Dienst van SURF
© 2025 SURF
This study utilises a quantitative observation study on student journalists (n=47), as well as reconstruction interviews with experienced editors and reporters in newsrooms (n=12), to understand how Dutch journalists search, select, and verify sources online. Through the recording of screen activity, we show that search strategies are heavily influenced by how the search engine sorts and ranks potential sources. Eventual selection of sources remains relatively traditional, focused on legacy media and their websites. Moreover, online news production clearly challenges the verification process. Results suggest that journalists use no explicit but only so-called hybrid methods of verifications, such as background checks of websites and social media accounts, and cross-checking of sources.
LINK
Energiebeheer gericht aanpakken, Het analyseren van doelstellingen, resultaten en impacts van energie- en broeikasgasbeheersprogramma’s in bedrijven (met een samenvatting in het Nederlands): De wereldwijde uitstoot van broeikasgassen moet drastisch worden teruggebracht om de mondiale stijging van de temperatuur tot het relatief veilige niveau van maximaal 2 graden Celsius te beperken. In de komende decennia zal de verbetering van de energie-efficiëntie de belangrijkste strategie zijn voor het verminderen van de energiegerelateerde uitstoot van broeikasgassen. Hoewel er een enorm potentieel is voor verbetering van de energie-efficiëntie, wordt een groot deel daarvan nog niet benut. Dit wordt veroorzaakt door diverse investeringsbarrières die de invoering van maatregelen voor energie-efficiëntie verbetering verhinderen. De invoering van energiemanagement wordt vaak beschouwd als een manier om dergelijke barrières voor energiebesparing te overwinnen. De invoering van energiemanagement in bedrijven kan worden gestimuleerd door de introductie van programma's voor energie-efficiëntie verbetering en vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Deze programma's zijn vaak een combinatie van verschillende elementen zoals verplichtingen voor energiemanagement; (ambitieuze) doelstellingen voor energiebesparing of beperking van de uitstoot van broeikasgassen; de beschikbaarheid van regelingen voor stimulering, ondersteuning en naleving; en andere verplichtingen, zoals openbare rapportages, certificering en verificatie. Tot nu toe is er echter beperkt inzicht in het proces van het formuleren van ambitieuze doelstellingen voor energie-efficiëntie verbetering of het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen binnen deze programma's, in de gevolgen van de invoering van dergelijke programma's op de verbetering van het energiemanagement, en in de impact van deze programma's op energiebesparing of de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. De centrale onderzoeksvraag van dit proefschrift is als volgt geformuleerd: "Wat is de impact van energie- en broeikasgasmanagement programma’s op het verbeteren van het energiemanagement in de praktijk, het versnellen van de energieefficiëntie verbetering en het beperken van de uitstoot van broeikasgassen in bedrijven?".
This thesis provides an examination of judgement autonomy of Dutch commercial real estate valuers in relation to client orientation. The valuation of commercial real estate such as offices or retail properties requires in-depth analysis due to its uniqueness by location, building type and usage details. Essentially, a register-valuer is qualified and instructed to assess a property value to one’s best cognitive effort and inform others of this outcome by means of a valuation report. In the Netherlands, concerns over independence risks and client-related judgement risks of valuers have been raised by regulative authorities as the Dutch Central Bank (DNB) and the Dutch Authority for the Financial Markets (AFM). A significant part of these concerns followed the 2008 financial crisis, which appeared to be at least partially driven by unreliable and incomparable valuations of Dutch commercial real estate (AFM, 2014; DNB, 2012; 2015). Among other things, these concerns led to the instigation of the Nederlands Register Vastgoed Taxateurs (NRVT) in 2015. NRVT is a new Dutch central register of valuation practitioners set up in order to improve self-regulation, quality control and compliance of valuation practitioners. Currently, the chamber for commercial real estate valuation holds about 2,000 commercial valuation registrations (NRVT, 2020). The introduction of NRVT, and other measures taken, reflect an instrumental view towards enhancing professionalism of Dutch valuers. This view is based on a systematic orientation to professional conduct in which good practice is primarily objectively determined (Van Ewijk, 2019). However, Wassink and Bakker (2016) point out that individuals make personal choices in order to deal with work complexity. Insight into and reflection on individual choices is part of what is referred to as normative aspects of professionalisation: what norms prevail in individual judgement and decision-making and why (Van Ewijk, 2019). In this regard, insight into judgement reasoning of valuation practitioners may contribute to normative levels of professional development of valuers. The need for such is expressed through community concerns over how individual judgement autonomy may become subdued due to instrumental-driven developments taking place in the sector. The combination of authoritative concerns over professional quality in the Netherlands and lack of (scientific) insight on how client influence affects judgement in valuation practice poses a problem: How may practitioners address client-related judgement bias risks and improve valuation accuracy from this viewpoint, if little is known on how such risks may occur in daily practice? The seemingly scarce scientific insights available in this regard in the Netherlands may also prevent educational programs to adequately address valuer independence and objectivity risks in relevant training programs. In order to address this knowledge gap, the present PhD research examines the following research problem: 169 Summary “How does client orientation affect professional judgement autonomy of commercial real estate valuers in the Netherlands?” The term ‘client orientation’ should be broadly interpreted and may refer to valuers’ perception, understanding and meaning given to alleged, actual or anticipated client-related aspects. Information on such client aspects is not required for the performance of valuation instructions. It should also be noted that this research examines the context of how client orientation may affect valuer judgement reasoning patterns during work practice, yet not its effect in terms of decision on final value opinion.
MULTIFILE
Het KIEM High Tech project ALIGN beoogt de verbetering van fiberoptische gyroscoop (FOG)-productie door het huidige handmatige uitlijnproces van optische fibers en de lichtbron te automatiseren. In de luchtvaart, waar precisie en betrouwbaarheid cruciaal zijn, spelen FOG’s een essentiële rol bij het meten van de oriëntatieveranderingen van vliegtuigen. Een consistente productie van de FOG’s leidt tot een betrouwbaarder en veiliger vliegtuig. Hoewel het product voldoet aan de eisen die de luchtvaart stelt, veroorzaakt de huidige productiemethode variabiliteit in sensorprestaties, en men begrijpt niet volledig waarom dit gebeurt. Het consortium bestaande uit Patria, IMS, en het lectoraat Applied Nanotechnology (ANT) van Saxion wil een proof-of-concept demonstreren voor geautomatiseerde uitlijning, met de focus op fiberdetectie en manipulatie, uitlijnalgoritmes, en stabiele prestaties van het eindproduct. Het innovatieve aspect omvat het onderzoek naar geschikte automatiseringsmethoden, rekening houdend met fixatie van de optische componenten door solderen. Huidige automatiseringsoplossingen zijn duur en zijn niet altijd geschikt voor fixatie van optische componenten bij hoge temperaturen. Het projectplan omvat verschillende activiteiten, waaronder onderzoek naar fibermanipulatie en control, vision, en integratie en verificatie. Het doel is het creëren van een werkende proof-of-concept demonstrator die voldoet aan de gestelde eisen van het productieproces en het eindproduct. De kennis uit dit project wordt opgenomen in onderwijsmodules van verschillende opleidingen, en kan een opmaat zijn voor een vervolgproject in het RAAK MKB programma. Het consortium beoogt de kritische stappen in fiberoptische uitlijning te begrijpen en een geautomatiseerde oplossing te ontwikkelen voor consistente FOG-productie. Het project draagt niet alleen bij aan de luchtvaartindustrie maar heeft ook bredere toepassingen, zoals bij de uitlijning van photonic integrated circuits, waardoor het een waardevolle bijdrage levert aan de ontwikkeling van geavanceerde productieprocessen in de optische fibers-industrie.
The research proposal aims to improve the design and verification process for coastal protection works. With global sea levels rising, the Netherlands, in particular, faces the challenge of protecting its coastline from potential flooding. Four strategies for coastal protection are recognized: protection-closed (dikes, dams, dunes), protection-open (storm surge barriers), advancing the coastline (beach suppletion, reclamation), and accommodation through "living with water" concepts. The construction process of coastal protection works involves collaboration between the client and contractors. Different roles, such as project management, project control, stakeholder management, technical management, and contract management, work together to ensure the project's success. The design and verification process is crucial in coastal protection projects. The contract may include functional requirements or detailed design specifications. Design drawings with tolerances are created before construction begins. During construction and final verification, the design is measured using survey data. The accuracy of the measurement techniques used can impact the construction process and may lead to contractual issues if not properly planned. The problem addressed in the research proposal is the lack of a comprehensive and consistent process for defining and verifying design specifications in coastal protection projects. Existing documents focus on specific aspects of the process but do not provide a holistic approach. The research aims to improve the definition and verification of design specifications through a systematic review of contractual parameters and survey methods. It seeks to reduce potential claims, improve safety, enhance the competitiveness of maritime construction companies, and decrease time spent on contractual discussions. The research will have several outcomes, including a body of knowledge describing existing and best practices, a set of best practices and recommendations for verifying specific design parameters, and supporting documents such as algorithms for verification.
Real-Time Cyber-Physical Systems (RT-CPS) zijn onmisbaar in onze samenleving, van medische apparatuur tot autonome voertuigen. De betrouwbaarheid en robuustheid van deze systemen zijn echter cruciaal, fouten kunnen immers grote gevolgen hebben. Dit project beoogt de betrouwbaarheid van RT-CPS te vergroten door middel van een modulaire hardware-architectuur en geavanceerde validatie- en verificatiemethoden (V&V). In samenwerking met praktijkpartners, waaronder het Wilhelmina Kinderziekenhuis, wordt een proof-of-concept demonstrator ontwikkeld in een praktijkgerichte casus. De modulaire hardware-architectuur maakt RT-CPS flexibeler, toekomstbestendig en breed toepasbaar. De geavanceerde V&V-methoden borgen de betrouwbaarheid van de systemen en helpen MKB-bedrijven bij de ontwikkeling van hun eigen RT-CPS-applicaties. Naast de directe voordelen voor de betrokken partners, draagt dit project bij aan een bredere maatschappelijke impact. De verhoogde betrouwbaarheid van RT-CPS kan leiden tot verbeterde veiligheid en efficiëntie in diverse sectoren. Een krachtige samenwerking tussen kennisinstituten, praktijkpartners en het MKB is de sleutel tot succes. Dit project bundelt expertise en praktijkkennis om Nederland een leidende positie te laten innemen op het gebied van betrouwbare RT-CPS. In dit 1-jarig verkennend project zal de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen samenwerken met Gemini Embedded Technology, Wilhelmina Kinderziekenhuis, het grootbedrijf Capgemini en de Universiteit Utrecht.