Veel verschillende instanties en voorzieningen (onderwijs, opvang, preventie, zorg en ondersteuning) in de wijk Lewenborg en omliggende wijken/gebieden (Lewenborg XL) werken met dezelfde ouders en kinderen en beogen allemaal hetzelfde doel, namelijk dat alle kinderen gezond en veilig opgroeien. Dat ze ongeacht hun sociaaleconomische of etnische achtergrond, voldoende kansen krijgen om hun talenten te ontwikkelen en naar eigen vermogen deelnemen aan een duurzame samenleving. Onder andere de eindrapportage van de Monitor Vensterscholen 2.0. van het Lectoraat Integraal Jeugdbeleid in 2016 toont aan dat er mooie dingen gebeuren en dat er grote betrokkenheid van de kernpartners is, maar dat er sprake is van een lappendeken aan initiatieven. Vanuit de gemeente is er sprake van los van elkaar staande subsidiemogelijkheden. Dit leidt tot veel drukte in de wijk, het missen van overzicht in rolverdeling en een gebrek aan inzicht in de overlap in de initiatieven en blinde vlekken op dit gebied. De kernpartners willen toe naar een structureel karakter dat gericht is op de lange termijn. Om dit te kunnen bereiken is het hebben van afgestemde plannen en samenhang tussen de verschillende instanties van groot belang.De behoefte is er vanuit de Stuurgroep Lewenborg om te komen tot een samenhangende aanpak voor de jeugd in Lewenborg XL: een integraal pedagogisch wijkplan.
Veel verschillende instanties en voorzieningen (onderwijs, opvang, preventie, zorg en ondersteuning) in de wijk Lewenborg en omliggende wijken/gebieden (Lewenborg XL) werken met dezelfde ouders en kinderen en beogen allemaal hetzelfde doel, namelijk dat alle kinderen gezond en veilig opgroeien. Dat ze ongeacht hun sociaaleconomische of etnische achtergrond, voldoende kansen krijgen om hun talenten te ontwikkelen en naar eigen vermogen deelnemen aan een duurzame samenleving. Onder andere de eindrapportage van de Monitor Vensterscholen 2.0. van het Lectoraat Integraal Jeugdbeleid in 2016 toont aan dat er mooie dingen gebeuren en dat er grote betrokkenheid van de kernpartners is, maar dat er sprake is van een lappendeken aan initiatieven. Vanuit de gemeente is er sprake van los van elkaar staande subsidiemogelijkheden. Dit leidt tot veel drukte in de wijk, het missen van overzicht in rolverdeling en een gebrek aan inzicht in de overlap in de initiatieven en blinde vlekken op dit gebied. De kernpartners willen toe naar een structureel karakter dat gericht is op de lange termijn. Om dit te kunnen bereiken is het hebben van afgestemde plannen en samenhang tussen de verschillende instanties van groot belang.De behoefte is er vanuit de Stuurgroep Lewenborg om te komen tot een samenhangende aanpak voor de jeugd in Lewenborg XL: een integraal pedagogisch wijkplan.
Het advies is de Vensterschool Stadspark te laten ontwikkelen naar scenario B: de regie is belegd bij het onderwijs en de naschoolse opvang en activiteiten zijn niet verplicht, maar worden gebruikt voor verdieping en verbreding, zodat alle kinderen hun eigen ontwikkeling kunnen doormaken. Indien er voor dit scenario wordt gekozen, dan is het van belang dat er bestuurlijke afspraken gemaakt worden waaraan de kernpartners zich binden en dat er een regisseur wordt aangesteld met mandaat. Onder leiding van deze regisseur (bij voorkeur uit het onderwijs) werken de kernpartners in interdisciplinaire zelfsturende teams aan een concrete uitwerking van scenario B. De teams krijgen de opdracht omgezamenlijk een ontwikkelingsarrangement uit te werken voor de kinderen uit een bepaalde leeftijdsgroep (onder-, midden- of bovenbouw). Daarbij wordt er nadrukkelijk samengewerkt met oudersen kinderen. De teams krijgen middelen voor professionele ondersteuning en begeleiding. Het werken in interdisciplinaire zelfsturende teams moet geleidelijk ingevoerd worden. Het verdient aanbeveling om dit stapsgewijs te doen. Tussentijdse monitoring van de effecten op het ontwikkelingsrendement vankinderen is wenselijk, zodat er waar nodig bijgesteld kan worden.