de hechting van een cliënt. Op groepsniveau werd gevonden dat de hechtingsstijl niet veranderde, maar op individueel niveau werd verband gevonden tussen de therapeutische relatie en de vermijdende component van hechting na de behandeling. Ook werd, in overeenstemming met ander onderzoek, verband gevonden tussen veranderingen in de angstige component maar niet de vermijdende component van hechting met veranderingen in sociaal steunende interacties en klachten. Binnen de groep mensen met een verslaving werden geen significante veranderingen van hechting (vermijding en angst) gevonden, terwijl dit in andere populaties wel werd gevonden. Wel werd, zoals verwacht, een relatie gevonden tussen een hechtingscomponent en uitkomstmaten.
Aanleiding De geestelijke gezondheidszorg (GGZ) staat voor een grote opgave: er moet fors bezuinigd worden terwijl de kwaliteit van de zorg gehandhaafd moet blijven. Inzet van beeldcommunicatie kan hieraan een bijdrage leveren. Zorgverleners zijn echter niet of nauwelijks getraind op beeldcommunicatie. Ze zijn juist geoefend om subtiele signalen te interpreteren die via beeldcommunicatie niet of veel moeilijker waarneembaar zijn. Doelstelling De ambitie van het project is om GGZ-zorgverleners te ondersteunen bij het effectief inpassen van beeldbellen in de eigen zorgverlening. Daarvoor moeten de volgende drie doelen bereikt worden. 1. het verkrijgen van kennis en inzichten over de vraag waarom het (intensiever) inzetten van beeldbellen voor de GGZ-zorgverleners nu zo moeilijk is; 2. het omzetten van deze kennis en inzichten in producten die recht doen aan de complexiteit van de GGZ-problematiek en daarnaast praktisch toepasbaar zijn voor de drukbezette professional; 3. het verrijken van de opleidingen Verpleegkunde van deelnemende hogescholen Windesheim en Hanzehogeschool Groningen met modules en minoren waarin de verworven kennis en producten zijn geïntegreerd. De onderzoekers verzamelen data via diepte-interviews. Zij analyseren deze data met behulp van de affinity-diagrammingmethode. De resultaten van de analyses worden in workshops gedeeld met de GGZ-medewerkers en getoetst, om kennisuitwisseling en nadere vraagarticulatie te bevorderen. Beoogde resultaten De zorgverleners hebben behoefte aan praktische informatie en handvatten. De beoogde resultaten van het project zijn in eerste instantie een praktijkverhalenboek, video testimonials en checklists. Vervolgens kan daarop een e-learningmodule of MOOC en een serious game worden gebaseerd. Deze hulpmiddelen krijgen ook een plaats in het onderwijs van de verpleegkundeopleidingen van de deelnemende hogescholen.
Jonge mensen met een vluchtelingenachtergrond, die zich mogen vestigen in de Nederlandse samenleving, jonge statushouders, zijn kwetsbaar voor het ontwikkelen van psychische problemen en problematisch middelengebruik. Met name jonge statushouders hebben weinig kennis over middelengebruik, de relatie tot psychische problemen en de beschikbare zorg. Verklaringen voor psychische problemen en problematisch middelengebruik zijn divers. Psychische problemen kunnen bijvoorbeeld voortkomen uit schokkende gebeurtenissen voor of tijdens de reis naar Nederland of met onwetendheid over het effect van middelen. Ook ervaren jonge statushouders veel stress. Het risico op problematisch middelengebruik is verhoogd vanwege de interactie met psychische problemen en stress. Tegelijkertijd vinden jonge statushouders moeilijk de weg naar de GGZ en verslavingszorg en zijn ze moeilijk te bereiken door welzijnswerkers en zorgverleners. Binnen het door FNO Geestkracht gesubsidieerde praktijkgerichte projectonderzoek “GGZ en verslavingspreventie voor jonge statushouders: we doen het samen!” dat in november 2021 startte, bewerkstelligen we dat jonge statushouders eerder psychische- en verslavingsproblemen (h)erkennen en daarvoor hulp zoeken. Dit doen we samen met jonge statushouders zelf en professionals (vanuit Center of Expertise Urban Vitality HvA, Jellinek, Pharos en de gemeente Amsterdam). Het netwerk van organisaties die bij dit onderzoek betrokken zijn breidt zich steeds verder uit. Vanuit Jellinek Preventie is de vraag gekomen om een onderzoeksproject te starten, dat aansluit op bovengenoemd onderzoeksproject waarbij de wens is dat jonge statushouders met psychische en verslavingsproblematiek beter de weg vinden naar de GGZ- en verslavingszorg en dat welzijnswerkers en zorgverleners deze groep beter kan bereiken. Met dit professional doctorate traject willen we voortbouwen op bovengenoemd project. We constateren dat zorg- en welzijnsorganisaties elkaar niet goed kunnen vinden en dat dit belemmerend werkt: voor jonge statushouders om de GGZ en verslavingszorg te vinden en andersom. Een vraag daarbij is of het ontbreken van ervaringskennis binnen de reguliere welzijnsorganisaties en zorginstellingen belemmerend werkt.
Aanleiding In de verslavingszorg worden face-to-face en online behandelingen vaak gescheiden aangeboden. Zowel cliënten als zorgprofessionals melden dat zij behoefte hebben aan een geïntegreerd aanbod, ook wel blended care genoemd. Daarbij wordt face-to-face contact en online contact afgewisseld. Het toevoegen van een mobiele applicatie biedt mogelijk extra kansen voor zowel de zorgverlener als de cliënt. De online registratie van middelengebruik bijvoorbeeld leent zich uitstekend voor een mobiele applicatie (app). De introductie van technologische innovaties in de Nederlandse verslavingszorg zijn echter pas succesvol als zij leiden tot verbetering voor zowel de cliënt als de professional. Doelstelling Dit RAAK-project stelt zich tot doel om door middel van technologie het werk van de professional in de verslavingszorg effectiever te maken en de cliënt meer inzicht en regie te geven in zijn of haar behandeling. Onderzocht wordt óf en op welke wijze zorgprofessionals gebruik (willen) maken van blended carebehandeling. Het project onderzoekt de combinatie van blended behandeling met een mobiele applicatie. Samen met zowel cliënten als professionals in de verslavingszorg wordt een app ontwikkeld, getest en geëvalueerd. Dit RAAK-project kan de doorslag geven in de vraag of het wenselijk is om blended care op grotere schaal te introduceren in de verslavingszorg, al dan niet in combinatie met een mobiele applicatie. Beoogde resultaten Innovaties zullen in eerste instanties in de verslavingszorg worden geïntroduceerd. Ze zijn ook uit te rollen naar instellingen die mensen begeleiden bij het stoppen met roken. Door deze stakeholders al in het ontwerpproces te betrekken en door de al bestaande contacten met deze netwerken zijn belangrijke voorwaarden voor implementatie aanwezig. De kennis die het onderzoek oplevert, wordt direct toegepast in het curriculum van de bij het RAAK-project betrokken opleidingen.