Dienst van SURF
© 2025 SURF
Mensen met een psychische beperking die na een opname terugkeren naar hun huis, verkeren vaak in een kwetsbare positie. Vereenzaming is een reëel probleem. In Amersfoort hebben bijna 10 jaar geleden zorg- en welzijnsinstellingen de handen ineengeslagen voor de aanpak van deze problematiek met Wijk en Psychiatrie (WeP). Doel van WeP: vereenzaming tegengaan en het bevorderen van de integratie en participatie van de doelgroep aan het maatschappelijk leven. Deze handleiding is het resultaat van onderzoek door het Kenniscentrum Sociale Innovatie van Hogeschool Utrecht en WeP-medewerkers naar de resultaten en effecten van WeP tijdens de pilotfase. De handleiding is bedoeld om WeP overdraagbaar te maken en hiermee initiatieven in andere gemeentes te helpen starten.
Samenleven staat in de eenentwintigste eeuw vooral te boek als bron van zorg. Sinds de eeuwwisseling zijn Nederlanders tevredener met zichzelf, maar ontevredener over de nabijheid en de omgang met anderen. Zoals het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) het in 2004 verwoordde: ‘Met mij gaat het goed, met ons gaat het slecht.’ In het Continu Onderzoek Burgerperspectieven van het SCP tonen Nederlanders zich sindsdien telkens bezorgd over de ‘manier waarop we samenleven’. Mensen ‘ervaren dat het individualisme toeneemt, normen en waarden vervagen en hebben het idee dat tegenstellingen toenemen, onder andere op en door sociale media’ (SCP, 2021). Ze benoemen problemen als tweedeling, verharding, vereenzaming en ‘ieder voor zich’.
MULTIFILE
Beroepen worden uitgeoefend in een dynamische maatschappij, die voortdurend en snel verandert. Het mbo is met alle tentakels geworteld in de samenleving. Vraagstukken rond vereenzaming, klimaatverandering en digitale transformatie raken ons allemaal. Omdat het beroepsonderwijs flexibel wil inspelen op maatschappelijke vraagstukken, volstaan eenduidige, gestandaardiseerde opleidingen steeds minder. Sinds 2013 werkt de directie Economie van ROC Nijmegen daarom aan de ontwikkeling van leeromgevingen waarin het leren in een schoolse omgeving en het leren in de praktijk met elkaar zijn verbonden. De ervaringen in Nijmegen hebben bruikbare inzichten opgeleverd over wat er op verschillende niveaus komt kijken bij de ontwikkeling van een netwerk van leeromgevingen op de grens tussen school en werk.
Afasie is een ingrijpend gevolg van een beroerte. Iemand met afasie kan niet meer zeggen wat hij wil of bedoelt, en heeft ook vaak moeite met het begrijpen van wat iemand anders zegt. Dit heeft een grote impact op het dagelijks leven van de persoon zelf en zijn naasten. Het onvermogen te spreken leidt tot arbeidsongeschiktheid, vereenzaming en depressie. Het levert ook ingewikkelde situaties op in de communicatie met zorgprofessionals. Personen met een afasie (PMA) hebben door miscommunicatie een verhoogde kans op het ontvangen van ongepaste of inadequate zorg; dit leidt zelfs tot een verhoogde kans op overlijden. Zorgprofessionals geven aan dat zij onzeker zijn over de communicatie met de PMA, en dat zij zich onvoldoende vaardigheden hebben om vertrouwelijk en effectieve communicatie mogelijk te maken. Betrokkenheid van de patiënt staat centraal in huidige visies omtrent gezondheidszorg (Kaljouw & van Vliet, 2015) en Evidence-based Medicine, maar er wordt nauwelijks aandacht besteed aan hoe deze communicatie vormgegeven kan worden, zeker wanneer de patiënt een communicatiestoornis heeft. Internationaal onderzoek laat zien dat communicatie tussen zorgprofessional, PMA en naasten kan worden verbeterd, wanneer gesprekspartners van PMA getraind zijn. In Nederland wordt deze communicatietraining nog niet toegepast. De eerste pilotstudie lijkt veelbelovend, en heeft geleid tot dit projectvoorstel waarin de interventie ‘CommuniCare’ ontwikkeld, toegepast en geëvalueerd in een groot aantal CVA zorginstellingen. De doelstelling van het consortium is om communicatie tussen PMA, zorgprofessional en naasten te verbeteren. Na afronding van dit project, is de geprotocolleerde en op effectiviteit getoetste interventie CommuniCare klaar om landelijk uitgerold te worden, op basis van een implementatieplan met aanbevelingen voor adaptieve strategieën voor succesvolle implementatie in de CVA-zorg.
In de afgelopen jaren nam het aandeel kwetsbare groepen in de sociale huursector aanzienlijk toe. Een groot aantal van deze groepen, zoals ouderen en mensen met een zorg- of ondersteuningsbehoefte, heeft te maken met een verhoogde kans op eenzaamheid en een beperkte zelfredzaamheid. In buurten waar kwetsbare groepen samenwonen, staat de samenredzaamheid en leefbaarheid steeds meer onder druk. Voor corporatie- en zorgprofessionals een enorme opgave. Ontmoetingsruimtes in de sociale woningbouw kunnen volgens corporatieprofessionals een essentiële rol spelen bij het aanpakken van deze opgave. Zo verwacht men dat deze ruimtes het contact tussen bewoners kunnen bevorderen en problemen als vereenzaming kunnen verminderen. Maar ook dat ze het woonplezier en de samenredzaamheid kunnen vergroten. Daardoor zouden de lasten van sociaal beheerders en zorgmedewerkers verlicht kunnen worden. In de praktijk blijkt echter dat bestaande ontmoetingsruimtes niet altijd actief gebruikt worden. Een reden daarvoor is volgens corporatieprofessionals de veranderende samenstelling van bewoners in de sociale huursector, waardoor het aanbod aan ontmoetingsruimtes niet goed meer aansluit bij de wensen en behoeften van de bewoners. ‘Vernieuwd ontmoeten’ bundelt de krachten van het lectoraat Architecture in Health van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, woningcorporatie Talis, ontwerpbureau Rabbinge Interiors en Boeijenjong Architecten om te verkennen op welke wijze het sociaalruimtelijk ontwerp van ontmoetingsruimtes beter kan aansluiten bij de wensen en behoeften van bewoners. Samen met de eindgebruikers worden er vernieuwende sociaalruimtelijke oplossingen ontworpen. Denk bijvoorbeeld aan een flexibel interieur dat nieuwe activiteiten en manieren van het gebruik van de ruimte mogelijk maakt. Het doel is te komen tot ontwerpprincipes, teneinde ontmoetingsruimtes te activeren en sociale interactie te stimuleren. De ambitie van het project is om het welbevinden en de samenredzaamheid van bewoners te vergroten en het werk van corporatie- en zorgprofessionals te verlichten.